Weekendinterview: Dick Heuvelman
zondag 23 november 2014 om 09:30

Weekendinterview: Dick Heuvelman

Het WK wielrennen moet in 2020 plaatsvinden in Groningen en Drenthe, meent Dick Heuvelman. De 68-jarige oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden is één van de initiatiefnemers van het plan. “Ik heb van KNWU-directeur Huib Kloosterhuis de toezegging dat wij het eerstvolgende WK in Nederland mogen organiseren”, zegt de geboren Groninger in het Weekendinterview.

In een eerder stadium (april 2013) was er nog sprake dat ook Friesland mee zou doen in dit project. John Jorritsma, Commissaris van de Koning in die provincie, reageerde echter nimmer op Heuvelmans tweede brief. Een start nabij het huis van Bauke Mollema in het Bonifatiuspark van Leeuwarden of op het pas gerenoveerde Wilhelminaplein (het oude Zaailand), kon daarmee ook de prullenbak in. Achteraf maar goed, bedacht Heuvelman zich, want anders had hij de opbrengsten onder drie provincies moeten verdelen. Nu wil hij het epicentrum van het WK in Assen leggen en zou hij graag zien dat Groningen op de Grote Markt en onder de Martinitoren het startschot van de mannenwedstrijd lost. Vervolgens droomt Heuvelman van een bijzonder WK: met waaiers.

“Groningen is natuurlijk het hart, de metropool van het Noorden. Omdat in Assen alles finisht, moet je natuurlijk ook starten op een mooie plek die er toe doet. Tegenwoordig is dat altijd zo. Alles komt in beeld vanuit de lucht, dus moet je mooie plekjes hebben. De Martinitoren met daarnaast de Grote Markt is een fantastische plaats om ’s morgens de boel van start te laten gaan. Ook daar zijn tal van zaken te organiseren. Omdat wij nu nog geen berg hebben, wil ik daarna door de Groninger Veenkolonieën. Die zijn zo vlak als wat, maar wel met weinig beschutting. In die tijd van het jaar is er in het Noorden aannemelijk kans op veel wind, waardoor ik hoop dat er een waaierkoers ontstaat.”

Het parcours is zo vlak als wat. Maar wel met weinig beschutting. Ik droom dan ook van een wereldkampioenschap dat uitdraait op een waaierkoers.

“Het gebied tussen Veendam en Annen, dat is geweldig als je daar een beetje wind hebt. Na de aanloop van zo’n honderd kilometer van Groningen via de Wildervanksterdallen – waar helemaal geen bomen staan – en Veendam ga je richting de Veenkolonieën, waar je er bij Gieten weer uit kunt komen. Daar zou je dan nog een strookje kasseien mee kunnen pakken in de bossen. Vervolgens rijdt je zo naar het TT Circuit, waar de profs nog tien rondes moeten rijden. En niet op het huidige rondje, maar op het oude traject dat gebruikt werd tussen 1926 en 1954 (zie filmpje hieronder). Dat is een prachtig parcours van 16,5 kilometer lang. Of de chicane in de laatste honderden meters geen problemen oplevert? Nee, heel simpel: we rijden het parcours omgekeerd. Als het weer een beetje meewerkt, zou je daar een hele aardige koers kunnen organiseren. De ploegentijdrit zou je in Emmen kunnen laten starten, met een prachtige route door de bossen van Schoonloo, via het Boomkroonpad naar Assen. Er zijn tal van mogelijkheden.”

Toch rijst de vraag waarom bijvoorbeeld de VAM-berg niet voorkomt in de plannen van Heuvelman. Op papier is de wedstrijd geheel vlak en lijkt het voor de profs weinig uitdagend. “De VAM-berg is te smal en ook de ongeplavijde wegen rondom Norg (bekend van de zware amateurkoers Slag om Norg, red.) zal de UCI niet goed keuren, maar wie weet. De route staat ook nog niet helemaal vast. Het ligt ook aan de deelnemende gemeentes, want die zullen ook moeten betalen. We rijden er natuurlijk niet voor niets doorheen, maar het zijn geen wereldbedragen. Verder willen wij graag een parcoursbouwer toevoegen aan onze werkgroep. Mijn persoonlijke voorkeur gaat daarbij uit naar Addy Engels, of misschien Karsten Kroon. Zij zouden dan het technische aspect van het verhaal in kunnen vullen, met hun kennis en ervaring.”

De meeste kritiek die het plan van Heuvelman met zich mee brengt, is dat het parcours veel te vlak is en dus een saai WK oplevert. Daar is Heuvelman het niet mee eens. “Je ziet het in de Tour ook wel eens: je kunt wel een etappe met vijf cols organiseren, maar ze wachten toch op de laatste klim. De renners maken de strijd. Als ze van het begin af aan demarreren, dan heb je op wat voor parcours dan ook een zware wedstrijd. De renners maken het parcours zwaar, niet de parcoursbouwer. De kritiek van insiders die zeggen dat het te vlak is, begrijp ik echter niet. Volgens de UCI moet ieder type-renner de kans krijgen om wereldkampioen te worden. Dus ook sprinters hebben dat recht. Als dat niet zo was geweest, waren wereldvedetten als Mario Cippolini, Mark Cavendish en Rik Van Looy nooit wereldkampioen geworden.”

Groningen en Drenthe krijgen voor het WK in 2020 mogelijk concurrentie van de Noord-Italiaanse stad Vicenza en het Zwitserse Zug, dat ligt aan het gelijknamige meer en de Zugerberg (1039m hoog) in haar midden heeft. De laatst genoemde stad zet echter breed in, want ook in 2021 of 2022 zouden zij het WK willen organiseren. “Dat doen wij ook. Maar 2020 is gewoon een mooi getal. Wij hebben er geen bezwaar tegen om het in één van de omliggende jaren te organiseren. In principe hopen wij in de periode van 2019 tot en met 2022 een WK binnen te slepen. Wat wij meer te bieden hebben dan die andere twee steden? Volgens mij ligt er nabij Viacenza ook geen berg, hoor. Het ligt in de buurt van Venetië en dat is zo plat als wat. In Zug ben ik nog nooit geweest, dus daar kan ik niet over oordelen. Maar ons grote voordeel is dat wij een goede wedstrijdaccommodatie hebben, met enthousiast publiek en een goede sfeer. En daar is de UCI gevoelig voor. Het enthousiasme in Italië is beslist niet groter dan hier. Wij hebben een gebied met mensen dat uitkijkt naar een groot sportevenement.”

Deze zomer bracht Heuvelman een Twitter-bericht de wereld in dat de UCI zijn plan op de kalender heeft gezet. Dat klinkt hoopvol. “Ze hebben ons genoteerd. Zeker zijn we nog lang niet, want Viacenza staat nu ook op de kaart. Wij waren alleen wel het eerst. Het enige waarvan ik op dit moment zeker ben, is dat – als we het geld bij elkaar kunnen krijgen – het eerstvolgende WK in Nederland in Groningen en Drenthe zal plaatsvinden. Die toezegging hebben we van de KNWU. Als er een andere stad of regio komt, naar aanleiding van dit verhaal, dan grijpen ze ernaast. Dat heeft de KNWU zo gezegd. En er komt nu eenmaal ooit weer een WK in Nederland.”

Een vlak WK in 2020 in eigen land: het is een serieuze mogelijkheid. De kritiek houdt niet op, want de Nederlanders zouden op zo’n parcours niets te zoeken hebben. “Ik denk echter van wel. Wij zijn grootmeesters in het waaierrijden. De Belgen kunnen dat ook goed, maar wij helemaal. Ik denk dat we – zeker gezien de laatste jaren – op zo’n parcours meer kans maken dan op geaccidenteerd terrein. Qua dynamiek en explosiviteit komen wij daar niet aan de bak. Mocht Moreno Hofland zich door ontwikkelen, of bijvoorbeeld een Danny van Poppel, dan zijn er in Assen zeker mogelijkheden. Al heb ik ook een hoge pet op van die jongen die via Vacansoleil-DCM nu bij Belkin zit, Barry Markus. Maar ook Dylan Groenewegen komt eraan. Ik denk dat de kans redelijk groot is dat we in Assen een Nederlandse wereldkampioen af kunnen leveren. Sinds 1985 (Joop Zoetemelk, red.) zijn we nooit meer de beste van de wereld geweest. In potentie was Michael Boogerd er op het WK in Valkenburg van 1998 het dichtste bij, maar voor de rest hebben we eigenlijk nooit meegespeeld.”

Het parcours is niet geschikt voor onze toptalenten als Kelderman en Dumoulin? Die hebben veel meer kansen om wereldkampioen te worden. In 2020 rijden ze maar eens in dienst van de sprinters rijden

“In 2020 hebben we dan de volgende Nederlandse wereldkampioen, al hoop ik natuurlijk voor de Nederlandse wielrennerij al eerder. Dat het parcours toptalenten als Wilco Kelderman, Tom Dumoulin en Tom-Jelte Slagter niet in de kaart speelt? Op die dag moeten zij maar eens in dienst rijden van de sprinters. Het is geven en nemen. Zij worden ieder jaar gesteund in de klassiekers of grote rondes. Dan mag het eens andersom zijn, in een ondersteunende rol dus. Dat vind ik niet zo’n probleem. Als het parcours zich leent voor sprinters, moeten die gesteund worden. Kelderman en co hebben ook meer kansen om de regenboogtrui te veroveren, omdat er vaker WK’s zijn over een geaccidenteerd terrein. Maar in 2020 moeten zij zich dan maar een keertje opofferen.”

Ambitieuze plannen heeft Dick Heuvelman altijd. En vaak vinden ze doorgang. “Maar lukt het niet, dan hebben we pech gehad. Dat zou ik jammer vinden, maar kapot zou ik er niet van zijn. Het hangt puur van de politiek af. Ik heb ervoor gezorgd dat Groningen en Drenthe de kans krijgen. De bal ligt voor het open doel, in feite. Maar daar ga ik niet over. Ik heb bij zowel de KNWU en de UCI de goedkeuring gekregen om het uit te voeren. We kunnen het krijgen. Er moet alleen nog ‘ja’ gezegd worden door de politiek. Het plan ligt er, de kans is volop aanwezig. Maar ik ga in dit interview nog niet zo ver dat ik zeg: ‘Het gaat er zeker komen’. Maar de bal ligt klaar voor het inschieten”, sluit de voormalig sportjournalist met een passende quote af.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.