Interview Fleur Moors is terug. De jonge Belgische reed afgelopen weekend in Dublin haar eerste cross van het seizoen nadat ze aan de kant stond door een blessure aan haar ribben en nier. Bij haar nieuwe team Baloise Trek Lions hoopt ze er nog een mooi seizoen van te maken. “Op het BK en WK wil ik pieken”, vertelde ze voor de start van het seizoen aan WielerFlits.

De cross in Dublin, waar Moors – als eerstejaars belofte tussen de elite vrouwen – 22ste werd, was haar eerste wedstrijd in het tenue van Baloise Trek Lions. Afgelopen zomer koos de Limburgse voor de ploeg van Sven Nys en verliet ze Pauwels Sauzen-Bingoal. Die keuze had alles te maken met het feit dat ze nu ook op de weg, bij Lidl-Trek, een mooi programma kan rijden. “De overstap is er gekomen nadat Sven ons zelf gecontacteerd heeft. Daarna hebben we samengezeten en was er meteen een klik.”

Goed gevoel bij Baloise Trek
“Mijn keuze was eigenlijk snel gemaakt. Bij Baloise Trek Lions staan ze ook echt achter de keuze om de weg en het veld te blijven combineren, dat sprak mij aan. Ik had normaal nog een contract tot januari bij Pauwels Sauzen-Bingoal, maar ik heb midden augustus de overstap al gemaakt. Zo kon ik onder meer het veldritseizoen meteen voorbereiden bij mijn nieuwe ploeg. Natuurlijk vonden ze het niet zo fijn bij mijn oude team dat ik de ploeg ging verlaten, maar uiteindelijk is alles goed verlopen. Daar ben ik blij mee.”

“Met Fem (Van Empel, red.) hebben ze eigenlijk hetzelfde meegemaakt. Zij had ook nood aan een groter programma op de weg. Dus ik denk dat ze wel begrip voor mijn keuze hebben”, legde de 18-jarige Moors de vinger op de wonde. “Bij Baloise Trek Lions ben ik onmiddellijk goed ontvangen. Het is een heel familiaire ploeg en dat ligt me wel. Ik kende nog niet veel renners in de ploeg, maar iedereen is heel vriendelijk tegen mij.”

Moors werd eind september nog Europees kampioene bij de junioren – foto: Cor Vos

Pieken op BK en WK
Als eerstejaars belofte zal Moors het seizoen rustig aanpakken. Niet te veel crossen en weinig druk. “Ik zal ook veel wedstrijden bij de elite moeten rijden. Maar dat vind ik eigenlijk wel leuk. Dat zijn wedstrijden waar ik dan zonder druk aan de start kan staan. Je weet toch dat je daar geen podium kan rijden. Of ik dan tiende, vijftiende of twintigste word, maakt me niet veel uit. Het gaat vooral om hoe ik me voelde en of ik beter word.”

“Er zijn wel een aantal wedstrijden waar ik goed wil zijn. Het Belgisch kampioenschap voor beloften bijvoorbeeld. Daar doen zeker sterke rensters aan mee, maar het is wel een groot verschil met de andere koersen. Dat zijn dus wel crossen waar ik naartoe wil pieken en het beste uit wil halen. Hetzelfde geldt voor het wereldkampioenschap, daar wil ik ook echt goed zijn.”