Hoe zwaar was de Babadag nu écht? “Als een Vlaamse helling, maar dan 18 kilometer lang”
Xandro Meurisse - foto: Cor Vos
woensdag 11 oktober 2023 om 08:45

Hoe zwaar was de Babadag nu écht? “Als een Vlaamse helling, maar dan 18 kilometer lang”

Interview De zwaarste beklimming ooit in een UCI-wegwedstrijd: zo werd de Babadag vooraf omgeschreven. De monsterklim was dinsdag de scherprechter in de derde rit van de Tour of Türkiye, en maakte de hoge verwachtingen meer dan waar. Winnaar Alexey Lutsenko legde de 18,3 (!) kilometer, met een gemiddelde stijging van 10,4 %, af in een tijd van 1 uur, 13 minuten en 15 seconden. De renners konden weliswaar genieten van een idyllisch uitzicht, maar de eerste Babadag-klim ooit in koers zorgde toch vooral voor veel afzien: “Was dit nu écht nodig?”

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

“Ik hoop niet dat ik ooit nog zo’n monster moet overwinnen”, lacht Kenneth Van Rooy (Bingoal WB) na afloop bij WielerFlits. De 30-jarige Kempenaar reed de beklimming op in de achterhoede, waar het allicht nog veel meer afzien was dan voor Lutsenko. “Het was de bordjes echt aftellen. Je ziet dat je halverwege de klim 8 kilometer per uur rijdt. Maar op dat moment weet je ook: ai, ik moet toch wat proberen te versnellen, want anders is het nog een uur klimmen (lacht). Het was vechten om boven te geraken. Je kan dus niet zeggen: ik rust wat uit en trap 200 watt, want dan bol je gewoon achteruit.”

Wie de uitslag erop naslaat, merkt dat er van een grupetto geen sprake was. Iedere renner was in gevecht met zichzelf om binnen te komen. “Als ik al een renner tegenkwam, probeerde ik het nog ludiek te maken. Maar eigenlijk was het dat niet. Eerst en vooral was er het wegdek, dat in het begin nog uit asfalt bestond, maar daarna met klinkers was betegeld. Dat bolt voor geen meter. En dan heb je het stijgingspercentage, dat super hoog ligt, maar ook nog eens kilometers lang wordt aangehouden. Vergelijk het met een Vlaamse helling, maar dan 18 kilometer lang. Normaal rijd ik met een versnelling van 42-55, nu ging het voorin tot 36 tanden en achteraan tot 30. Gelukkig maar!”

Xandro Meurisse (Alpecin-Deceuninck) draaide voorin goed mee, en kwam uiteindelijk als negende over de finishlijn. Ook hij was onder de indruk. “Op voorhand gebruik je een tool als Veloviewer, en de eerste dingen die je ziet zijn dan nogal verontrustend. Je ziet wat gravel, hoge percentages en verder vind je niet zo veel terug. Dat wakkerde dat mythische gevoel al wat aan, en via de pers werd het de laatste dagen ook echt een thema in het peloton. Maar het was écht het zwaarste wat ik ooit heb gedaan. Ik heb al de Tour en de Vuelta gereden, maar ik heb nog nooit zo lang aan zo’n steile percentages geklommen.”

“Ik kon het tempo van BORA-hansgrohe goed volgen, maar toen Domen Novak versnelde, heb ik bewust voor eigen tempo gekozen. Van indelen was geen sprake, als je zo aan het afzien bent. Ik heb toch enkele renners gezien die nog even hebben proberen aanhaken, maar daarna compleet stil stonden. Dan is het nog een heel lange weg naar boven.”

De Babadag leverde wel mooie plaatjes op – foto: Cor Vos

Onnodig
Een logische vraag die nu volgt: moet dit nog aan het einde van het seizoen? “Ik weet niet of het jullie ook is opgevallen, maar de laatste twee jaar wil elke organisator zó graag het zwaarste parcours hebben. Ze gaan op zoek naar extremen om hun koers nog zwaarder te maken en ermee te pochen. Ikzelf was nog vragende partij om te rijden, maar wat met renners die al aan het uitbollen zijn? Uiteindelijk snijden ze misschien in hun eigen vel, want veel topsprinters hadden schrik om te komen, terwijl het vroeger krioelde van de snelle mannen. Ze willen allicht een andere richting uit met de koers, maar veel klimmers krijg je hier toch nooit, zo vlak na het Italiaans blok.”

Van Rooy beaamt: “Als je hier een klim van acht kilometer legt, krijg je exact dezelfde winnaar en zeker even veel spektakel. Voor mij hoefde het ook niet, maar ik wil wel zeggen dat de organisatie haar best heeft gedaan. Alles was voorzien op de top. We zijn vlot met de kabelliften naar beneden gekomen. En de tijdslimiet is na overleg met de ploegleiders van 12 naar 25 % verlegd. Ze hebben heel wat goodwill getoond naar de renners, maar moeten zich toch afvragen of dit nu echt nodig is.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.