Rapportcijfers 2021: Deceuninck-Quick-Step
Evenepoel na zijn monstersolo in de Druivenkoers - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
vrijdag 3 december 2021 om 13:00

Rapportcijfers 2021: Deceuninck-Quick-Step

Nu het wielerseizoen 2021 er definitief op zit, kunnen we de balans opmaken. In een nieuwe rubriek legt WielerFlitsde WorldTour-teams langs de meetlat, van het laagste geklasseerde team op de UCI Ranking naar het hoogste. Vandag alweer de laatste ploeg van deze rubriek: Deceuninck-Quick-Step.

Doelen 2021
Bij monde van ploegbaas Patrick Lefevere werd er aangekondigd dat zijn ploeg in 2021 opnieuw zo veel mogelijk zeges moest behalen. In het gemankeerde coronaseizoen 2020 waren dat er 43, en volgens de flamboyante Belg waren dat zowel kwalitatief als kwantitatief veel zeges. Daarnaast werden er overwinningen in de klassiekers en monumenten verwacht en dat was ook het uitgangspunt in de Tour de France.

Voor de Giro was aan het begin van het seizoen geen concreet plan, omdat niet duidelijk was in hoeverre Remco Evenepoel zou herstellen van zijn schaambeenbreuk. Daarom pakten we het persbericht er voor de Giro bij: João Almeida wilde voor een goed klassement gaan en Remco Evenepoel wilde het goede gevoel terugkrijgen. In de Vuelta a España wilde de ploeg kijken of Fabio Jakobsen in staat zou zijn om weer een etappe te winnen.

Klassiekers: 9
Voor geen enkele andere ploeg ter wereld zijn de klassiekers belangrijker: al jaar en dag zitten de Vlaamse wedstrijden in het DNA van Deceuninck-Quick-Step gevlochten. De klassiekercampagne werd dit jaar ook meteen goed afgetrapt door Davide Ballerini, die in een sprint met een omvangrijke groep Omloop Het Nieuwsblad op zijn palmares zette. Een week later voegde Julian Alaphilippe er bijna een tweede zege aan toe, maar de krachtexploot van Mathieu van der Poel was hem te machtig in Strade Bianche. In Milaan-San Remo, twee weken later, speelde de Franse oud-winnaar in de eindsprint geen rol.

In de E3 Saxo Bank Classic was het vervolgens wel weer raak. Deens kampioen Kasper Asgreen buitte daar het numerieke overtal van The Wolfpack in de finale uit. In Gent-Wevelgem ontbrak dat collectief juist: een unicum voltrok zich namelijk, want bijna de gehele ploeg miste al vroeg tijdens de koers de beslissende waaier. Alleen sprinter Sam Bennett zat mij, maar hij moest in de slotfase al brakend de rol lossen. Yves Lampaert (veertiende) was uiteindelijk de beste in de uitslag, net als in Dwars Door Vlaanderen (vierde). In de Ronde van Vlaanderen eindigde hij dan weer als zeventiende.

Dat deerde echter niet, want de blauwhemden zetten die koers naar hun hand met een andere renner. Asgreen bleek namelijk de sterkste, door in een sprint met twee de maat te nemen van Van der Poel. Ook Alaphilippe had in die koers zijn rol, maar hij kwam vooral tot scoren in de Ardennenklassiekers. Andermaal won de springveer de Waalse Pijl en ook – opnieuw – werd hij tweede in Luik-Bastenaken-Luik, terwijl hij in de Amstel Gold Race genoegen moest nemen met plek zes. In het najaar deed Fausto Masnada mee om de zege in de Il Lombardia, maar hij was in een sprint-à-deux niet opgewassen tegen Tadej Pogačar.

Een week daarvoor moest Lampaert dan weer genoegen nemen met plek vijf in Parijs-Roubaix. In het stuk kwamen de renners van Deceuninck-Quick-Step niet voor, al nam de Belg na afloop geen blad in de mond. Lampaert vond zichzelf de beste in koers. Met twee klassieke zeges, een monument en daarnaast nog eens drie tweede plaatsen (waarvan twee in een monument), heeft de ploeg-Lefevere het opnieuw ontzettend goed gedaan in de klassiekers. Dat verdient daarom een negen.

Grote rondes: 9
De Giro d’Italia 2021 betekende voor Remco Evenepoel een rentree in het peloton, negen maanden na zijn verschrikkelijke tuimelperte in de Ronde van Lombardije 2020. De jonge Belg startte va-banque, leek na zes dagen zelfs in de roze leiderstrui te komen, maar hij zakte aan het begin van de derde week weg uit het klassement. Na zeventien etappes gaf hij op. João Almeida moest daarvoor misschien net iets te veel met de rem erop rijden, want de Portugees kwam juist daarná op stoom. In de laatste dagen van de Vuelta werd hij nog twee keer tweede en een keer vijfde. Hij klom in de laatste week van plek dertien naar zes.

Vlak voor de Tour de France kreeg de Belgische ploeg af te rekenen met het niet kunnen deelnemen van Sam Bennett, die door een knieblessure niet op tijd fit was. De Ier was een jaar eerder nog meervoudig ritwinnaar en hij won toen het puntenklassement. Oudgediende Mark Cavendish werd vervolgens naar voren geschoven als kopman. Een gok, want de 36-jarige Brit reed voor de Ronde van Frankrijk geen enkele WorldTour-koers en wist op een lager niveau ook niet meteen te overtuigen. Het bleek een schot in de roos. The Manx Missile won niet minder dan vier keer en evenaarde daarmee het stokoude zegerecord van Eddy Merckx.

’s Werelds beste renner aller tijden stopte zijn zegekar op 34 overwinningen en de Brit voltooide zijn jarenlange – en tevergeefs geachte – jacht deze zomer. En passant nam Cav ook het puntenklassement nog mee naar huis. Wie dat voorafgaand aan de Tour had voorspeld, was voor gek verklaard. Julian Alaphilippe had op de openingsdag overigens ook nog zijn kwaliteiten tentoongespreid, met een ritzege en de gele trui als beloning. Kortom: de Tour de France was voor Deceuninck-Quick-Step een daverend succes. Van hetzelfde laken een pak in de Vuelta a España. Daar mocht Fabio Jakobsen proberen te zegevieren.

Dat lukte de Nederlander, en hoe! De sprinter pakte niet minder dan drie ritoverwinningen en nam aan het eind van de drie weken in Spanje ook het puntenklassement mee naar huis. En dan te bedenken dat hij ruim een jaar daarvoor op een Poolse finishstraat nog lag te vechten voor zijn leven. Een ongekende comeback op het hoogste niveau en daarbij wist zijn lead-out Florian Sénéchal ook zelf nog eens een rit te winnen. Na een degelijke Giro, scoorde de ploeg dus een nagenoeg perfecte score in de Tour en de Vuelta. Ambities waargemaakt, en dat belonen we daarom met een dik verdiende negen.

Overige wedstrijden: 9
Aan het begin van 2021 gaf Patrick Lefevere de opdracht om zo veel mogelijk wedstrijden te winnen. Daar gaven zijn renners gehoor aan. De Belgische formatie werd de absolute zegekoning onder de teams: ze won liefst 65 keer. Dat is 22 keer vaker dan de nummer twee op die lijst, Jumbo-Visma. Daarvan werd er door The Wolfpack 25 keer op WorldTour-niveau gewonnen.

Naast de benoemde wedstrijden in de twee categorieën hierboven, werden er ritten gewonnen in de UAE Tour, Parijs-Nice (allen Sam Bennett), Tirreno-Adriatico (Julian Alaphilippe), de Ronde van het Baskenland (Mikkel Frøhlich Honoré), de Ronde van Romandië (Rémi Cavagna) en in de Ronde van Polen (Cavagna en João Almeida). In die laatste rittenkoers was Portugees ook eindwinnaar. Eerder werd de jongeling ook al derde in de UAE Tour en zevende in de Ronde van Catalonië. Fausto Masnada eindigde op zijn beurt dan weer als derde in de Ronde van Romandië, terwijl Mattia Cattaneo negende werd in de Ronde van Zwitserland.

Op een lager niveau zegevierde Remco Evenepoel in de Baloise Belgium Tour en de Ronde van Denemarken, terwijl Almeida ook nog de Ronde van Luxemburg op zijn palmares bijschreef. Honoré en Alaphilippe zorgden in de WorldTour-klassiekers ook nog voor podiumplekken in de Clásica San Sebastian en de Bretagne Classic.

In de eendagswedstrijden van een lager niveau dan de WorldTour, werd een hele reeks koersen aan de zegekar geregen. Onder meer Brugge-De Panne, de Druivenkoers, Brussels Cycling Classic, de Münsterland Giro en de Coppa Bernocchi kregen een winnaar uit de stal van Lefevere, die dit jaar liefst achttien verschillende renners zag winnen.

Omdat het de opdracht was om zo veel mogelijk te winnen, geven we voor dit onderdeel een negen. Natuurlijk kun je niet altijd winnen, maar in koersen als San Sebastián en de Bretagne Classic – maar ook in een aantal koersen net onder het hoogste niveau – had het team ook kunnen winnen. Het enige smetje op het blazoen van dit onderdeel.

Eindcijfer: 9
Al bij al kan Deceuninck-Quick-Step terugkijken op een zeer verdienstelijk jaar, ook rekening houdend met het feit dat de Belgische formatie niet het allergrootste budget van de WorldTour heeft. Toch wist het team dus te 65 keer te winnen, waarbij meer dan een derde daarvan op het allerhoogste niveau was. Er werden meerdere klassiekers gewonnen, een monument en in twee van de grote rondes was hun sprinter veruit de beste.

Daarbij komt ook de breedte goed naar voren bij Deceuninck-Quick-Step. Van de dertig renners waarmee The Wolfpack dit seizoen heeft afgewerkt, wonnen achttien van hen minstens één keer. Dat kan dan ook niet anders dan een hoog cijfer opleveren: een negen voor het seizoen 2021.

Misschien wel de grootste ‘overwinning’ van 2021: de terugkeer op het hoogste niveau van Jakobsen – foto: Cor Vos


In de rubriek Rapportcijfers 2021 geven we alle WorldTour-ploegen, de Belgische ProTeams en de Nederlandse Continental-teams rapportcijfers op basis van hun seizoen. We werken de UCI Team Ranking van beneden naar boven af, gevolgd door de ProTeams en op onze Continental-feed sluiten we af met de Nederlandse ploegen. Ieder team beoordelen we op interpretatie. Dat wil zeggen: een zesde plaats in het eindklassement van de Tour de France is voor de ene ploeg een daverend succes en voor de ander een fikse teleurstelling.

We beoordelen teams op basis van de klassiekers, de grote rondes en de overige koersen. Onder de klassiekers verstaan we de volgende voorjaarskoersen: Omloop Het Nieuwsblad, Strade Bianche, Milaan-San Remo, E3 Saxo Bank Classic, Dwars Door Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Daarbij aangevuld met in het najaar Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije. De grote rondes spreken voor zich, waardoor alle andere koersen vallen onder overige wedstrijden. Een team krijgt drie cijfers.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.