Mathieu van der Poel voelt zich sterker dan ooit: “De power output in de finale, kon ik voorheen niet leveren”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
maandag 10 april 2023 om 19:50

Mathieu van der Poel voelt zich sterker dan ooit: “De power output in de finale, kon ik voorheen niet leveren”

Interview Met zijn zege in Parijs-Roubaix 2023 schrijft Mathieu van der Poel wielergeschiedenis. De 28-jarige renner van Alpecin-Elegant is slechts de tweede renner in de historie die in hetzelfde jaar Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix solo wint. Alleen Cyrille Van Haewaert deed dat ooit eerder in vervlogen tijden (1908). MVDP nestelt zich bovendien naast Jan Raas en Hennie Kuiper, de enige Nederlanders die ook vier monumenten wonnen. “Dit zijn mijn wedstrijden, dat is waarom ik daar goed in ben”, vertelt Mathieu van der Poel na de Hel van het Noorden.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Na talloze video-interviews, de huldiging, nog miljoenmiljard video-interviews en de dopingcontrole, beantwoordde Mathieu van der Poel nog maar eens een spervuur aan vragen in het Stab Vélodrome, de nieuwe overdekte wielerbaan in Roubaix. Daar was de perszaal en in het midden daarvan belegde de winnaar zoals gebruikelijk nog een persconferentie voor schrijvende media. In een elf en een halve minuut durend vragenvuur ging hij geen onderwerp uit de weg. WielerFlits bundelt de belangrijkste daarvan.

Vertel eens over de eerste uren, want je koerste constant van voren mee.
“Ik heb mijn lesje van vorig jaar (toen hij in Roubaix ook op achterstand geraakte, red.) en vorige week wel geleerd. Zondag was het opnieuw erg raar. Er was geen vroege vlucht. We koersten als junioren van start tot finish. Dat was echt gekkenwerk. Maar ik houd ervan. De laatste jaren gaan we all out van start tot finish. Voor mij is dat niet slecht, eigenlijk. Hoe harder de koers, des te beter dat voor mij in de finale is. Zeker in een wedstrijd als Parijs-Roubaix, waar het lastig is om het verschil te maken. Als je ziet welke namen er in de kopgroep zitten, die kun je niet zo maar los rijden. Ik heb met een paar aanvallen geprobeerd om de finale harder te maken, maar ik kon niemand lossen. Op het einde lukte het met wat geluk dan toch, met name door mijn goede benen. Dit was ook de snelste editie ooit, echt fantastisch.”

Hoe veel risico’s heb jij onderweg genomen, want soms leek het erop of je een bocht niet kon houden? Ben je over je limiet gegaan of bang geweest te vallen?
“Nee. Om eerlijk te zijn, ben ik altijd in controle geweest. Als ik alles in eigen handen heb, ben ik niet snel bang. Dat is meer het geval als je in het peloton rijdt en je niet weet wat de renners om je heen doen. Het is niet dat je dan met angst rondrijdt, maar je hebt niet alles zelf onder controle. Als ik alleen of in een kleine groep rijd, kan ik mijn eigen ding doen.”

Wat gebeurde daar nu met John Degenkolb (die viel na een botsing met Van der Poel en Philipsen, red.)?
“Dat weet ik niet, want ik heb de beelden nog niet gezien. Ik weet niet of het mijn fout was, of niet. Of dat hij een toeschouwer raakte of in een gat reed. Ik weet het niet. Als het wel mijn fout was, dan bied ik graag mijn excuses aan. Het was op zeker niet met opzet. Het was een koerssituatie. Ik ben blij dat ik een val kon voorkomen.”

Ondanks je vele aanvallen, bleef Wout van Aert die beantwoorden. In hoeverre werd je daar wanhopig van?
“Nee, want ik voelde me echt sterk. Wout zat ook alleen in de kopgroep en ik weet niet waarom, maar hij reed niet echt mee. Toen ik op het einde aanviel, counterde hij. Dat is normaal, natuurlijk. Ik denk dat er eerder in de koers al een moment was dat we samen hadden kunnen wegrijden. Uiteindelijk denk ik dat hij een sterke wedstrijd reed. Als hij niet lek rijdt, beeld ik me in dat we samen naar het Vélodrome rijden in Roubaix. Ik heb enkel geprobeerd er een mooie, harde koers van te maken. Ik ben gewoon blij met deze overwinning.”

Ga je erin mee dat een lekke band de uitkomst van deze wedstrijd heeft beslist?
“Het was op zeker een beslissend moment. Het is echt ongelukkig voor Wout van Aert. De koers was compleet anders geweest. Zoals ik voor de wedstrijd al heb gezegd: je hebt niet alleen goede benen nodig, maar ook een beetje geluk. Ik had beide. Maar de koers was op zeker anders geweest als hij niet lek reed op Carrefour de l’Arbre.”

Mens, machine, Mathieu – foto: Cor Vos

Je zag er sterk uit. Hoe is dat gevoel, dat je beslissend kunt zijn waar je maar wilt? Je seizoensopbouw lijkt ook anders: minder koersen, meer piekmomenten. Wat kun je over die benadering vertellen in vergelijking met andere jaren?
“Ja, die benadering is anders. Ik heb zelf gevraagd om minder koersen te rijden, zodat ik 100% kan zijn in de wedstrijden die ik wel rijd. Dat is ook een beetje het moderne wielrennen, denk ik. Dit is zonder twijfel mijn beste klassieke voorjaar. Ook in de Ronde van Vlaanderen, ik voelde me die dag ongelooflijk sterk. Achter Tadej Pogačar kon ik ook alleen naar de streep toe rijden. Zondag voelde ik me opnieuw zo. De power output die ik kon leveren in de laatste vijftien kilometer, is iets waartoe ik in het verleden niet in staat was. Ik ben absoluut sterker dan in de afgelopen seizoenen.”

Alleen door minder te koersen, of ook door een andere benadering?
“Ook door die benadering. Omdat je minder koerst, is die benadering natuurlijk anders. Ik heb mijn trainingen een beetje aangepast en daar voel ik me goed bij.”

Ben je verrast door de prestaties van Jasper Philipsen?
“Toch wel een beetje. Ik weet dat het een goede renner is. Het is een van de weinige jongens in onze ploeg die echt van kasseien houdt. Dat zegt veel. Maar zijn niveau van zondag, dat had ik niet meteen verwacht om eerlijk te zijn.”

In hoeverre is dit een overwinning van het hele team Alpecin-Deceuninck?
“Wellicht niet het gehele voorjaar, maar ik denk wel dat we tijdens Parijs-Roubaix de sterkste ploeg waren. Het is echt ongelooflijk wat iedereen zondag heeft gedaan. We zaten met drie in de kopgroep (naast Philipsen ook nog Gianni Vermeersch, red.). Dat was echt indrukwekkend. Of ik wel eens terug denk aan de kleine ploeg die we een paar jaar terug waren? Voor mij is het nooit moeilijk geweest om in dit project te geloven. Uiteraard hadden we het wel eens beter kunnen doen. Maar zondag hebben we getoond hoe sterk we zijn. De weg is al heel mooi geweest en hopelijk kunnen we in de toekomst nog mooie resultaten blijven neerzetten.”

foto: Cor Vos

Hoe snel is het gegaan, van een klein team naar eerste en tweede in Parijs-Roubaix?
“Dat had ik nooit gedacht. Het is plots heel snel gegaan. We moeten dit vieren en ons beseffen dat dit misschien nooit meer gaat gebeuren. We moeten hier echt van genieten en dit vieren.”

In hoeverre is de gefrustreerde afloop van het WK in Australië een inspiratie geweest, nu dit seizoen zo wonderlijk verloopt?
“Niet echt, maar het is absoluut een moeilijke periode geweest. Ik was klaar voor het wereldkampioenschap. Maar ik denk dat dit voorjaar vooral komt door het vertrouwen dat mijn rugproblemen een stuk minder zijn dan ze waren. Ik heb terug opnieuw meer plezier op de fiets, zonder pijn. Dat is het grootste verschil.”

Van welk moment heb je nu het meest genoten in de koers?
“Het Bos van Wallers was dit jaar best gemakkelijk, omdat we al met een kleine groep vooruit waren. Maar het mooiste is zonder meer als je alleen rijdt in de laatste kilometer en je alles laat inzinken. Dat was echt bijzonder.”

Na Cyrille Van Haewaert, Seán Kelly en John Degenkolb ben je slechts de vierde renner in de historie die Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix in hetzelfde jaar wint, en je komt op gelijke hoogte met Jan Raas en Hennie Kuiper als het gaat om Nederlandse winnaars van monumenten. Houd jij van geschiedenis schrijven?
“Daar denk ik eerlijk gezegd niet echt aan. Ik denk dat ik gewoon goed ben in eendagskoersen, met de monumenten in het bijzonder. Daar probeer ik me op te focussen. Dit zijn echt mijn koersen en daarom denk ik dat ik daar zo goed in ben.”

Ter check: dit is je laatste koers dit voorjaar toch? En daarna?
“Ja. Normaal doe ik een hoogtestage, de Ronde van Zwitserland en dan de Tour de France.”

foto: Cor Vos



RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.