Weekendinterview: Michel Kreder
zondag 2 november 2014 om 09:00

Weekendinterview: Michel Kreder

Kreder

foto: Sirotti

Na een seizoen vol ups en downs bij Wanty-Groupe Gobert, zit Michel Kreder nu al met zijn hoofd bij het jaar 2015. Hij maakt dan de overstap naar het nieuwe Roompot Orange Cycling. Daar zal hij samen rijden met zijn broer Raymond en neef Wesley, wat een uniek gegeven is in de wielersport. Hoe die deal tot stand kwam, legt de oudste van het drietal uit in het Weekendinterview.

Het is eind juni als Michel Kreder voor het eerst hoort van het project Orange Cycling. “In de wielerwereld deden een hele boel geruchten de ronde dat Michael Zijlaard een nieuwe ploeg aan het opzetten was. Daarop ben ik zelf gaan vragen wat zijn bedoeling precies was. Zijlaard vertelde over de filosofie van een volledig Nederlandse ploeg, en dat sprak mij direct aan. Maar een deal was er toen nog niet.”



“Midden augustus werd ik, net als mijn broer Raymond en mijn neef Wesley, gebeld. We kregen met z’n drieën een contract bij de ploeg aangeboden. We besloten om meteen samen te komen voor een overleg, maar we waren er snel uit: natuurlijk wilden we graag met z’n drieën in dezelfde ploeg gaan rijden! Doordat ik vorig jaar met Raymond al samen bij Garmin-Sharp gereden had en dit jaar met Wesley bij Wanty-Groupe Gobert, wist ik al hoe gaaf het was om samen te rijden. Ik vond het toen al heel leuk, en je merkte gewoon dat je voor elkaar net iets meer kan doen dan voor iemand anders. Nu we alle drie bij elkaar kunnen zijn, is het nog zo veel mooier. Die kans mochten we niet voorbij laten gaan.”



Uiteraard heeft het familiale aspect de doorslag gegeven, maar ook dat ik in veel wedstrijden de rol van kopman kan krijgen, sprak mij aan.

Voor Kreder was het dan ook een redelijk gemakkelijke beslissing. “Ik kon blijven bij Wanty-Groupe Gobert en er waren nog contacten met andere ploegen, maar toen die aanbieding van Roompot er kwam, heb ik eigenlijk niet meer getwijfeld. Uiteraard heeft het familiale aspect de doorslag gegeven, maar ook dat ik in veel wedstrijden de rol van kopman kan krijgen, sprak mij aan. Daarom zie ik het komende jaar en mijn seizoen bij Wanty-Groupe Gobert totaal niet als een stap terug, ten opzichte van mijn tijd bij Garmin-Sharp, waar ik op WorldTour-niveau reed. Daar heb je het niet altijd zelf voor het zeggen, terwijl er in een kleinere ploeg als Roompot veel minder renners zijn die dezelfde doelen als ik hebben. Dat heb ik ook dit jaar al vaak gemerkt.”



Toch is er één groot verschil tussen Wanty-Groupe Gobert en Roompot Orange Cycling: die laatste is een nieuwe ploeg, wat toch enig risico inhoudt. De manier van werken is nog niet bekend en ook op het wedstrijdprogramma is er nog geen zicht. De 26-jarige renner ziet echter geen probleem. “Op basis van alles wat ik gehoord heb en hoe het nu gaat, heb ik er veel vertrouwen in dat alles er heel professioneel aan toe gaat en dat alles goed geregeld is. Iedere week heb ik ook even contact met het management. Daar ben ik heel blij mee. We zijn vorige week één keer op Bike Motion met de hele ploeg samengekomen. Dat was leuk voor een dagje, over een tweetal weken is de eerste echte bijeenkomst. ”

“Ook wat het wedstrijdprogramma betreft, maak ik mij geen zorgen. Al staat het tot nu toe alleen vast dat we een wildcard voor de Amstel Gold Race en de Eneco Tour gekregen hebben. Verder probeert het management om ons in zoveel mogelijk 2.1 en 1.1-koersen binnen te krijgen, waaronder de eendagswedstrijden in Italië, waar ik dit najaar goed reed. Toen ze zagen dat ik er goed presteerde, wilden ook zij daar heel graag rijden. Het wordt afwachten of ik daar weer aan het vertrek kan staan, maar daar lig ik niet wakker van. Het is natuurlijk mogelijk dat ik dit jaar een tweetal races mis die ik normaal gezien wel kan rijden, maar daarvoor komen er dan weer anderen in de plaats.”



“Het zou vooral leuk zijn als ik zo veel mogelijk samen met Raymond en Wesley zou kunnen samen rijden, maar dat hangt af wie welke wedstrijden aangestipt heeft. Raymond en Wesley willen bijvoorbeeld graag de kasseiklassiekers rijden, terwijl ik mij toch liever richt op de heuvelklassiekers. Daarom zou het wel eens even kunnen duren voordat we elkaar tegenkomen, maar later op het seizoen zou dat moeten beteren.”



Ik kon mijn pechjaar toch nog goed afsluiten, en met een supergevoel de winter in.

De heuvelklassiekers zijn meteen ook het absolute hoofddoel van Kreder in 2015. “Dat zijn de races waarvoor ik gemaakt ben. Ik weet zeker dat ze mij liggen. Dit seizoen kwam dat er niet helemaal uit, maar ik blijf er in de toekomst voor gaan. Normaal gezien kan ik in de rol van kopman mijn ding doen in die koersen, maar ook Johnny Hoogerland en Marc de Maar zullen een beschermende rol mogen opeisen. Dat vind ik uiteraard niet erg. Daarnaast hoop ik ook in de massasprints nog eens te scoren. Qua training is dat geen probleem. Het explosieve aspect van het sprinten, heb ik ook nodig om de korte hellingen op te rijden. De heuvel- en sprinttraining vullen elkaar aan.”



Een andere uitdaging voor de 26-jarige allrounder, wordt om het beter te doen dan dit seizoen. In tegenstelling tot de voorgaande jaren, toen hij verschillende etappes in Franse rittenkoersen op zijn naam schreef, kwam Kreder dit seizoen niet aan winnen toe. “Vooral in het begin van het jaar liep het helemaal niet lekker. Ik had problemen met een ontstoken kies, waardoor ik wel vier of vijf keer ziek geworden ben. Dan moet je elke keer van nul beginnen, wat zowel fysiek als mentaal zwaar is. Af en toe was er wel een uitschieter, maar die waren zeldzaam. Pas in juni werd dit verholpen. In juli hadden we geen wedstrijden, maar vanaf augustus heb ik getoond dat ik aan de beterende hand was.”

Dat deed Kreder onder meer met een vijfde en zesde plaats in de Arctic Race of Norway. Maar zijn strafste prestaties van het seizoen, kwamen er pas in september en oktober. In de Italiaanse najaarswedstrijden, toonde hij zich bergop bij de sterksten. Een vijftiende notering in de Memorial Marco Pantani, dertiende plekken in de Tre Valli Varesine en GP Industria, een elfde plaats in de GP Beghelli en een tiende plek in de Giro dell’Emilia, zijn daarvan het bewijs.



“Die absolute uitschieter zat er weer niet in, maar dat je er dichtbij bent geeft toch vertrouwen. Het is een leuk gevoel als je tot de beste tien à vijftien renners in die lastige koersen behoort. Daardoor kon ik mijn pechjaar toch nog goed afsluiten, en met een supergevoel de winter in. Volgende week begin ik al aan mijn voorbereiding op 2015 bij Roompot Orange Cycling, en dat met heel veel zin en vertrouwen dat het volgend jaar beter wordt.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.