De Jungfrau regio: een ruwe parel in de Zwitserse Alpen
Het is fris als ik ’s ochtends de tent openrits. De vele bergbeklimmers die de Jungfrau regio aantrekt zijn al druk in de weer, maar vanwege de regen stel ik mijn eerste ritje nog even uit. Als ik in de middag vertrek hangen er nog een paar forse wolkendekens in het dal. Toch voel ik me onderweg als een koe die in de lente voor het eerste de stal uit mag. Vanuit Innertkirchen ga ik de Zwitserse Alpen ontdekken!
Het koude weer is een schril contrast met de volgende dag, als ik me opmaak voor een eerste lange tocht: een ronde om de Brienzersee, naar de top van de Männlichen en over de Grosse Scheidegg. De route is ruim 120 kilometer lang, waarin je 3600 hoogtemeters overbrugt. Als je een iets minder lange dag in het zadel wil maken kan je ervoor kiezen de Männlichen over te slaan en alleen de Grosse Scheidegg te bestijgen. In combinatie met de ronde om de Brienzersee is dit vanuit Meiringen nog altijd goed voor bijna 80 kilometer en ruim 1400 hoogtemeters.
De rit start rustig met een lange aanloop om het 14-kilometer lange meer van Brienz. De licht glooiende weg langs het Turquoise gekleurde meer is een heerlijke warming-up en leent zich perfect voor een paar foto’s. Het koude water voert soms een frisse lucht met zich mee maar in de blakerende zon is het nooit koud. In Interlaken drink ik nog een kop koffie, maar dan is het tijd voor het échte werk.
Een onbekende reus
De Männlichen is een klim die onder het grote publiek vrij onbekend is. Het is immers geen doorlopende pas en er is nog nooit een grote wedstrijd langsgekomen. De doodlopende weg leidt naar een luxueus skiresort met een even mooi uitkijkpunt. Voor de liefhebber van off-road fietsen kan je de officiële top van de berg bereiken door nog eens een kilometer over een grindpad te fietsen. De gondelbaan die vanuit Grindelwald naar de top loopt was ten tijde van de opening in 1978 de langste ter wereld. Tegenwoordig heeft de baan een Nederlands tintje. In 2008 werd namelijk voor ieder Nederlands goal op het Europees kampioenschap voetbal één gondel vervangen voor een oranje gondel met de naam van degene die het goal had gemaakt.
Vanuit Interlaken loopt de dan nog drukbereden weg al lichtjes omhoog. In Grindelwald barst het klimgeweld in volle glorie los: 13,5 kilometer lang loopt de weg aan een allerminst vriendelijk gemiddelde van ruim 9% omhoog. In het begin wordt de weg geflankeerd door alpenhutten en is er af en toe nog wat agrarisch verkeer op de weg. Na een paar kilometer wordt het alsmaar rustiger en kom ik enkel nog een lokale bewoner en een paar wandelaars tegen. Af en toe lijkt het alsof ik de berg voor mezelf heb.
Gestaag werk ik mij omhoog over de kronkelende weg. Er volgt een welkom stuk schaduw door een dennenbos maar ik kom steeds dichter bij de boomgrens, ik bevind me ondertussen duidelijk op hoogte. Na negen kilometer volgt een wat vlakker stuk (een kilometer aan ‘slechts’ 7%). Even kan ik me opladen en genieten van de mooie omgeving, alvorens het taaie slotepos van deze col me opwacht: de laatste 3,5 kilometer waarin de stijgingsgraad zelden onder de 11% duikt.
Door het lage zuurstofgehalte op de grote hoogte zie ik mijn snelheid steeds verder dalen. De weg leidt ondertussen door een grote open vlakte en zigzagt onder de gondelbaan door. Ik kijk even naar boven of ik de kabines Van Nistelrooij of Sneijder langs zie komen, maar er vliegen enkel generieke rode bakjes over. In de verte zie ik mijn bestemming al liggen, het hotel op de top wordt een steeds grotere stip. Tergend langzaam kruip ik de laatste kilometers naar boven maar na de laatste haarspeldbocht ben ik eindelijk boven.
Op de top is het uitzicht adembenemend. De weg kronkelt naar beneden terug naar Grindelwald, wat ondertussen ver in de achtergrond is verdwenen. Als ik goed kijk denk ik iets verderop zelfs al de weg van de Grosse Scheidegg te zien, maar mijn aandacht gaat vooral uit naar de majestueuze pieken van de Eiger, de Mönch en de Jongfrau. Gebroederlijk steken ze ver boven de rest van het gebergte in de omgeving uit.
De afdaling – over dezelfde weg – is niet voor de snelheidsduivels. De vele bochten in combinatie met her en der slecht wegdek en grind op de weg zorgen ervoor dat mijn remmen flink aan het werk worden gezet. Geen schande, want ik probeer tegelijkertijd te genieten van het uitzicht naar Grindelwald met in de achtergrond besneeuwde bergtoppen. Aan de voet vul ik mijn energievoorraad weer aan bij de lokale supermarkt, alvorens de tocht verder gaat over de Grosse Scheidegg.
Alleen in de Alpen
De Grosse Scheidegg is in tegenstelling tot de Männlichen een populaire beklimming onder wielrenners. Dat komt mede doordat het grootste deel van de klim is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, met een uitzondering voor lokale bewoners en een busdienst. Met een gemiddelde van 8% (vanuit Grindelwald) is de beklimming tevens iets vriendelijker voor de benen, al zijn de laatste kilometers wederom behoorlijk taai. Aan het begin passeer ik een klein boerderijtje maar al gauw loopt de weg door een open omgeving. Ik kom nog tweemaal een bus tegen, maar verder is het bijna onwerkelijk rustig. Ik ben alleen, met in de achtergrond het gefluit van vogels en af en toe een klingelende koebel.
Door de weinige bebossing heeft de zon vrij spel en kan het er ’s zomers erg warm worden. Goed drinken is dus een must, maar langs de weg is het meermaals mogelijk de bidons te vullen met fris bergwater. Na ruim 23 haarspeldbochten kom ik op de top aan, waar het uitzicht niet teleurstelt. Over groene alpenweiden kijk je kilometers ver het dal in, met in de verte de Männlichen. Aan de zijkant kijk je recht omhoog tegen de steile bergwand van de 3692 meter hoge Wetterhorn aan.
De afdaling naar Grindelwald is een ferme beloning. Op een paar koeien en een kudde schapen na is het nog steeds erg rustig op de weg. Snel gaat het niet door de vele bochten, maar de afdaling voelt door het goede wegdek en de verkeersluwte als een speeltuin. Met het dalen loopt de temperatuur rap weer op, maar na een paar kilometer word je ook weer beloond met de schaduw van talloze dennenbomen.
Als ik in mijn linker ooghoek een tankstation voorbij zie flitsen weet ik dat de rit erop zit. Opeens zijn we weer in de bewoonde wereld en domineert het geluid van voorbijrazende auto’s en motoren. Voldaan zit de rit na iets minder dan zes uur fietsen erop. Ik ben positief verrast door de wilde, robuuste Alpentoppen van de Jungfrau regio. Beide beklimmingen vereisen een goede conditie, maar als je daarover beschikt is deze route zeker een aanrader.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.