Zdenek Stybar zet deur over afscheid weer op een kier: “Ik koerste twee jaar lang op één been”
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
donderdag 14 december 2023 om 15:00

Zdenek Stybar zet deur over afscheid weer op een kier: “Ik koerste twee jaar lang op één been”

Interview Een maand geleden kondigde Zdenek Stybar op een persconferentie zijn afscheid aan. Na jaren vol blessureleed wist de 38-jarige Tsjech van Jayco-AlUla geen contract voor 2024 meer te versieren, waardoor hij geen andere uitweg zag dan zijn fiets binnenkort aan de haak te hangen. Dat is nog altijd het plan, maar Stybar houdt de deur toch op een kier. Dat vertelt hij in een uitgebreid gesprek met WielerFlits.

De ex-winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad, Strade Bianche en E3 Harelbeke vermeldde er toen wel bij dat hij nog één groot doel op de fiets koesterde: het WK veldrijden afwerken in zijn thuisstad Tábor. Daar houdt Stybar sowieso aan vast: de publiekslieveling wil zich voor de neuzen van zijn thuisfans nog één keer volledig uitleven. En zijn voorbereiding? Die begon Stybar afgelopen week in het Kempische Essen, intussen al meer dan een decennium de Vlaamse thuishaven van de Tsjech.

Zdenek, voor de allerlaatste keer crossen in ‘jouw’ Essen, voelde dat raar?
“Eigenlijk valt het nog mee. Vooral omdat het redelijk onverwachts kwam en ik me er niet op had kunnen voorbereiden. Ik denk dat ik het daarom nog niet helemaal besef. Woensdagavond belde de organisatie mij. Ik was op dat moment nog op Mallorca, en pas de nacht voor de cross kwam ik in België toe. Niet de beste voorbereiding natuurlijk.”

Heb je ervan kunnen genieten?
“Het was zò plezant (lacht). Eerlijk? Het was een shock voor het systeem, want ik had nog geen deftige crosstraining gedaan. Ik moet mijn algemene conditie nog altijd opbouwen, want na al die vervelende blessures heb ik nog een te grote achterstand. De grootste last had ik met het lopen, en daarna terug op de fiets springen. Ik mis ook nog die pure kracht. Als we wat snellere parcoursen krijgen, hoop ik dat het wat beter zal gaan. Dit was niet de gemakkelijkste cross om te beginnen.”

Stybars eerste grote triomf was in Tabor, 2010 – foto: Cor Vos

Ik neem aan dat alles momenteel in het teken staat van jouw afscheidskoers: het WK in Tábor?
“Klopt, maar de tijd tikt genadeloos weg. Mijn grote probleem: ik vrees dat ik niet genoeg tijd meer heb om de beste versie van mezelf te worden. Ik doe mijn best en natuurlijk wil ik schitteren op het WK. Maar daarvoor heb ik nog vijftig dagen. Ik werk in de eerste plaats aan volume. Het is al mijn hele carrière zo dat dit soort trainingen mijn conditie deugd doet. Maar we zetten ook in op de intensiteit.”

Je zal ook crossritme nodig hebben. Vanaf wanneer zien we je weer op regelmatige basis in het veld?
“Dat zal pas na Kerstmis gebeuren. Misschien al in Gavere, anders in Zolder. We gaan op Kerstdag elk jaar even over en weer naar de familie in Tsjechië, dus het moet praktisch wel allemaal haalbaar blijven.”

Daarnaast moet er een lichamelijke transformatie komen. Je hebt nu het lichaam van een wegrenner, niet dat van een crosser.
“Dat is zo. Uiteraard had ik lange tijd niet verwacht dat ik mijn carrière al in februari zou moeten stoppen. Ik was er dus niet op voorbereid dat ik me zou moeten omvormen tot crosser. Alles gaat opeens heel snel. Hoe graag je ook wil, het is onmogelijk om je lichaam in twee maanden volledig te transformeren. Crossen en wegwielrennen zijn twee totaal andere inspanningen.”

Heb je dat stoppen mentaal al verteerd?
“Ik heb het ergens wel geaccepteerd, ja. Het WK in Tábor is voor mij de gedroomde afscheidskoers. Daar denk ik momenteel vooral aan. Er zullen daar veel Belgische én veel Tsjechische supporters zijn, iedereen die me tijdens mijn carrière heeft gesteund. Op dat WK in 2010 is mijn carrière eigenlijk gestart. Een veel mooier afscheid kan je jezelf niet wensen. Ten minste, normaal gezien toch.”

Hoor ik daar toch nog een sprankeltje hoop?
“Misschien lukt het me toch nog om door te gaan, ja. Op dit moment heb ik wel in mijn hoofd dat ik in Tábor ga stoppen, maar – ook al is de kans heel klein – je weet maar nooit, hé.”

Waar ligt die kans voor jou?
“Dat is afhankelijk van omstandigheden waar ik geen controle over heb. Er zouden al veel puzzelstukjes in elkaar moeten vallen om mij nog even te laten doorgaan. Liefst zou ik bijvoorbeeld nog één keer alles geven tot en met Parijs-Roubaix, maar eigenlijk mag ik daar niet meer op hopen. Er waren wel mogelijkheden bij bepaalde ploegen, maar bij die teams wilde ik mijn afscheidsjaar niet doorbrengen. Misschien komt het, misschien niet.”

Stybar en Van Aert, zwoegend in Essen – foto: Cor Vos

Knaagt het dat je de laatste jaren niet meer op topniveau bent geraakt door blessures, terwijl je diep vanbinnen weet dat het er misschien wél nog inzit?
“Uiteraard is dat frustrerend. Maar het is ook niet dat ik er iets aan kan veranderen. Je kan zeggen: als, als, als. Maar als sporter ben je nu eenmaal heel afhankelijk van andere mensen. Soms hoort dat er gewoon bij. Ik ga niet met een wrang gevoel stoppen, het is gewoon zo en ik moet dat accepteren.”

Kun je je nog herinneren wanneer je voor het laatst op je allerbeste niveau was?
“Dan denk ik aan het WK in Leuven. Een zevende plaats was ook geen slechte uitslag. Daarna is de blessure aan mijn slagaders beginnen opspelen. Dat is een progressieve blessure: je krijgt dat niet van de ene dag op de andere, waardoor ik niet meteen doorhad wat er aan de hand was. Ik heb altijd superhard getraind en volledig voor mijn sport geleefd om de conditie te behalen die ik wilde. Alleen, als je slagaders zowel links als rechts gekneld zitten, dan denk je achteraf: ik was twee jaar aan het koersen op één been.”

Hoe realistisch is het dan om in Tábor op je best afscheid te nemen?
“Ik focus me er volledig op. Maar de techniek, het ritme, dat moet allemaal nog beter. De kerstperiode wordt afzien, maar die koersen gaan me wel beter maken. Anderzijds mag je ook geen wonderen verwachten. Vorig jaar zat ik ergens tussen de vijftiende en twintigste positie in het veld. Als ik nu ietsje beter ben, kan ik niet meteen hopen op de top 5. Rond positie tien finishen, zou al ongelooflijk zijn. Ik ga niet plots drie minuten sneller rijden dan in Essen.”

Vanaf 1 januari loopt je contract bij Jayco-AlUla af. In welk truitje ga je jezelf voorbereiden op Tábor?
“Daar ben ik momenteel volop mee bezig. Vanaf 1 januari moet ik mijn eigen ploeg opstarten. Daar kruipt nog veel energie in. Eigenlijk ben ik profrenner en nog manager erbij. Dat vraagt nu al even veel krachten als mijn trainingen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.