Fietsen in Zwitserland: De onbekende schoonheid van Moosalp

Fietsen in Zwitserland: De onbekende schoonheid van Moosalp

Maandagmorgen 9 uur. In de lobby van ons hotel komt gids Alain Rumpf aangelopen. Blij om hem weer te zien. Alain is een absolute local hero als het aankomt op zowel routekennis als fotografie. Daarnaast heeft hij 20 jaar voor de UCI gewerkt, dus voor een mooi verhaal kun je bij hem je hart ophalen. Vorig jaar hebben we ook al met hem gefietst in de regio Valais en bij de Alpes Vaudoises en daar bewaren we goede herinneringen aan.

We zijn nu weer in Valais (of Wallis voor de Duitstaligen), in het zuid-oosten van Zwitserland. Een van de grootste kantons met een enorm aanbod aan prachtige fietsroutes en beklimmingen. Bij ons vorige bezoek reden we over de Col de la Petit Forclaz, Barrage d’Emosson en de Col de Sanetsch. Ook nu staat er veel moois op het programma.

Wensenlijstje

Bij het plannen van onze trip heeft Alain zelf al een wensenlijstje ingediend. Dat is best grappig, want normaal werkt het precies andersom. We konden eigenlijk kiezen uit een mooie route naar Lac de Moiry (helaas niet in het programma), of de route van vandaag naar Moosalp.

De naam Moosalp klinkt bekend, maar de beklimming naar deze bergpas wordt door velen overgeslagen. Eigenlijk onterecht, want met een hoogte van 2048 meter en met een lange beklimming van 24,3km aan gemiddeld 5,8% is het een heuse uitdaging. Als ik de steilheid van sommige stukken van te voren had geweten….

Vanuit ons Bikehotel in Brig, het Ambassador Hotel, gaan we vandaag op pad. Het hotel heeft het label Bikehotel gekregen vanwege de aanwezige faciliteiten, o.a. een afsluitbare kelder voor de fietsen. De locatie is vlakbij het station in de stad en daardoor makkelijk bereikbaar, zowel met de auto met de trein.

Met reisgenoot Ruben ben ik vanuit Utrecht via Basel hierheen gekomen. Een rit van 9 uur, die opvallend soepel verloopt. De ICE rijdt je direct richting de Zwitserse grensplaats, waar je makkelijk op het degelijke treinnetwerk van de SBB kunt overstappen. Met een Swiss Travel Pass (hier te verkrijgen) ben je altijd goed en snel op weg.

Go west

Eenmaal op de fiets rijden we westwaarts richt Visp en Turtmann, vanwaar we uiteindelijk de weg omhoog richting de top zullen aanvangen. Het eerste deel van onze rit is rommelig. Het asfalt is niet bepaald goed en we moeten best wel wat draaien en keren. Eigenlijk ben ik hierdoor een beetje afgeleid van de omgeving, die in combinatie met de zomerzon, eigenlijk schitterend is.

We worden omgeven door o.a. de Breitlauhorn, waar de sneeuw nog op te zien is. Sowieso is het enkel ‘berg’ wat we om ons heen zien. Wallis staat ook bekend om de hoeveelheid en de hoge bergen. Met meer dan 40 toppen boven 4000m is het kanton werkelijk uniek. De hoogste top is de ‘Dufourspitze’ die je bij de klim naar Zermatt goed in het oog kunt krijgen. De Dom, met 4545m de twee na hoogste berg, krijgen we later in de middag in zicht. Na een rit van ongeveer 25 kilometer gaan we over de rivier de Rhone linksaf de bergen in. Het feest kan beginnen!

All the way up!

De beklimming van vandaag naar Moosalp is er eentje met schitterende vergezichten. Vanwege de ligging en vanwege de nabijheid van het dal heb je al vroeg in de beklimming een prachtig uitzicht. Met name ook naar de ‘overkant’ waar de hoge toppen je vrolijk toelachen. Her en der is ook al een wijnrank te ontdekken. Want ook dat is Valais/Wallis: het grootste wijngebied in Zwitserland. Dat zullen we later tijdens ons bezoek nog zien als we richting Crans-Montana rijden.

Nu terug naar Moosalp. De gekozen beklimming is eigenlijk in tweeën geknipt. Eerst rijdt je naar het dorpje Eischol met daar al pittige percentages. Dan is het even vlak en zelfs een klein stukje dalend richting Unterbach. Vanaf Unterbach is het alleen nog maar omhoog en daar zit ‘m het venijn.

Rust

Eerder gezegd, deze variant van de klim naar Moosalp wordt weinig gereden. Op Strava rijden we makkelijk in de top 200 aller tijden, ondanks fotostops en vooral het tempo van de schrijver dezes.

Het is dus een rustige klim, ook qua autoverkeer. Zeker het eerste stuk richting Eischol is het fijn peddelen. Grotendeels tussen de bomen, met af en toe een opening om naar het dal te kunnen kijken. Hoewel. Ik kijk dan snel, maar moet ook flink op de trappers blijven duwen. Het is echt een venijnig stuk, met uitschieters richting de 10-11%. Het eerstel deel kom je eigenlijk niet onder de 8% en dan moet je er dus wel gelijk goed inzitten.

Het leuke van fietsen met een gids: je hoeft nergens over na te denken. De route is duidelijk, zeker bij een gids als Alain. Het enige wat ik echt hoef te doen is achter mijn twee reisgenoten aanfietsen. Heerlijk.

Als we in het dorpje Unterbach gestopt zijn bij een (van de vele) fonteintjes om water bij te vullen, maken we nog even een paar plaatjes. Dat is ook het voordeel van Zwitserland. Als je daar met slechte foto’s vandaan komt, dan gaat er toch iets niet goed. De fonteintjes vind je in principe in elk dorp. Handig, zo zit je eigenlijk nooit zonder (vers) water.

Deel twee: we’ve had the hardest part

Als je blind vertrouwt op een gids, dan kom je nog wel eens voor een verrassing te staan. Om eerlijk te zijn, de benen waren niet perfect voor onze eerste etappe. Beter gezegd, er zat beton in. Dus na het eerste deel van de beklimming tipte Alain al: vanaf hier wordt het alleen maar beter, ‘we’ve had the hardest part’. Maar ja, dat was dus niet waar. De rit naar boven was afzien, echt een pijnlijk stukje klimmen.

Eenmaal boven worden we blij verrast door een groot rood aankondigingsbord: hier finisht in 2022 een etappe van de Ronde van Switzerland. Dat wordt ongetwijfeld een mooi spektakel. We parkeren de fiets bij restaurant Moosalp en laten de innerlijke mens goed kennis maken met de typische Zwitserse keuken. Tip van de local: de raclette is erg goed en wordt nog traditioneel gemaakt. Ook het bord pasta wat voor ons stond is een absolute aanrader.

Na de lunch duiken we de afdaling in. Waarschuwing voor de hardrijders: deze afdaling is smal, er rijdt een bus omhoog die geen rekening met jou houdt en er zijn maar een paar bochten die je goed en met vrij zicht kunt aansnijden. Rust is geboden.
Dat geeft dus ook wel tijd om even naar links en rechts te kijken. Het uitzicht over de vallei (een zijtak van de hoofdvallei in Valais) is er weer eentje om in te lijsten.

Eenmaal beneden rijd je een stuk over een wat drukkere weg, maar die loopt gelukkig af. Lekker vaart maken, alhoewel we daar ook door een automobilist bijna over het hoofd worden gezien. We leven nog, maar de schrik zat er even in.

Plannen maken

We draaien uiteindelijk met bijna 90km en fiks wat hoogtemeters tevreden bij het hotel binnen. De fietsen netjes opgeborgen en aan het diner, wat een fijne dag!

Onze tweede dag in dit gebied ging grotendeels in regen op, waardoor we flink moesten aanpassen. Origineel zou de klassieke ronde van Nufenenpas (hoogste beklimming in de regio), oude Gotthard (Tremola) en de Furkapass (met hotel) op het programma staan.

Het weer was echter zo slecht, dat de hele pas afgesloten was voor alle verkeer. Zelfs de optie om met de trein naar de top te rijden voor een foto was niet mogelijk. Een dikke streep door de rekening, maar dat is wel waar je rekening mee moet houden met een bestemming op deze hoogte. Soms zit het mee, soms zit het tegen…soms heb je zon…

Leuk alternatief

Een goed alternatief, zeker in een lange trainingsweek, is een uitstapje naar Leukerbad. Op de fiets rijd je Niet alleen de slotklim van de 5e etappe van de Ronde van Zwitserland 2021, maar kun je jezelf belonen met een heerlijk thermaal bad in een van de badcomplexen van Leuk. Je hebt keus uit verschillende soorten baden, van warm, tot koud en uiteraard is er ook een ruim aanbod van wellness. Van sauna tot solarium tot aan een fijne massage. Toch wel lekker na een paar dagen hard werken op de fiets.

Mocht je dan nog energie over hebben, dan pak je de Gemmi kabelbaan omhoog. Hier, op ruim 2300m boven zeeniveau kun je genieten van een goede lunch en je hebt een schitterend uitzicht over het dal. Daarnaast ligt er een mooi meertje en heb je toegang tot een stuk gletsjer. Niet verkeerd, al zeg ik het zelf. Voor de fietser is het wat minder geschikt, maar goed.

Tips en praktische info

Zoals gezegd is Valais/Wallis een van de grootste kantons van Zwitserland. Niet alleen op fietsgebied maar ook op cultureel en culinair gebied is er een mooi aanbod in het kanton. Uiteraard kun je er in de winter schitterend skiën in bijvoorbeeld Crans Montana, Saas Fee, Verbier en op vele andere plekken. Denk aan Zermatt, waar je ook in skigebieden op 3000m+ kunt komen, waardoor je het hele jaar kunt skiën. In de zomer is het van hetzelfde laken een pak en je kunt op heel veel plekken schitterende beklimmingen vinden boven de 2000m.

Hotel
We verbleven in Brig in het Ambassador Hotel, een Swiss Bike Hotel. Hotels met deze kwalificatie hebben verschillende faciliteiten voor fietsers, zoals een afgesloten opbergruimte, sleutelsetjes en mogelijkheden om de fiets te spoelen. Het moet gezegd dat het hotel in Brig net de drempel van fietshotel haalde. De opbergruimte was relatief klein, de sleutels lagen in ieder geval niet in het zicht en de schoonmaakplek was ver weg. Dat is bij andere Bike hotels beter geregeld.
In het algemeen zien we graag dat specifieke fietshotels bijvoorbeeld ook faciliteiten hebben als een Spa/Sauna en de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een pastamaaltijd of vergelijkbaar.
Er is nog wat te winnen.

Reis
We kozen voor een treinreis vanuit Nederland. Wel zo handig, want je kunt in Utrecht opstappen en in één ruk door naar Basel. Netto tijd ten opzichte van vliegen is vergelijkbaar.
In Basel stap je over op het zeer goede treinnetwerk en kun je met een Swiss Travel pass onbeperkt reizen. Wel zo handig, want treinen is uiteindelijk niet goedkoop. In elke Zwitserse trein zijn plekken gereserveerd voor de fiets. Die moet je dan zelf ook wel reserveren. Het zijn wel goede plekken met haken waar je de fiets aan kunt ophangen zodat deze niet door de hele trein stuitert bij remmen/optrekken.

Lokale tips
Het restaurant Moosalp, bovenop de beklimming, is een echte aanrader. De pasta die we daar aten, was van hoog niveau. Ook de raclette (bord met gesmolten kaas en brood/andere dingen om in te dopen) is er nog authentiek. Het uitzicht mag er ook zijn. Ook het restaurant boven aan de Gummi banen was verrassend goed, zeker gezien de locatie. Normaal zijn restaurants op een verlaten plek/bij een gondel van mindere kwaliteit. Ook hier ging de spaghetti napoletano er goed in!

Om te reageren moet je ingelogd zijn.