Patrick Lefevere verdient meer respect dan kritiek
foto: Cor Vos
Kerckhoffs Raymond
maandag 25 maart 2024 om 10:45

Patrick Lefevere verdient meer respect dan kritiek

Analyse Het wolvengehuil zal op de Vlaamse wegen en Noord-Franse kasseien opnieuw niet te horen zijn. Na decennialang het Vlaamse voorjaar te hebben gekleurd en gedomineerd, kunnen we nu al bijna stellen dat de manschappen van Patrick Lefevere andermaal nauwelijks kleur geven aan de klassiekers in het thuisland van hun manager. Na Gent-Wevelgem kunnen we al bijna stellen: de ‘Wolfpack’ is van hun eigen terrein verdreven.

In zijn uitspraken is Patrick Lefevere de laatste jaren niet de grootste tacticus geweest. Dat hij nu de ethische commissie van de UCI vanwege bepaalde uitlatingen over het vrouwenwielrennen op zijn dak heeft, heeft hij aan zichzelf te danken. Zoals de Vlaamse ‘godfather’ ook bepaalde uitlatingen over Dylan Groenewegen, Julian Alaphilippe en Sam Bennett beter achterwege had kunnen laten.

Het zal me hier niet door iedereen in dank worden afgenomen, maar voor mij is Lefevere een héél grote Mijnheer in de wielerwereld. Wat hij op het hoogste niveau in het wielrennen heeft gepresteerd, en nog steeds realiseert, mag als uitzonderlijk worden omschreven.

In 2003 stapte Quick-Step als hoofdsponsor in de wielerploeg van Patrick Lefevere. In die 22 jaar wist het team liefst 37 keer een van de zes Vlaamse voorjaarsklassiekers te winnen. En in Parijs-Roubaix stond er liefst dertienmaal een renner uit het collectief op het podium.

Sinds de zege van Fabio Jakobsen in Kuurne-Brussel-Kuurne in 2022 kijkt zijn team in Vlaanderen naar de hatelijke nul. En sinds de dubbel van Kasper Asgreen in 2021 in de E3 Saxo Bank Classic en Ronde van Vlaanderen is de dominante koerswijze van de blauwe brigade op eigen terrein verleden tijd.

Kritiek
De komende dagen zal de kritiek op Soudal Quick-Step weer aanzwellen, omdat ze op de kasseien hun dna zijn verloren. Dit zal enorm pijn doen bij Lefevere. Waar je zeker felle kritiek op sommige van zijn uitspraken mag hebben, vond ik hem afgelopen zaterdag in zijn column in Het Nieuwsblad eerlijk. Dat zijn eerste renner in de E3 Saxo Bank Classic 29ste werd, noemde hij ver onder de maat: “Hoe we als ploeg zijn weggereden: pijnlijk gewoon.”

Lefevere verwijt zijn renners niet dat ze Mathieu van der Poel, Mads Pedersen en/of Wout van Aert niet kunnen volgen. Hij vindt het zorgelijker dat zijn ploeg in de groep achter deze wereldtoppers geen stempel kan drukken. Hij ziet hoe Lidl-Trek en UAE Emirates (zelfs zonder Tadej Pogacar) in de breedte sterker zijn.

In Gent-Wevelgem toonde zijn ploeg in de achtervolging de intentie om de koers gesloten te houden voor Tim Merlier. De toppers Mathieu van der Poel en Mads Pedersen waren al gevlogen en ook de andere collectieven konden geen vuist maken in de achtervolging. Er rijden de laatste twee jaar nu eenmaal zo’n zes à zeven renners (Van der Poel, Pogacar, Van Aert, Evenepoel, Vingegaard, Roglic en op sommige dagen Pedersen) een paar kilometer rapper dan de rest.

Julian Alaphilippe in Harelbeke – foto: Cor Vos

Daar heeft Lefevere er met Remco Evenepoel eentje van. Alleen richt Evenepoel voorlopig zijn vizier nog niet op het Vlaamse werk. Waar het Vlaamse voorjaar de laatste jaren voor de Belgische ploeg zwaar tegenvalt, de balans op het einde van het jaar valt nog altijd goed uit voor Soudal Quick-Step. Met aanzienlijk minder geld dan diverse topteams staat de ploeg van Lefevere nog in de top-drie van de beste ploegen en ook qua aantal overwinningen strijdt de ploeg nog altijd mee om de hoofdprijs.

Ik vind het lovenswaardig hoe Lefevere zaterdag in Het Nieuwsblad ook zelf in de spiegel keek. Hij verwijt zichzelf fouten te hebben gemaakt in zijn aan- en verkoopbeleid. Een paar jaar geleden benadrukte Lefevere me in een interview dat het er niet alleen om gaat om op tijd talenten te contracten, maar juist ook om op tijd afscheid van ze te nemen.

Nu drukken Julian Alaphilippe, Yves Lampaert en Kasper Asgreen aanzienlijk op zijn budget, maar is duidelijk dat deze drie renners (ook voor de Vlaamse klassiekers) over hun top heen zijn. “De les voor mezelf: geen contracten meer afsluiten te midden euforie”, zo schreef Lefevere in zijn column.

Klassementstrein
Het excuus dat hij de laatste jaren bewust vooral aankopen voor de klassementstrein van Remco Evenepoel heeft gedaan, wil Lefevere niet direct als een hét excuus naar voren brengen. Toch klopt het dat er sinds 2019 vrijwel alleen geld in de versterking rond ‘wonderkind’ Evenepoel is gestoken. Nieuw in 2020: Mauri Vansevenant, Andrea Bagioli, Fausto Masnada en João Almeida (in 2022 alweer vertrokken). Nieuw in 2021: Ilan Van Wilder. Nieuw in 2022: Louis Vervaeke en Mauro Schmid. Nieuw in 2023: Jan Hirt. Nieuw in 2024: Mikel Landa.

In de tweede lijn voor het Vlaamse werk zijn afgelopen winter o.a. Tim Declercq, Florian Sénéchal en Davide Ballerini vertrokken en is Gianni Moscon (tegen een minimumcontract) de enige echte versterking.

Laten we de ploeg van Patrick Lefevere dit jaar dan ook niet afrekenen op het Vlaamse voorjaar, maar de balans pas op het einde van het seizoen in oktober opmaken. Zoals Evenepoel de afgelopen twee jaren al het voorjaar deed slagen met zijn zeges in Luik-Bastenaken-Luik. En in 2022 maakte hij er voor Lefevere nog een seizoen ‘grand-cru’ van door de Vuelta a España en de wereldtitel op de weg te veroveren en vorig jaar wereldkampioen tijdrijden te worden.

Patrick Lefevere met Zdenek Bakala. Foto: Cor Vos

De inmiddels 69-jarige Lefevere heeft zich de laatste tijd geregeld afgevraagd of hij niet té lang als ceo van de ploeg is door gegaan. Hij vertelde me in de afgelopen Tour de France nog dat hij zelf wellicht beter twee jaar geleden een stap terug had moeten doen. Toen er nog over een fusieploeg tussen Jumbo-Visma en Soudal Quick-Step werd gesproken, had hij die stap terug naar de Raad van Commissarissen kunnen maken.

Een fusie waar hij vanaf het eerste moment op de hoogte was, maar zelf geen aandeel in had. Miljardair Zdenek Bakala heeft immers 80% van de aandelen van de ploeg Lefevere in bezit. Naar verluidt zou Bakala hem bij het doorgaan van de fusie een afkoopsom van circa drie miljoen euro hebben betaald. Toen het daadwerkelijk om de toekomst van zijn ploeg ging, begon Lefevere voor al zijn renners én zijn personeel te vechten. Die geldsom kon hem gestolen worden.

Het ‘vaderschap’ waarmee hij zijn ploeg leidt kenmerkt in mijn ogen de persoon Patrick Lefevere. Het is té goedkoop en té gemakkelijk om hem steeds te bekritiseren. In de historie van de wielersport zal hij niet alleen te boek gaan als een legendarische, maar ook als een van de meest succesvolle ploegmanagers ooit, die decennialang een stempel op de wielersport heeft gedrukt. Dat verdient respect.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.