Weekendinterview: Tosh Van der Sande
Een aantal jaar geleden zou Tosh Van der Sande op dit moment van het jaar de laatste hand aan zijn voorbereiding op de Zesdaagse van Gent aan het leggen zijn. Ditmaal geniet hij van zijn rustperiode, na een druk maar succesvol wegseizoen. De renner van Lotto Soudal kwam dicht bij winst in enkele Vuelta-ritten en Parijs-Tours, maar wacht nog altijd op zijn eerste profzege. Redenen genoeg voor WielerFlits om de talentvolle Belg op te zoeken voor een babbel.
In het lijstje revelaties van 2015 mag Van der Sande niet ontbreken. Met name zijn najaar, waarin hij zich in de kijker reed op het allerhoogste niveau, is niet onopgemerkt voorbij gegaan. Van der Sande sprintte in de Vuelta a Espana liefst zes keer in de top 10 tussen de wereldtop, met zijn derde plaats na Danny van Poppel en Daryl Impey in rit twaalf als beste resultaat. In Parijs-Tours deed hij zowaar nog beter. Tijdens de finale was hij de enige die de aanval van Greg Van Avermaet en Matteo Trentin kon volgen en met het tweetal mocht sprinten voor winst. Enkel Trentin bleek te snel voor de renner uit Wijnegem, die met trots terugkijkt op zijn prestaties van het afgelopen jaar.
“Eigenlijk heb ik heel het jaar op een hoog niveau gereden, alleen was dat in het voorjaar niet zo goed aan mijn uitslagen te zien als aan het einde van het jaar. Ik heb in het begin van dit seizoen veel – maar met alle plezier – in dienst van de ploeg gereden, maar ook toen was ik conditioneel op mijn best. In Parijs-Tours en de Vuelta kwam dat er helemaal uit, omdat ik dan ook het vertrouwen van de ploeg kreeg. Dat geeft vleugels”, vertelt Van der Sande, die het minstens even goed wil doen in 2016. “Als ik volgend jaar zou kunnen beginnen zoals ik nu geëindigd ben, dan zou dat perfect zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het kan, maar het is een beetje afwachten hoe de winter verloopt. Er kan daarin zoveel gebeuren dat je voorbereiding verstoort, zoals ziek worden, een blessure oplopen, enzovoort. Maar als dat allemaal niet gebeurt, dan moet ik absoluut in staat zijn om de lijn van het afgelopen najaar door te trekken. Bovendien ben ik om een of andere reden in de eerste maanden van het seizoen altijd wel redelijk goed in vorm.”
Winnen
Een ding lukte Van der Sande in zijn vierjarige profcarrière nog niet: winnen. Aan tweede en derde plaatsen geen gebrek, maar op het hoogste schavot stond hij nog nooit. Volgend jaar zou daar naar eigen zeggen wel eens verandering in kunnen komen. “Dit najaar heb ik heel veel vertrouwen getankt, en laat winnen nu net heel veel met vertrouwen te maken hebben. Ik weet nu zelf dat ik de finales in grote wedstrijden kan rijden, ik moet mijn kansen alleen nog zien af te ronden. En als je in de grote wedstrijden kan meedoen voor de winst, dan weet je dat het in een minder grote koers sowieso ooit gaat lukken. Eens dat eindelijk gebeurd is, dan ben je vertrokken voor meer. Dat is voor mij een hele grote motivatie naar volgend jaar toe, om heel goed te trainen en mij te laten soigneren. Je moet het niet winnen omzetten in iets positiefs en er niet wakker van proberen te liggen, anders komt het niet goed. Ik ga mezelf daarom geen druk opleggen en niet zeggen ‘je moet winnen, je moet winnen.’ Pas als het nog drie à vier jaar duurt vooraleer ik win, gaat de twijfel misschien wel toeslaan.”
Als je in echte grote wedstrijden kan meedoen voor winst, dan weet je dat het in een minder grote koers sowieso ooit gaat lukken. Pas als het nog drie à vier jaar duurt vooraleer ik win, gaat de twijfel misschien wel toeslaan.
Bij de beloften was Van der Sande nochtans een veelwinnaar, getuige zijn zeges in Luik-Bastenaken-Luik U23 en een etappe in de Rondes van Luik en Namen. Waarom wil het bij de profs tot nu toe dan niet lukken? “Het verschil tussen koersen bij de beloften en de profs is dat bij de jongeren bijna altijd de beste wint, dat is makkelijk. Nu moet je ook slim zijn en dat is in het moderne wielrennen niet altijd simpel. Je hebt maar één of twee cartouches en die moet je goed gebruiken. De afgelopen jaren en maanden heb ik op beslissende momenten vaak van die kleine tactische foutjes gemaakt, die mij dan de zege kosten. Nu is dat wel aan het verbeteren. Hoe meer finales ik rijd, hoe beter ik erin word. Maar dat geldt voor elke jonge renner. Neem nu Tiesj Benoot, die dit jaar vaak super sterk was maar nooit won. Met zo’n sterke benen, en zelfs met vele slechtere, zouden andere ervaren renners wél koersen gewonnen hebben dankzij een betere tactiek. Ik weet zeker dat als wij nog extra ervaring opdoen, de overwinning vanzelf komt.”
De koersen voor een type renner als Van der Sande zijn echter dun gezaaid. Vooral op Spaans grondgebied lijkt hij volop aan zijn trekken te komen. “Ik ben geen pure sprinter, maar ik kan na een lastige finale wel heel snel uit de hoek komen”, legt hij uit. “Er zijn erg veel sprintkoersen en veel lastige finales, maar het terrein waar ik helemaal op uitblink, vind je echt amper. Een ideaal parcours voor mij zou een vijftal klimmetjes van drie à vier minuten zijn, met de laatste helling op tien kilometer van de aankomst. Een beetje zoals Gianni Meersman het ook graag heeft. Dat terrein vind je in de Ronde van het Baskenland, de Ronde van Catalonië en natuurlijk de Vuelta, waar er zelfs in de vlakke ritten geen meter vlak is. De pure sprinters blijven van die koersen weg of ze moeten lossen op de hellingen. Daarom probeer ik mij helemaal op die koersen te focussen.” Met succes, want naast zijn talloze ereplaatsen in de Vuelta toonde Van der Sande zich dit jaar de snelste van het peloton in de openingsrit van de Ronde van Catalonië. Helaas voor hem reden er nog drie vroege vluchters voorop.
Ploeg
In Parijs-Tours bewees de Antwerpenaar ook dicht bij de overwinning te kunnen komen in een lange klassieker, maar dat inspireert hem niet om zich de komende jaren daarop te gaan richten in het voorjaar. “Ik weet sinds Parijs-Tours dat ik in ieder geval de afstand aankan, maar of ik ook de opeenvolging van de nijdige kasseiklimmetjes aankan, weet ik niet. In mijn eerste jaar als prof heb ik een paar van die wedstrijden gereden, zoals Dwars door Vlaanderen en Gent –Wevelgem. Op zich liggen die koersen mij wel, maar ik rijd in een topploeg die al genoeg mannen heeft die in die koersen kunnen scoren. Ik denk daarbij aan onder andere André Greipel, Jürgen Roelandts en Jens Debusschere. Als je dan met de andere jongens moet vechten om in die selectie te komen en je zit er om een of andere reden toevallig toch niet bij, dan zit je daar mooi met je goede benen. Als ik dan toch een klassieker zou rijden, dan probeer ik het misschien wel in de Brabantse Pijl of de Amstel Gold Race. Dat is meer mijn ding.”
Wat wel al zeker is, is dat Van der Sande zijn wedstrijden ook volgend jaar in het tenue van de Lotto Soudal-ploeg zal afwerken. Dat bracht zijn ploeg midden september naar buiten in een persbericht. “Maar eigenlijk was die contractverlenging al veel langer rond, zelfs al van in de eerste helft van het jaar. Ik had de prestaties in de Vuelta dus niet specifiek nodig om een contract af te dwingen, maar het gaf de ploeg wel extra vertrouwen in mij. Er is bewust gekozen om mijn contract maar met één jaar te verlengen om mezelf een beetje druk op te leggen. Dat is goed voor mij, want op die manier zegt iets in mij: ‘Tosh, blijf er hard voor werken.’ Dat zit altijd in je achterhoofd. Al denk ik dat zelfs als ik volgend jaar geen koers win, het geen probleem zou zijn om een nieuw contract te krijgen. Dat zegt veel over mijn band met de ploeg, het zit tussen de ploegleiding en mij gewoon heel goed. Als ik volgend jaar een grote wedstrijd win, zou het natuurlijk nog beter zijn voor mijn contract en onze band, maar dat is afwachten.”
Jasper De Buyst heeft mij gevraagd of we niet samen zouden kunnen rijden in de Zesdaagse van Gent, maar ik heb direct aan hem gezegd dat dit geen optie was omwille van de ongunstige datum voor een wegrenner zoals ik.
Gent
Eerst is het voor de 24-jarige Wijnegemnaar tijd voor een welverdiende rustperiode. Een aantal jaar geleden was dat op dit tijdstip van het jaar wel anders, want dan was Van der Sande telkens in volle voorbereiding op de Zesdaagse van Vlaanderen-Gent. De laatste keer dat hij dat deed was in 2012, maar Van der Sandes beste prestatie in het Kuipke dateert van een jaartje eerder. Toen viel hij samen met de Duitser Leif Lampater maar net naast het podium. “Ik reed heel graag in Gent, maar ik moet zeggen dat het nu ook deugd doet om na mijn drukke seizoen op de weg veel te kunnen rusten. Je moet niet gaan trainen, je hebt geen verplichtingen. Het is gewoon niks doen, en dat is ook wel eens plezant. Je hebt ook veel meer vrije tijd dan tijdens het wegseizoen, om iets samen te doen met je vriendin of om weg te gaan met je vrienden. De fiets mis je eerst niet, maar na een tweetal weken begint het weer te kriebelen om te sporten. Maar goed ook, want eind november staat de team-building al op het programma.”
“Of ik de Zesdaagse van Gent dan niet mis?”, vraagt Van der Sande zich af. “Misschien wel, maar het is niet haalbaar om na het wegseizoen mijn goede vorm door te trekken tot nu. Het probleem is dat de Zesdaagse een heel slechte datum heeft voor wegrenners. Als je goed wil zijn in Gent, dan moet je ofwel wat vroeger stoppen met op de weg te koersen, ofwel later beginnen. Maar dat kan ik niet maken tegenover Lotto Soudal. Ik word betaald om op de weg te rijden, niet op de piste.” Niettemin heeft Van der Sande in zijn eerste jaar bij de Lotto-ploeg de Zesdaagse wel gereden. “Maar dat heeft niet zo goed uitgepakt. Je traint anders dan de rest van de ploeg en begint daarom met een achterstand op de anderen aan de eerste ploegstages, begin december. Zo start je ook met een achterstand aan het volgende wegseizoen en dat is waarom we hebben besloten geen Zesdaagse van Gent meer in mijn programma op te nemen. Misschien kan ik door ouder te worden die combinatie wel aan, maar daar moeten we dan goede afspraken over maken.”
De Antwerpenaar zou met zijn Lotto Soudal-ploegmaat Jasper De Buyst in ieder geval een mooi duo kunnen vormen. De Buyst was de voorbije twee jaar winnaar van de Zesdaagse van Vlaanderen-Gent en blijft in tegenstelling tot Van der Sande voorlopig wel zijn focus leggen op de baan, met het oog op de Olympische Spelen van Rio volgend jaar. “Jasper heeft mij in de loop van dit seizoen wel al eens gevraagd of we niet samen zouden kunnen rijden in Gent, maar ik heb direct aan hem gezegd dat dit geen optie was omwille van de datum. Van de organisatie zelf heb ik niets gehoord, in tegenstelling tot die van de Zesdaagse van Rotterdam. Die Zesdaagse heeft wel een betere datum, maar interesseert mij gewoon niet. Alleen Gent telt, omdat de sfeer daar altijd schitterend is en ik daar een speciale band mee heb. Normaal ga ik ieder jaar kijken met vrienden en als je er dan bent, dan pikt het wel een beetje. Daarom dat ik het jammer vind dat ik er niet kan rijden, maar het is niet anders. Hopelijk kan ik er ooit toch terugkeren.”
Nochtans: http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1673/nochtans/ :
(nochtans is standaardtaal in België. Standaardtaal in het hele taalgebied is bijvoorbeeld maar, echter, toch of niettemin)