De nieuwe Scott Foil RC: meer dan alleen een aerofiets
foto: Markus Gerber
Jeen de Jong
zondag 3 juli 2022 om 22:00

De nieuwe Scott Foil RC: meer dan alleen een aerofiets

De ambities waren niet gering, toen Scott drie jaar geleden begon aan de ontwikkeling van de nieuwe Foil RC. De aerofiets moest comfortabeler, lichter en – vooral – sneller worden dan zijn voorgangers. Om te kijken of dat gelukt is, trok WielerFlits naar het Lago d’Iseo in Italië. Daar werd op woensdag 22 juni de derde Foil gepresenteerd en mocht de pers de bolide uitproberen.

Vooraleer we de fiets opspringen, gauw nog even terugblikken op de presentatie. Hier kregen we de Foil RC voor het eerst te zien. Alle vijf modellen van de Foil 3 (die eind 2022 op de markt komt) waren uitgestald: de Foil RC Ultimate, Foil RC Pro, Foil RC 10, Foil RC 20 en Foil RC 30. De precieze prijzen van de fietsen zullen later pas bekendgemaakt worden, maar duidelijk is al wel dat de Ultimate het duurst zal zijn, terwijl de 30 (afgemonteerd met de vernieuwde 105 Di2 groepset) waarschijnlijk het minst kost.

Ik had geluk: ik mocht de Ultimate testen.

Hoewel ik nog geen meter gereden had, beviel dat me meteen. Ik had mijn ogen namelijk al wel over de fiets laten gaan en vastgesteld dat deze er bijzonder gelikt uitziet. De dikke ZIPP-wielen (454 NSW), de elegante vormen van het frame, de matzwarte kleur daarvan, de subtiele overgangen tussen de verschillende onderdelen – tezamen resulteert het in een zeer strak design. Het enige wat me misschien een beetje stoorde, was de enigszins buitensporige carbon opvulling boven de trapas. Maar voor de rest was er weinig om me aan te ergeren. De fiets bevat geen gekke tierelantijntjes, doet niet aan poespas. En daar is niets mis mee.

Sterker nog, het is uiterst functioneel. Minder onderdelen betekent minder krachtsverlies. De nieuwe Foil is daarom behoorlijk stijf. Voor de kenners: de bracketstijfheid is vastgelegd op 60 N/mm, de balhoofdstijfheid op 92 N/mm.

Ontwikkelingsproces
Het minimalistische karakter van de Ultimate (en de Foil RC in het algemeen) levert daarnaast een aerodynamisch voordeel op, vertelde Simon Smart. Hij kan het weten. Smart is een gerenommeerd aero-expert en heeft met zijn bedrijf Drag2Zero voor diverse ontwikkelingen in de fietsindustrie gezorgd. De afgelopen drie jaar werkte hij samen met een team van specialisten aan de nieuwe Foil.

De eerste achttien maanden van de ontwikkeling bestonden vooral uit het maken van computermodellen en het doen van windtunneltests. Eerst kijken wat de digitale theorie voorschrijft, dan een praktijkcontrole met een prototype (én renner), vervolgens terug naar de computer, daarna opnieuw de windtunnel in, aansluitend… Enfin, u begrijpt het: meerdere keren hetzelfde cirkeltje, totdat de perfecte vormen gevonden waren.

Volgens Smart ligt deze wisselwerking tussen ‘computational fluid dynamic’ (CFD) en proeven in de windtunnel ten grondslag aan het succes van het project. Want een succes, dat is het, als we de ontwikkelaars mogen geloven. Scott zelf beweert dat de nieuwe Foil de snelste fiets is die het ooit gemaakt heeft.

De Foil 3 is volgens Scott de snelste fiets die het ooit maakte – foto: Markus Gerber

Gratis snelheid
Drukken ze dat ook in harde cijfers uit? Ja, zowel in wattage als in tijd. Scott stelt dat je op de Foil 3 (bij een snelheid van veertig kilometer per uur) 16 watt bespaart ten opzichte van de vorige Foil. Dat levert de eenzame fietser in veertig kilometer een tijdwinst op van één minuut en achttien seconden. Gratis en voor niets. Om dit voordeel te behalen, zijn er verschillende veranderingen aangebracht aan de fiets.

Zo is er bij de voorvork gekozen voor een dunnere kroon, waardoor de luchtstroom wordt geoptimaliseerd. Bij de staande achtervork is iets soortgelijks gedaan. Hier zie je dat de afgeplatte buizen enigszins naar binnen zijn gedraaid, wat de turbulentie bij de spaken beperkt. Op andere plekken van het frame zijn de buizen vooral iets breder geworden. Dit was mogelijk omdat de UCI-reglementen gewijzigd zijn en er meer speelruimte ontstond. Maar de makers hebben niet meteen alle nieuwe limieten opgezocht. Bredere buizen betekent namelijk ook meer gewicht en dat gewicht moest juist naar beneden gebracht worden.

De staande achtervork – foto: Scott Sports

De fiets op
Ondanks de iets bredere buizen, is dat gelukt. Het frame van de Ultimate (HMX-SL) weegt 915 gram. Dat is zonder zadelpen, maar met de lak, klemmen, klinknagels, batterijhouder en patten. Vergeleken met de vorige Foil is dit een verbetering van meer dan 100 gram. De ander modellen van de nieuwe Foil hebben overigens een iets zwaarder frame, de HMX weegt 985 gram. De SL-versie (die helemaal kaal 805 gram weegt) bevat dunner carbon en minder vezels, zonder dat dit ten koste is gegaan van de stijfheid.

Tenminste, dat beweert Scott op basis van cijfers. Maar stijfheid is uiteindelijk iets wat je ook simpelweg moet voelen. Lang had ik daar met de Ultimate niet voor nodig, nadat ik de fiets opstapte voor mijn eerste ritje. Al bij mijn eerste meters langs het Lago d’Iseo voelde ik dat het met de krachtoverbrenging wel goed zat. Elke trap was raak.

Natuurlijk is het natte vinger werk, maar ook de cijfers die Scott presenteert over de aerodynamica lijken me aardig te kloppen. De fiets voelt gewoon ontzettend snel aan. Je hoeft maar weinig kracht te leveren om toch hard vooruit te gaan. Hoewel ik het op de eerste dag rustig aan deed en vooral genoot van de uitzichten, kwam ik toch met een – voor mijn doen – meer dan fatsoenlijk gemiddelde thuis. Al zal het gebrek aan Friese wind daar wellicht ook een rol in gespeeld hebben.

In Friesland heb je trouwens geen echte tunnels, bij het Lago d’Iseo zijn ze talrijk. Bovendien zijn ze soms behoorlijk lang en donker. Niet heel fijn, als je op je fietsje rijdt en van achteren de ronkende motoren al aan hoort komen. Ik was dan ook behoorlijk blij met het geïntegreerde fietslampje in mijn Foil. Wat vooral ideaal was, is dat deze precies in de zadelpen past en je qua aerodynamica dus niets inlevert. Wel voegt het lampje (dat je los moet bestellen) veertig gram gewicht toe, maar als je gaat koersen of klimmen, kun je het vervangen door een kapje.

De Foil op de proef stellen
De dagen nadien stel ik de fiets wat serieuzer op de proef. Geen koffieritjes meer, maar sprinten, klimmen, tempoblokken en vol gas over het gravel. Laten we beginnen bij de sprint, mijn minst favoriete koersonderdeel. Zat ik vroeger in een kopgroep van vijf, dan waren er altijd vier sneller. Tegenwoordig verlies ik bij elk trainingsritje tien van de tien bordjessprint. Zou dat met een Foil onder mijn kont anders zijn?

Ik weet het niet. Het heeft waarschijnlijk vooral te maken met mijn gebrek aan explosiviteit, maar ik vond de fiets niet bijzonder snel optrekken. Ook niet traag trouwens, verre van zelfs, maar ik had er gewoon iets meer van verwacht. Op sommige fietsen schiet je als het ware weg op het moment dat je aanzet. Dat gevoel had ik hier niet. Ben je echter eenmaal op gang, dan merk je wel opnieuw de aerodynamische kracht van de Foil. Voor sprints op snelheid is deze fiets dus uitermate geschikt. Het is niet voor niets dat Sam Welsford, die ook in Italië was om Team DSM (dat vanaf de Tour de France op de Foil 3 rijdt) te vertegenwoordigen, enorm in zijn nopjes was met zijn nieuwe Ultimate. Hij heeft in zijn carrière ongetwijfeld wél wat bordjessprints gewonnen.

Sam Welsford, dit jaar derde in de Scheldeprijs, was ook aanwezig in Italië – foto: Markus Gerber

Dan maar bergop rijden. Hier verraste de Foil me in positieve zin. Het blijft een aerofiets, maar zoals gezegd is er flink aan het gewicht geknabbeld. Dat merk je. Maar ook de geometrie, die erg lijkt op die van de Addict RC (de klimfiets van Scott), maakt het klimmen gemakkelijker. Het voelt heel natuurlijk aan. Als de weg omhoog liep, leek het alsof ik op een fiets reed die hier speciaal voor gemaakt was. Kortom: met de Foil kun je je fietsmaten (en jezelf) niet alleen pijn doen in de polder, maar ook in Dolomieten, Alpen of Pyreneeën. Het is meer dan de klassiekerfiets die het beoogt te zijn.

Het verschil in geometrie tussen de Foil 2 en de Foil 3 – foto: Scott Sports

Comfort
Tot slot, het comfort. Last but not least, zou ik hier willen zeggen. Hoewel aerodynamica natuurlijk cruciaal is en ik ook wel wat een ‘weightweenie’ ben (alle kleine stickertjes van de fiets, voor een klimkoers naar de kapper, etc.), vind ik het persoonlijk minstens net zo belangrijk dat ik goed op een fiets zit. Normaal gesproken is dat bij mij namelijk nog weleens een dingetje. Vooral op een nieuw ros protesteren de spieren en pezen regelmatig. Ik vreesde vooraf een beetje dat dit bij de Foil ook het geval zou zijn.

De echte zadelpen blijft over als je het kapje of lampje verwijdert – foto: Scott Sports

Maar dat viel reuze mee. Eerlijk gezegd, ben ik nog nooit zo gemakkelijk weggereden op een nieuwe fiets. Het voelde gelijk vertrouwd, het voelde gelijk als mijn fiets. Maar helaas, dat was niet daadwerkelijk het geval. Na vier dagen en vijf ritjes moest ik hem weer inleveren. Op dat moment had ik geen last van mijn knieën, bilspier of onderrug – een klein wonder. Bij Scott zelf hadden ze dit vermoedelijk wel voorzien, want ze stellen dat de Foil 3 tien procent comfortabeler is dan de Foil 2. Dat komt onder andere door een innovatieve zadelpen, die op het oog dik en stevig lijkt, maar in werkelijkheid dun en een beetje buigzaam is. Hierdoor heb je iets meer demping als je door een gat of (zoals ik bij momenten deed) over gravel rijdt.

De Foil is dus met vlag en wimpel geslaagd voor de comforttest, nadat hij ook al goed scoorde op gewicht en aerodynamica. We kunnen daarmee concluderen dat alle doelen van Scott behaald zijn. Maar of dat betekent dat ik overweeg om de fiets zelf aan te schaffen? Dat hangt nog even van het prijskaartje af.

‘Mijn’ Foil – foto: Jeen de Jong

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.