Paris Roubaix Challenge: in het wiel van Peter Sagan over de kasseien van de Hel van het Noorden
foto: Specialized

Paris Roubaix Challenge: in het wiel van Peter Sagan over de kasseien van de Hel van het Noorden

Fietstoerisme Het is een regenachtige vrijdagmiddag als ik voor de eerste kasseien van het Carrefour de l’Arbre sta. Een vettige laag modder maken de natte kinderkopjes nog gladder dan ze al zijn. Ik heb al eens over kasseien in Nederland en Vlaanderen gereden, maar niks heeft mij kunnen voorbereiden op deze op het oog gruwelijk slechte ondergrond. Om te zeggen dat ik het in mijn broek doe van de zenuwen, is een understatement.

Even een paar maanden terug in de tijd. Het is februari als ik met Peter van Specialized bel, over een bedrijfsbezoek aan hun Europese hoofdkantoor in Arnhem. Terloops vraagt hij of ik mee wil naar Parijs-Roubaix voor wat materiaaltests.

Dergelijke uitnodigingen voor persevenementen krijgen we aan de lopende band en normaliter kijk ik dan ook kritisch of het tijdsinvestering waard is. Deze keer loopt dat anders. Ik werp vluchtig een blik in mijn agenda en zie dat de data nog nagenoeg leeg zijn. Zonder verder na te denken beantwoord ik Peter dus met een resolute ja. Want als Roubaix roept, antwoord je.

foto: Specialized 

Zo sta ik een kleine twee maanden later in het verregende Noord-Frankrijk. Na een kleine tien kilometer opwarmen is het gelijk tijd om kennis te maken met de kasseien van de streek, en wel direct met één van de meest gruwelijke stroken van de regio: het Carrefour de l’Arbre.

Om ons te helpen heeft het Amerikaanse fietsmerk ambassadeur Peter Sagan ingevlogen. Goedgemutst vertelt de Slowaak – herstellende van een dubbele hartoperatie – over zijn ervaringen met de kasseien. “Het is een verschrikkelijke wedstrijd. Het is zo nerveus en er kan zo veel fout gaan. Ik kijk zeker nog, uit respect voor de historie voor de wedstrijden, maar ik mis het rijden van de wedstrijd niet”, zegt hij.

En ook vandaag kijkt hij niet bepaald uit naar de kinderkopjes. “Als je goed in vorm bent is het rijden over kasseien leuk. Maar ja, na bijna een maand niet fietsen ben ik totaal niet fit, dus wordt dit ook verschrikkelijk”, lacht hij.

Fietsen over kasseien is Peter de Grote niet verleerd – foto: Specialized

Al weken hoor ik van iedereen die de Hel van het Noorden wel eens heeft gereden dat de kasseien er erger bij liggen dan je je kan voorstellen, dus ik ben op héél slechte omstandigheden voorbereid. Toch blijkt het waar: de kasseien liggen er nog erger bij dan ik me kon voorstellen. De ene steen ligt nog schever dan de ander en het ene gat is nog groter dan het vorige.

In het wiel van Peter Sagan begin ik aan de pavé, die op dat moment nog kletsnat en ongekend glad is na enkele regenachtige dagen. De eerste bochten rijd ik met samengeknepen billen door en vraag ik me eigenlijk alleen af wat ik daar nou aan het doen ben. Al binnen een kilometer rijd ik een keer de berm in, omdat ik bang ben anders op de kasseien onderuit te glijden.

What the fuck, denk ik meermaals tijdens die eerste strook. Zo groeit binnen enkele minuten mijn respect voor de heren en dames coureurs met reuzensprongen. Dat zij hier in een peloton en op hoge snelheid koersen, is bijster indrukwekkend.

De eerste meters over Carrefour de l’Arbre rijd ik met samengeknepen billen – foto: Specialized

Na een eerste passage over het Carrefour is het tijd om wat te wijzigen aan de setup. Wat extra grip lijkt me geen straf, dus ik kies voor bredere banden, van 35 millimeter breed. Ondertussen begint de strook door keiharde wind en een enkele zonnestraal een beetje op te drogen en zo wordt de tweede passage over de kasseien al een stuk beter te doen dan voorheen. Het vertrouwen groeit, de omstandigheden worden iets minder slecht en het rijden over de kasseien begint zelfs een beetje te wennen.

Na de derde omloop begin ik zelfs plezier te krijgen in het rijden over kasseien. Alhoewel het loodzwaar blijft, begin ik de zoveel besproken techniek die je voor de stroken nodig hebt onder de knie te krijgen. Gelukkig maar, want een dag later staat de 145 kilometer lange toertocht van de Paris Roubaix Challenge op het programma, met alle stroken vanaf het Bos van Wallers.

Dertig kilometer stuiteren
En zo slecht als het weer de eerste dag was, zoveel beter is het de dag van de cyclo. De wolken zijn verdwenen en we kunnen zelfs starten met een korte broek. Niet veel later gaan ook de windstopper en de armstukken uit. Door het goede weer zijn de stroken opgedroogd en dus zijn de omstandigheden quasi-perfect voor een dag in de hel.

‘Mijn’ S-Works Roubaix SL8, met 32mm S-Works Mondo banden op een Roval Rapide wiel (voor) en een Roval Terra wiel (achter) – foto: WielerFlits/Ties Wijntjes

Toch voel ik kort voor het opdraaien van de Trouee d’Arenberg gezonde spanning. Niet voor niets is het bos gevreesd onder prof en toerder; de kasseien zouden er slechter liggen dan waar dan ook.

Na ongeveer 50 kilometer over asfalt laten we de bandjes af en is het tijd om te beginnen aan de ruim 30 kilometer aan kasseien die we verdeeld over 19 stroken voorgeschoteld krijgen. Dan is er geen ontkomen meer aan: het is tijd voor het bos.

Het is druk en dus is het behoorlijk slalommen tussen alle mede-toerders door. Ik probeer te genieten van het bos en de historische omgeving, maar ik kan me enkel richten op de kasseien voor mij en het zoeken van de beste lijn. Ik stuiter alle kanten op, maar toch geniet ik met volle teugen want na enkele kilometers oefenen de dag ervoor heb ik de techniek van het rijden over kasseien redelijk onder de knie.

Zo volgt sector na sector, waar ik samen met fietsmaten Peter en Florian iedere keer weer vol op vlieg. De wind in de rug zorgt ervoor dat we menig strook op hoge snelheid aanvallen en een enkele keer zelfs snelheden tegen de vijftig kilometer per uur aantikken op de kasseien. Ondanks de drukte en de stuurmanskunsten die het inhalen vereist, levert het een magisch gevoel op.

Niet alleen sector na sector, maar ook hoogtepunt na hoogtepunt volgt. Van Pont Gibus tot de kasseitjes in Roubaix en van Mons-en-Pévèle tot het Velodrome André-Petrieux; de rit staat vol van de koershistorische orgelpunten. Al die plekken, zo bekend van de televisie, nu zelf passeren, is een ongekend genot. Het is een cliché, maar het is precies wat de wielersport zo mooi maakt: de wegen waarop de profs koersen, zijn de andere 355 dagen van het jaar ‘gewoon’ van het grote publiek.

De laatste kasseienstroken zetten we nog eens flink aan en nemen we de bijzondere omgeving, ondergrond en sfeer nog eenmaal goed in ons op, om in het legendarische velodroom triomfantelijk over de streep te rollen.

Wie mij een dag eerder had verteld dat ik de toertocht van Parijs-Roubaix – en iedere kasseienstrook incluis – met zoveel plezier zou afwerken, nadat ik tijdens mijn kennismaking met de kasseien alle kleuren van de regenboog scheet, zou ik voor gek uit hebben gemaakt.

Toch was het zo, want superlatieven schieten tekort na deze bijzondere rit waar hemel en hel zich even leken te verenigen. De tegenstelling van de bijzonder mooie ervaring en de verschrikkelijke kasseienstroken zou haast niet groter kunnen zijn.

Meest gelezen

Om te reageren moet je ingelogd zijn.