Boom en Terpstra over Van der Poel: “Dit weer nodigt uit tot vroege aanval in Parijs-Roubaix”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zondag 7 april 2024 om 07:45

Boom en Terpstra over Van der Poel: “Dit weer nodigt uit tot vroege aanval in Parijs-Roubaix”

Interview Mathieu van der Poel is zondag de huizenhoge topfavoriet om voor het tweede opeenvolgende jaar Parijs-Roubaix te winnen. Geen gemakkelijke opgave. Er lijken meer concurrenten te zijn dan de laatste wedstrijden en bovendien is er opnieuw regen voorspeld. Dat geeft een extra dimensie aan de Helleklassieker. En dat betekent dat de fans beter vroeg inschakelen zondag, voorspellen Lars Boom en Niki Terpstra bij WielerFlits. “Door het weer zal de schifting nu veel eerder plaatsvinden”, zegt de laatstgenoemde. 

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Beide Nederlanders behoeven geen uitleg. Terpstra won tien jaar geleden Parijs-Roubaix en bezorgde Nederland daarmee de eerste monumentale zege sinds Servais Knaven in 2001 ook de Helleklassieker won. Daarvoor moeten we terug naar de overwinning van Adrie van der Poel in Luik-Bastenaken-Luik 1988. Om maar aan te geven hoe bijzonder de huidige generatie Nederlandse wielrenners is, want na die zege van Terpstra in 2014 werden liefst negen monumenten gewonnen door Nederlanders. Lars Boom was er daar niet een van, maar hij won eveneens tien jaar geleden de doordrenkte kasseienrit in de Tour de France van dat jaar.

Laten we beginnen met het hot topic van deze week: de chicane die voor het Bos van Wallers is gelegd. Op de manier hoe deze nu – al dan niet noodgedwongen – is neergelegd, is dat niet juist vragen om problemen en misschien wel koersmanipulatie?

Boom: “Voor mij haalt dat wel de charme een beetje weg uit het Bos. Je vliegt daar inderdaad hard in, waarbij positionering best wel belangrijk is. Maar zijn er nu bij het opknallen van die strook jaarlijks grote valpartijen? Meestal gebeurt dat pas later op de strook. Bovendien staat de techniek niet stil. Ze rijden met steeds dikkere banden, komend wekkend misschien wel met 32 millimeter. De ballon om de klap op te vallen is steeds groter, helemaal omdat bijna iedereen tegenwoordig met inserts rijdt. Dat is een soort foam in de band, dat lek rijden tegengaat.

Boom soleerde naar winst in Arenberg in de Tour van 2014 – foto: Cor Cos

Ik vind het een te grote verandering voor deze koers. En bovendien: als het nu ook maar een beetje verkeerd gaat, heb je in die chicane gewoon een massale valpartij voor die bocht naar rechts. Dan ligt heel de weg vol en moet je wachten. Normaal was dat er niet, want je dook rechtdoor het bos in. Ik moet wel zeggen dat ik het jammer vind, omdat ik nooit zo bang was om het bos in te duiken. Anderzijds snap ik het ook wel weer een klein beetje.”

Terpstra: “Het klopt wel dat die chicane voor een fuik gaat zorgen, waardoor er misschien maar vijftien of twintig renners het Bos in duiken. Maar ik vind dat geen koersmanipulatie, dat vind ik een verkeerde uitdrukking daarvoor. Alleen is dit wel beter dan dat er op plek vijftien een valpartij is en je daarachter zit. Ik hoop dat ze goed door die chicane komen. Ik had daar namelijk andere ideeën bij. Ik zou het niet zo aangelegd hebben. Maar men gaf aan dat dit een noodoplossing is.

Het meest waarschijnlijke wat we in de toekomst gaan zien, is dat ze langs het mijnmuseum rijden daar. Dan kun je met een rechts-links bocht gewoon het Bos indraaien. Maar goed, een organisatie als de ASO had ook twee rotsblokken aan de kant kunnen zetten en daar twee meter asfalt kunnen neerleggen. Want dat is wat nu het issue is. Dat is jammer, maar ik ben wel 100% voor een snelheidsremming voor het Bos. En wat ze nu gedaan hebben is beter dan niets doen.”

Met de natte ondergrond en een voorlopig voorspelde zuidwesten wind zondag, heb je rugwind vanaf Mons-en-Pévèle tot de strook voor Carrefour de l’Arbre. Moedigt dat een aanval op Mons-en-Pévèle aan?

Boom: “Ik denk wel dat daar een groep vooruit komt te zitten. Met rugwind haal je in die fase van de wedstrijd een hoge snelheid, waardoor je er niet makkelijk naartoe kunt rijden. Bovendien staat de wind de rest van de dag op de kant en omdat de stroken nat liggen, kun je niet in de goot rijden. Ik verwacht daarom al in een vroeg stadium kleinere groepjes in koers. Ik hoop dat we vroeg de tv aan moeten zetten.”

Niki Terpstra wint Parijs-Roubaix 2014

Een eerste monumentale overwinning in Roubaix, 2014 – foto: Cor Vos

Terpstra: “Het is altijd lekker als je wind mee hebt als je aanvalt. En vanwege de zijwind, krijg je ook mooie taferelen op de stroken. Daar rijd je toch vaak in een lint. Je moet daar heel erg opletten. Als er net eentje voor je zit die iets minder is, gaan er op zeker gaten vallen. Dat maakt het voordelig om door te trekken voor mensen die zich goed voelen, of zelfs voor een hele ploeg. Vanaf Mons-en-Pévèle is het sowieso vol gas. Met die regen er ook bij, dat is smullen geblazen.”

Mathieu van der Poel is de absolute topfavoriet. Wint in Roubaix altijd de sterkste?

Boom: “Nee, want dat komt omdat je ook geluk nodig hebt. Niet lekrijden en kunnen profiteren van je ploeggenoten op belangrijke momenten. Als je Mathieu nu zo rond ziet fietsen de laatste weken, dan zie ik hem zondag zeker wel winnen. Het gaat in de eerste plaats om positionering. Dat je de eerste stroken heel blijft en dat je van daar uit verder kan werken aan het plan dat je met de ploeg gemaakt hebt. En Mathieu heeft het voordeel dat er maar weinig renners zijn die zo goed met een fiets kunnen sturen zoals hij dat kan. “

Terpstra: “Vaak wel, ja. De geschiedenis heeft ook wel uitgewezen dat er solo’s van vijftig kilometer zijn geweest, net als sprints van een groepje. Dus het kan alle kanten op. Maar ik verwacht wel dat Mathieu het heel lastig gaat krijgen om de goeie mannen ergens los te rijden. En dat er daarom bommen worden gedropt op Carrefour de l’Arbre. Zeker op het einde van die strook. Dat gaat een cruciaal punt in de koers zijn, want daarna is het niet makkelijk om nog weg te komen.”

De tweede favoriet voor de wedstrijd huist misschien wel in zijn eigen ploeg. Hoe ga je daar als Mathieu zijnde mee om?

Boom: “Dat het een fijne wetenschap is. Je weet dan altijd dat je nog een ploeggenoot achter de hand hebt die kan winnen en met Philipsen is dat gewoon nog een aas. In principe hoef je dan voorin ook niets te doen, maar dat is niet des Mathieu’s. Met wie hij ook op pad is, hij rijdt in de regel toch wel mee. Wat ik ook wel begrijp met zijn kwaliteiten. Maar dat Philipsen als grootste concurrent in zijn eigen ploeg zit? Ik zou dat veel eerder als voordeel zien dan een nadeel.”

Goudhaantjes Philipsen (links) en MVDP – foto: Cor Vos

Terpstra: “Dat is gewoon heel lekker, om met goeie pionnen in de finale te kunnen spelen. Het is wel vervelend als je geen goede benen meer hebt, want dan ben je al snel aan de beurt. Maar normaal zou Alpecin-Deceuninck het spel heel goed kunnen spelen. Zeker in Parijs-Roubaix is het heel fijn als je een sterke ploeg om je heen hebt. En daar komt bij dat ze vorig jaar bewezen hebben dat ze het ook goed kunnen uitspelen, plus dat ze de voorbije weken in meerdere klassiekers hebben laten zien dat ze elkaar de zege kennen en daarvan zelf kunnen profiteren.”

Zijn jullie het eens met de stelling dat de mannen die de laatste weken enigszins vorm hebben getoond onder de outsiders, juist nu de wedstrijd vinden die het best bij hun past? Denk aan Mads Pedersen, Jonathan Milan, Josh Tarling, Stefan Küng. Is de concurrentie hier groter dan die in de Ronde van Vlaanderen was?

Boom: “Ja. De wedstrijden in Vlaanderen zijn veel zwaarder vanwege de hoogtemeters. In Roubaix gaat het zeker in de beginfase best wel op en af, maar dat zijn geen klimmen. Deze wedstrijd loopt helemaal anders, waardoor een aantal van die jongens erg makkelijk in koers kunnen komen. Zelf zie ik Pedersen heel ver komen, net als Küng.”

Terpstra: “Zet daar ook maar Laurenz Rex bij. Die was in Vlaanderen al goed, maar dit ligt hem veel beter. Net als de andere renners die je net noemt. Hoewel Tarling jong is, liet hij in de Ronde van Vlaanderen zien dat hij de lengte en uitputting goed aan kan. Die jongen kan vreselijk hard rijden op het vlakken, dus die kan wel eens hoge ogen gooien. Alexander Kristoff mag je nooit afschrijven en John Degenkolb reed vorig jaar een verschrikkelijk slimme wedstrijd. Onze favoriet is echter Cees Bol. Die rijdt echt goed de laatste weken, alleen een uitslag ontbreekt nog. Cees kan zich heel goed plaatsen en dat is in Parijs-Roubaix superbelangrijk. Al vanaf strook een.”

En wie wint er?

Boom: Mathieu van der Poel.”

Terpstra: Jasper Philipsen.”


Later hieronder naar de WielerFlits Podcast!

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.