Terugblik 2018: Hoe deden de WF-neoprofs het?
foto: Jan Brychta/Vredeskoers 2018
woensdag 26 december 2018 om 10:00

Terugblik 2018: Hoe deden de WF-neoprofs het?

Ieder jaar in januari is het een terugkerend onderwerp bij WielerFlits: het lijstje met eerstejaars neoprofs waarop je in het desbetreffende jaar moet letten. Ook dit seizoen gaven we weer tien namen op een presenteerblaadje. Nu in december is het tijd om de balans op te maken. De hamvraag is: hoe deden de tien uitgekozen neoprofs het eigenlijk?

10. flag-ua Mark Padun (Bahrain Merida) – redelijk

Padun – foto: Sirotti

Mark Padun staat al jaren te boek als een talentvolle klimmer. Dat is nog altijd het geval, want in zijn eerste seizoen als prof liet hij enkele mooie zaken zien. Zo won de 22-jarige Oekraïner de slotrit in de Tour of the Alps, waar hij als twaalfde in het eindklassement eindigde. Zijn meest in het oogspringende prestaties was die tijdens de Hammer Climb tijdens Hammer Series Limburg. Padun reed vrijwel de gehele koers in kletsnatte omstandigheden solo voorop, waardoor Bahrain Merida dat onderdeel wist te winnen.

In het najaar mocht de jonge klimmer ook zijn debuut maken in de Vuelta a España, waar hij in de zeventiende etappe opgaf. Op het WK voor beloften maakte hij de koers, maar moest hij in de finale het onderspit delven tegen het sterke blok van Zwitserland. Hij werd uiteindelijk vijfde. Het resulteerde in een redelijk debuutseizoen voor Padun, die dit jaar 65 koersdagen op de teller had staan. Verreweg de meeste daarvan reed hij in WorldTour-wedstrijden, waardoor hij volgende seizoen wel eens door zou kunnen stoten.


9. flag-no Kristoffer Halvorsen (Sky) – onvoldoende

Kristoffer Halvorsen – foto: Sirotti

Kristoffer Halvorsen kwam met behoorlijk wat porrie over van de beloften. Het ging echter al in zijn eerste koers voor Sky faliekant mis. De 22-jarige sprinter uit Noorwegen kwam hard ten val in de People’s Choice Classic, waarbij hij zijn pols brak. Hij werd meteen teruggeslagen in zijn voorbereiding op het nieuwe seizoen. Een hard gelag voor Halvorsen, want die buiteling leek hem de rest van het seizoen parten te spelen. Zijn voormalige concurrenten binnen het U23-circuit die hij normaal klopte, boekten namelijk al hun eerste profzeges.

Bij de jonge Noor van Sky stokt de teller helaas nog altijd bij de hatelijke nul. Toch leek dat aanvankelijk niet lang te duren. In Handzame Classic – waar Halvorsen een jaar eerder wist te winnen – werd hij tweede, maar naar nu blijkt was dat zijn beste resultaat van het seizoen. Hij werd nog wel een keer derde in een massasprint tijdens zowel de Tour of Norway en de Tour des Fjords. Later volgde ook nog een vierde plek in de openingsrit van de BinckBank Tour, maar verder was het magertjes. Is Sky wel de goede keuze voor Halvorsen geweest?


8. flag-nl Fabio Jakobsen (Quick-Step Floors) – uitstekend

Jakobsen – foto: Sirotti

Fabio Jakobsen is zonder twijfel een van de revelaties van 2018. Toen hij een jaar geleden overkwam van de beloften, had hij reeds een paar mooie zaken laten zien. Maar niemand had kunnen voorspellen dat de 22-jarige Nederlander op een duizelingwekkende manier de profrangen zou bestijgen. Onder de vleugels van Patrick Lefevere bij Quick-Step Floors, boekte de eerstejaars neoprof niet minder dan zeven zeges! Een prestatie die voor verreweg de meeste beginnend beroepsrenners niets is weggelegd, maar toch flikte Jakobsen het.

Het lijstje met overwinningen is tamelijk indrukwekkend. Oké, niet alle koersen zijn van het allerhoogste niveau. Maar er zitten wel degelijk WorldTour-overwinningen bij. Jakobsen schreef Nokere Koerse, de Scheldeprijs, een rit in de Tour des Fjords, een etappe in de Ronde van Slowakije en twee ritten in de Gree-Tour of Guangxi op zijn palmares. Zes? Ja. De meest indrukwekkende ontbreekt nog: de winst in de openingsrit van de BinckBank Tour, waar de jonge Nederlander menig mondiaal sprinttopper erop legde. Eén ding is zeker: we hebben het laatste nog niet van Jakobsen gehoord!


7. flag-dk Mikkel Bjerg (Hagens Berman Axeon) – redelijk

foto: Joris Knapen

Mikkel Bjerg begon zijn eerste seizoen als beroepsrenner uitstekend. Het Deense toptalent begon zijn campagne op Nederlandse bodem. In de Rabobank Dorpenomloop Rucphen liet hij zien wat hij in zijn mars had. Al vanaf de eerste kilometers was hij bedrijvig en vormde hij een vluchtersgroep. Toen zij halverwege de wedstrijd teruggepakt werden, weigerde Bjerg zich erbij neer te leggen. Hij trok weer ten aanval en uiteindelijk zou hij met Rune Herregodts vechten om de zege. Hij won meteen, waardoor hij goed vertrokken leek te zijn.

Niets bleek minder waar. In de diepe finale van Nokere Koerse kwam de jonge Deen (20) namelijk ten val en brak daarbij een botje in zijn hand. Behoudens een aantal ereplaatsen in tijdritten, duurde het een hele poos vooraleer Bjerg zich weer écht kon meten. In het najaar werd hij in diverse internationale tijdritten op het 1.2-niveau tweede en daarnaast reed hij een prima Tour de l’Avenir. Juist in die periode van het seizoen boekte hij zijn grootste triomf. In Innsbruck wist de jongeling namelijk zijn wereldtitel tijdrijden bij de beloften te prolongeren.


6. flag-by Aliaksandr Riabushenko (UAE Emirates) – matig

Groeit Riabushenko uit tot een echte klassiekerspecialist? – foto: UAE Emirates

Aliaksandr Riabushenko: wie die naam de revue ziet passeren in de selectie van UAE Emirates, zal zich wellicht afvragen wie deze persoon in kwestie is. De 23-jarige Wit-Rus kwam met enkele dikke resultaten over van de beloften, maar wist zich in 2018 amper te onderscheiden. Riabushenko staat te boek als een renner die in de toekomst kan meedoen om de knikkers in heuvelachtige klassiekers, zeker met zijn sterke eindschot. De Europees U23-kampioen van 2016 wist nimmer indruk te maken, maar dat is niets nieuws voor jonge renners bij UAE Emirates.

Vele van zijn leeftijdsgenoten hebben het bij de ploeg van de oliedollars lastig. Filippo Ganna is de stal al ontvlucht (hij gaat naar Sky), Simone Petilli en Oliveiro Troia staan al twee jaar stil en ook Edward Ravasi heeft het moeilijk. Simone Consonni lijkt er wel steeds meer doorheen te komen, maar ook dat laat te wensen over. De volgende in de rij is Riabushenko, die dit seizoen geen potten wist te breken. Een reden is niet meteen duidelijk aan te wijzen. Maar dat het erin zit, bewees hij in de derde rit van de Ronde van het Baskenland, waarin hij tweede werd.


5. flag-be Bjorg Lambrecht (Lotto Soudal) – voldoende

Lambrecht – foto: Sirotti

België hoopt al jaren op een klimtalent. Louis Vervaeke was bij de beloften een topper in wording, maar bij hem komt het er vooralsnog niet uit. Voor Laurens De Plus geldt hetzelfde. Het is te hopen voor Bjorg Lambrecht dat hij over twee jaar niet in hetzelfde rijtje terecht komt. Maar daar lijkt het alleszins niet op, want de pocketklimmer werkte een heel verdienstelijk eerste jaar als prof af. Hij reed een zwaar WorldTour-programma, maar hield zich goed staande. Het enige smetje: WK U23-zilver, waar hij voor niets anders dan goud kwam.

Desalniettemin kan de 21-jarige Belg terugkijken op een prima jaar. Zo werd hij achttiende in de Ronde van het Baskenland, twintigste in de Ronde van Zwitserland en achttiende in de Ronde van Polen. Allemaal WorldTour-koersen. Hij mocht van zijn ploeg Lotto Soudal meteen debuteren in een grote ronde, waar hij alleen de eerste twee weken zou rijden. Hij toonde zich in diverse etappes en werd zelfs vierde op La Camperona. Hij boekte ook al zijn eerste profzege in de laatste rit van de Tour des Fjords, waarmee hij als tweede in het eindklassement eindigde.


4. flag-ie Edward Dunbar (Aqua Blue Sport/Sky) – redelijk

Dunbar – foto: Marcel Koch

Ierland wacht al sinds Sean Kelly op een volgende wielrenner die het mooie weer kan maken in de klassiekers. Met Edward Dunbar lijken ze die te hebben gevonden, al wil de kleine renner van Sky zich graag ontwikkelen tot ronderenner. Sky, denkt u? Ik zie heb hierboven toch echt in een shirt van Aqua Blue Sport? Dat klopt! In augustus werd duidelijk dat de Ierse ploeg financieel niet langer een basis had en dat de ploeg aan het einde van het seizoen zou stoppen. Teambaas Rick Delaneys oogappeltje Dunbar was nota bene de eerste renner die vertrok.

Hij maakte per direct de overstap naar Sky. Voor die ploeg werd hij onder meer achtste in de Memorial Marco Pantani – waar hij indruk maakte – en dertiende in de Gree-Tour of Guangxi. Net voor zijn intrede bij Sky, was hij ook al knap als achtste geëindigd in de Tour de l’Avenir, terwijl Dunbar – ondanks zijn postuur – niet echt als pure klimmer te boek staat. In het shirt van zijn Ierse werkgever toonde de 22-jarige thuisrijder zich vooral in de Baloise Belgium Tour (vierde in het eindklassement) en in de Volta Limburg Classic, die hij als vijfde afsloot.


3. flag-au Lucas Hamilton (Mitchelton-Scott) – onvoldoende

Lucas Hamilton – foto: Sirotti

Australië leek er de laatste jaren uitstekend voor te staan. Met Robert Power, Jack Haig, Jai Hindley, Michael Storer en Lucas Hamilton dienden zich vijf toptalenten aan voor het rondewerk. Maar tot op heden is dat er bij de profs nog niet van gekomen. Zeker voor die laatste drie is de conclusie nog wat vroeg, daar zij in 2018 pas aan hun eerste jaar als prof begonnen. Toch kunnen we van Hamilton stellen dat hij niet aan de verwachtingen heeft kunnen voldoen. Dat terwijl hij juist de meest constante leek, in vergelijking met generatiegenoten Storer en Hindley.

Van de drie kende Storer het beste openingsjaar in het shirt van Sunweb, ploeggenoot Hindley had het lastiger. Datzelfde geldt voor Hamilton, die bij de formatie van Mitchelton-Scott rijdt. Laatstgenoemde wist zich alleen te onderscheiden in de Internationale Wielerweek van Coppi & Bartali. Hamilton besloot de vijfdaagse Italiaanse rittenkoers als zevende. Verder hield het niet veel over voor de 22 jaar jonge Aussie, die zowel zijn klimmend vermogen als zijn tijdritcapaciteiten nog moet doorvertalen van de beloften naar de profs.


2. flag-ru Pavel Sivakov (Sky) – onvoldoende

Sivakov – foto: Sirotti

Hij kwam als hét megatalent over van de beloften, afgelopen jaar. Pavel Sivakov won in 2017 op de Ronde van de Toekomst na alle grote rittenkoersen voor beloften. En in de Tour de l’Avenir pakte hij dan wel weer een ritzege en de bolletjestrui. Kortom: er werd veel verwacht van de jonge Rus, die nog altijd maar 21 jaar jong is. In maart leek hij die verwachtingen meteen kracht bij te zetten. Gesteund door de magnifieke prestaties van rivaal én ploeggenoot Egan Arley Bernal, werd hij meteen vierde in de Internationale Wielerweek van Coppi & Bartali.

In de rest van de koersen werd het toptalent veel ingezet als knecht voor de andere sterren binnen Sky. Zelf ergens een resultaat rijden, was er voor Sivakov niet bij. Het siert hem echter wel dat hij – in een koers zonder kopman – wel de kansen pakt die hij krijgt. Zo trad de Britse formatie in de Ronde van Zwitserland aan zonder leider. De Russische ronderenner bedacht zich geen tel en besloot in de Alpen vol voor zijn eigen kans te gaan. Het resulteerde in een veertiende plek in het eindklassement. Maar om nu te zeggen dat Sivakov (voorlopig) de hoge verwachtingen waarmaakt: nee.

1. flag-us Adrien Costa (Hagens Berman Axeon) – opzienbarend

De laatste renner op het WielerFlits-lijstje in januari, was Adrien Costa. De 21-jarige Amerikaan laste in mei 2017 een pauze in vanwege motivatieproblemen. Wel was het supertalent vastberaden om in 2018 terug te keren bij Hagens Berman Axeon. Menig wielerkenner was het erover eens: het was niet de vraag óf Costa ooit een grote ronde ging winnen, maar hoe snel en hoe veel. Niets bleek minder waar, toen hij in februari van dit jaar plots van de UCI-site was verdwenen. De Amerikaan besloot de sport voorlopig vaarwel te zeggen, Sean Bennett nam zijn plek in.

Toch hield de jonge Amerikaan de deur op een kier. Tot het noodlot toesloeg. Het is eind juli wanneer Costa aan het bergbeklimmen is, naast wielrennen zijn tweede hobby. Toen hij op een helling liep met losse stenen, raakte zijn rechterbeen bekneld onder een rots van 1800 kilo die naar beneden viel. Hij kwam vast te zitten. Urenlang schreeuwde de jongeling om hulp. Die kwam er uiteindelijk van andere bergbeklimmers, die achteraf zijn leven hebben gered. In kritieke toestand ging hij naar het ziekenhuis, waar zijn rechterbeen werd geamputeerd. De wielerwereld reageerde geschokt. Een crowdfundactie om zijn operaties te bekostigen, werd echter binnen no time een succes. Het leidde ertoe dat Costa amper drie maanden later al terug op de fiets zat. Met één been weliswaar, maar zijn vechtlust is te prijzen. Wát een prestatie, wát een held!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.