Yana Seel (36), de Belgische aan het roer van Astana-Premier Tech
Interview WorldTour-team Astana verwelkomt in 2021 met het Canadese Premier Tech een naamgevende co-sponsor. Dat is voor het eerst sinds de oprichting van de Kazachse ploeg, vijftien jaar geleden. Verantwoordelijke daarvoor is de CEO (of managing director) van Abacanto SA, het bedrijf en de licentiehouder achter Astana. Dat is de 36-jarige Belgische Yana Seel. Wie is zij en wat is haar rol binnen de Kazachse formatie? Leer haar kennen in een uitgebreid interview met WielerFlits.
Seel werd op 17 oktober 1984 geboren in de Sovjet-Unie. Haar vader was toen militair, gestationeerd op de Baykonur Cosmodrome. Deze ruimtehaven – in wat nu Kazachstan is – is het grootste en oudste lanceerplatform ter wereld. Enkele historische feitjes: vanaf deze lanceerbasis ging de Spoetnik ooit als eerste satelliet (4 oktober 1957) de ruimte in, ging Yuri Gagarin op 12 april 1961 als eerste mens de ruimte in en ruim twee jaar later (op 16 juni 1963) volgde met Valentina Tereshkova ook de eerste vrouw. Vanaf deze plaats begon ook de Nederlandse astronaut André Kuipers in 2004 en 2011 aan zijn missie naar het ISS.
Van Kazachstan, via Moskou en Oekraïne, naar Oostkamp in Vlaanderen
Terug naar Seel. Haar Russische ouders stuurden haar op 16-jarige leeftijd naar België om te gaan studeren. “Ik heb Farmaceutische en Biomedische Laboratoriumtechnologie gedaan”, vertelt ze in vloeiend Nederlands. “Dat heeft totaal niets te maken met wielrennen. Ik heb daarna twee jaar gewerkt aan de Universiteit Gent, als researcher. Daar kwam ik erachter dat die wereld eigenlijk niets voor mij was. Ik heb toen twee andere opleidingen opgepakt: Bedrijfsmanagement en Marketing & Sales. Dat waren zware jaren, omdat ik beide studies tegelijkertijd deed. Uiteindelijk lukte het om beide diploma’s binnen vier jaar te behalen.”
Na haar opleiding werkte ze tien jaar lang in marketing- en managementfuncties, opnieuw in de farmaceutische industrie. Daarna keerde ze terug naar Kazachstan en ging als freelancer werken voor de overheid aldaar. “Ik had zodoende contact met mensen die stakeholders zijn van wielerploeg Astana, maar dat was voor totaal andere opdrachten. Op een gegeven moment vroegen ze mij om een analytisch project uit te voeren voor het team. Ik woonde in België en had een aantal kennissen in het wielrennen. Zij wilden van mij weten hoe het team functioneerde en hoe Astana omging met de budgetten. Maar ook over het algemeen management.”
We spreken dan over begin 2018. Seel nam de opdracht aan. “Na mijn onderzoek heb ik de stakeholders geadviseerd om iemand aan te stellen die niets van doen heeft met de sport, die zich enkel richt op het management van het team. Om er op die manier een businessproject van te maken. Het uiteindelijk doel was om de investeringen van de Kazachse overheid te verminderen, maar wel zonder dat de ploeg daar last van ondervindt. Met andere woorden: het budget moest hetzelfde blijven, maar Astana moest op een andere manier financiële ruimte creëren. Concreet betekende het dat er een co-sponsor bij moest.”
Een week nadat ze haar bevindingen in Kazachstan aan de stakeholders gepresenteerd had, werd ze opnieuw gebeld. Seel werd gevraagd terug te vliegen. In haar geboorteland aangekomen werd ze plots verrast: de stakeholders deden haar een aanbieding om als managing director bij de wielerploeg Astana aan het werk te gaan. Een uitdaging die de immer gedreven en intussen genaturaliseerde Belgische graag aannam. “Het betekende wel dat ik enorm veel moest bijleren. Ik wil altijd alles goed doen, maar om goed te kunnen managen moet je wel alle details van je organisatie kennen. Daar heb ik 2019 voor gebruikt.”
Powervrouw in traditionele mannenwereld
Intussen staat Seel aan de vooravond van haar derde jaar als baas van wat volgend seizoen Astana-Premier Tech is. “Ik doe het volledige dagelijkse management”, legt ze uit. “Ik doe ook de administratie en ik bepaal de strategische keuzes. We hebben daarvoor verschillende departementen: een technisch departement, een logistiek departement, een financieel departement en nu hebben we eindelijk een heel goed marketing departement, waar Sven Jonker aan het hoofd staat. Ik zit met ieder departement samen en ik maak beslissingen op basis van wat zij voorstellen. Eigenlijk doe ik dus het volledige bestuur van het Astana-team.”
Het ombouwen van de Kazachse wielerploeg was een enorme klus, lacht ze. “Het wielrennen bestaat voor 95% uit mannen, met een zeer klassieke visie. ‘Het moet zo en niet anders’. Ik moest dus eerst vertrouwen winnen bij het personeel, vooraleer ik zaken kon veranderen. Dan kom ik ook nog eens niet uit het wielrennen, ik ben een vrouw én ik ben de jongste van het managementteam. Om een voorbeeld te geven: Guiseppe Martinelli is 65 jaar oud en hij heeft heel veel ervaring. Probeer hem maar eens te overtuigen van wat goed is. In het begin was het dan ook nog zo van: ‘Ze kent niets van wielrennen’. Terwijl ik bepaalde zaken binnen het team uiteraard graag wilde verbeteren.”
“Om een goede samenwerking te vinden en wel die kennis op te doen, moest ik veel tijd investeren in een goede relatie en om hen te begrijpen”, gaat Seel verder. “Het is ook heel gevaarlijk om zaken ineens te veranderen, om mensen uit hun comfortzone te trekken en schade aan te richten. Dat was niet mijn bedoeling. Het eerste jaar ging ik dan ook overal mee naartoe. Na een jaar wist ik bijna alles. Dat heeft het personeel gewaardeerd. Natuurlijk zijn er nog altijd zaken die ik logischerwijs niet beheers. Ik kan renners voor of tijdens een wedstrijd sportief niet adviseren. Dat is ook niet mijn taak, dat ligt bij de ploegleiders.”
Uiteindelijk is het wel aan Seel te danken dat het Canadese bedrijf Premier Tech na vier jaar sponsoring besloot om een extra duit in het zakje te doen. “Met Jean Bélanger – de CEO van Premier Tech – werken we al jaren nauw samen. Er waren meerdere partijen in de running om als co-sponsor in Astana te stappen, maar de match met Jean was de beste. Het ging hem niet zozeer om het geld, hoewel dat natuurlijk ook belangrijk is. Hij wil deel uitmaken van het peloton, uit liefde voor de sport. Jean wil het team ook niet totaal veranderen, maar hij wil wel een aantal zaken verbeteren. Onze visie was kortom bijna hetzelfde”, stelt Seel.
Farmaceutische achtergrond als voordeel in coronatijd
In 2020 kwam de Belgische meteen voor een van de grootste uitdagingen uit haar loopbaan te staan. Kazachstan vaart als land voor tachtig procent op oliemarkten. Door de intrede van het coronavirus werd het land snoeihard geraakt. Het had bijgevolg ook een grote impact op de wielerploeg. “Ik weet nog goed dat Covid-19 uitbrak. Toeval of niet, met mijn farmaceutische achtergrond kon ik onmiddellijk heel goed inschatten dat we niet snel van dit virus af zouden zijn. Ik besloot al snel om het personeel dertig procent te korten op hun salaris. Astana was daarin de eerste”, vertelt de 36-jarige Seel, ook nu nog altijd vastberaden.
Het kwam haar echter wel op veel kritiek van collega’s van andere teams te staan. “Ze zeiden dan vaak: ‘Yana, dat is echt te veel. Je kunt dat niet maken’. Dat ging uiteraard wel in overeenkomst. Ik heb heel het team bij elkaar geroepen en ik heb toen gezegd: ‘We kunnen niet anders, willen we in 2021 ook nog bestaan’. We moesten het toepassen om te kunnen overleven; het was een noodregel. Achteraf hebben alle andere collega’s eenzelfde soort regeling moeten toepassen. Het is alleen wel altijd vervelend als je loon van je werknemers moet verminderen. Anderzijds kan geld nooit de hoofdmotivatie zijn om te presteren.”
Seel kan de situatie rondom corona goed inschatten, met haar farmaceutische achtergrond. We zijn er nog lang niet van verlost, denkt ze. “Het virus zal zich blijven muteren, dat kan de mensheid niet stoppen. Dat is een natuurlijk proces. Maar normaal gezien in de natuur zal het virus wel steeds meer aan kracht inboeten. Op den duur gaan we een soort symbiose vinden tussen de mens en het coronavirus. Het virus wil ook overleven en wil ons niet dood maken. Dan sterft het immers zelf ook uit. Wij gaan ons aanpassen aan het virus, maar het virus ook aan ons. Corona zal zich in de toekomst waarschijnlijk gemakkelijker verspreiden, maar wel minder virulent. Dat betekent dat wij als mensheid er minder ziek van gaan zijn.”
Negatieve corona-effecten in het wielrennen niet alleen financieel
In relatie tot het wielrennen onderschat ze corona echter allerminst. “De aanslag op onze sport is immens, omdat we ons continu verplaatsen. De artsen hadden een verschrikkelijk jaar. Maar het was wel heel belangrijk om onze renners te kunnen beschermen. Ze kunnen asymptomatisch het coronavirus hebben. Bij atleten heeft het een serieuze impact op de hartspier en op de nieren. Zodra iemand bij ons positief testte of vals-positief, heb ik de renner in kwestie meteen gebeld of gemaild om per onmiddellijke ingang te stoppen met alle trainingen totdat hij negatief testte. Gelukkig beseften ze hoe gevaarlijk het kon zijn.”
Ze hadden daarvoor namelijk een levend voorbeeld. Ploegleider Dmitri Muravyev (45) kreeg het virus. Ondanks dat hij nog altijd in uitstekende sportieve conditie verkeerde, werd hij ernstig ziek. Bovendien werd het programma van renners in de war geschopt als zij positief testten. Dat probleem zal zich ook komend jaar nog wel voordoen, verwacht Seel. “Wij hebben het afgelopen seizoen zaken gezien die kunnen mislopen. Daarnaast hebben we geanalyseerd wat wel goed ging en waar we kunnen verbeteren. Maar ik denk dat we zeker heel 2021 nog op hetzelfde niveau qua bescherming zitten. En dat is zeer lastig.”
“Corona kost ook immens veel meer qua budget, om al die PCR-testen te laten uitvoeren – zes dagen, drie dagen ervoor en dan nog eens tijdens de wedstrijd”, gaat ze verder. “We hebben voor 2021 wel álles ingecalculeerd. We weten min of meer hoeveel het ons kost om een deftige en goede bescherming te bieden aan onze renners. We hebben toestellen aangekocht die alle kamers in hotels kunnen reinigen en ontsmetten, voordat onze renners daar in een grote ronde aankomen. Er is een apart persoon die al onze kamers komt steriliseren. ’s Avonds zal dat ook gebeuren met al onze voortuigen die in koers zijn.”
Een solide basis voor de toekomst
Met het vergroten van het budget door het aantrekken van Premier Tech, gaat de uitstraling van het team ietwat veranderen. “De ploeg gaat nu over Kazachstan en Canada sámen. Maar het Kazachse onderdeel zullen we blijven behouden, dat verdwijnt niet naar het achterste plan. We mogen niet vergeten dat de Kazachse overheid gedurende vijftien jaar de hoofdsponsor was van het team. We zijn enorm blij met Premier Tech. We zijn goede partners. Tijdens meetings vinden we zeer snel en zeer gemakkelijk overeenkomsten, bijvoorbeeld bij de totstandkoming van ons nieuwe tenue. Dat werd meteen goedgekeurd.”
Seel heeft intussen een behoorlijke vinger in de pap bij Astana-Premier Tech, waar het kenmerkende Kazachstan-blauw ook in 2021 terugkeert in het nieuwe tenue. Eigenlijk runt zij heel de ploeg. “Na mijn komst in 2019 kon Alexander Vinokourov zich volledig richten op het sportieve. Dat heeft hem meer ruimte gegeven om meer tijd met de renners door te brengen. Hij doet dit samen met Dmitri Fofonov, onze Performance Manager. Vanaf 2021 hebben we ook een specialist voor het technische departement. Dat is Iván Velasco, ook een ex-renner. Zij vullen dat samen heel goed in.”
Vinokourov (die de laatste jaren zelf nog meervoudig wereldkampioen werd op de Ironman-triatlondiscipline in zijn leeftijdscategorie, red.) fietst samen met Fofonov vaak genoeg mee tijdens trainingen, om de met name jonge renners direct uit te leggen wat ze van hen verwachten. Maar wie heeft nu eigenlijk de meeste invloed binnen de ploeg? “We werken als team. Officieel sta ik als CEO boven de rest. Maar het is niet de bedoeling dat de een boven de andere staat. Ieder persoon binnen ons team – dat blijf ik herhalen – valt niet binnen een bepaalde hiërarchie. Van de buschauffeur tot de mechanieker, en van masseur tot het management: we moeten samenwerken. Ik vind dat zeer, zeer, zeer belangrijk.”
De komende jaren wil Astana-Premier Tech graag het sportieve resultaat verbeteren. Maar niet ten koste van alles. “Ik wil vooral niet dat dit team haar ziel verliest”, onderstreept Seel. “Onze Italianen en Spanjaarden hebben in Italiaanse en Spaanse teams gewerkt. Zij werken echter het liefst bij Astana, omdat het een grote familie is. Dat is iets speciaals. We hangen zo sterk aan elkaar. Ik wil die familiaire band niet kwijtraken. Je kunt een stuk professioneler zijn, met een strakke structuur en alles tot in de puntjes afgewerkt, maar je gaat dat speciale verliezen. Dat willen we absoluut voorkomen. We willen een zeer menselijk team blijven.”
Lees ook: Astana-Premier Tech wil verder met Vlasov: “Beter voor hem als hij bij ons blijft”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.