EK Wielrennen 2019: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften
foto: Cor Vos
zaterdag 10 augustus 2019 om 07:30

EK Wielrennen 2019: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften

Nederland is dit jaar het decor voor het Europees kampioenschap wielrennen. Alkmaar huisvest de titelstrijd in de verschillende categorieën. Eentje daarvan is die van de beloften. De UEC zoekt in de Noord-Hollandse kaasstad een opvolger voor Marc Hirschi. Wie daarvoor in aanmerking komen? Met deze voorbeschouwing van WielerFlits mis je geen enkele favoriet!

Historie

De Europese kampioenschappen zoals we die vandaag de dag kennen, werden voor het eerst geïntroduceerd als een wedstrijd voor de beloften. Dat was in 1995, een jaar voordat de categorie officieel door de UCI werd omarmd. In het Tsjechische Trutnov was Mirko Celestino toen aan het feest, voor de Let Romāns Vainšteins en Giuliano Figueras. Wat opvalt aan de vorige 24 winnaars, is dat er eigenlijk niet eentje uitgegroeid is tot een renner van de absolute wereldtop. Ook van de overige medaillewinnaars kun je dat amper zeggen.

Toch zijn er zeker een aantal bekende renners die de Europese trui hebben bemachtigd. Zo was cultheld Salvatore Commesso in 1997 de beste, pakte Michael Albasini in 2002 de bloemen, een jaar later gevolgd door Giovanni Visconti. Benoît Sinner pakte in 2006 in Valkenburg het goud, terwijl Kris Boeckmans in 2009 in eigen land zegevierde toen het EK plaatsvond in Hooglede-Gits. In 2012 was Jan Tratnik vervolgens de beste in het Nederlandse Goes. Een jaar later pakte Sean De Bie een tweede Belgische EK-titel op vier jaar tijd.

Boeckmans won voor eigen volk – foto: Cor Vos

Naast de succesverhalen, zijn er ook een paar minder geslaagde hoofdstukken aan het wielerboek toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan Zoran Klemenčič. Hij werd na zijn zege in 1998 meteen prof, maar verder dan een etappezege in de Driedaagse De Panne-Koksijde kwam hij niet. Zijn vijfde plek op het WK van 2002 was zijn laatste opleving. Ook Michele Gobbi (1999) en Graziano Gasparre (2000) werden bepaald geen hoogvliegers. Sommigen haalden de profs zelfs helemaal niet: Kalvis Eisaks (2004) en Andrey Klyuev (2007).

Van de laatste tien winnaars, schopte iedereen het tot de profs. De winnaar van 2010 Piotr Gawroński was slechts twee jaar prof, te weten in 2013 en 2014 bij CCC Sprandi Polkowice. Julian Kern (winnaar in 2011) was in diezelfde periode beroepsrenner bij AG2R La Mondiale. De laatste jaren kwamen er wel steeds meer renners van naam op de erelijst. Hoewel ze nog het nodige moeten bewijzen, lijkt er met name voor Stefan Küng en Marc Hirschi een mooie toekomst in het verschiet te liggen. Datzelfde gold voor de eerder deze week overleden Bjorg Lambrecht. Hij werd in 2016 nipt tweede achter Aliaksandr Riabushenko.

Lambrecht juicht, maar hij is nipt tweede – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars flag-europe EK U23
2018: flag-ch Marc Hirschi
2017: flag-dk Casper Pedersen
2016: flag-by Aliaksandr Riabushenko
2015: flag-sk Erik Baška
2014: flag-ch Stefan Küng
2013: flag-be Sean De Bie
2012: flag-si Jan Tratnik
2011: flag-de Julian Kern
2010: flag-pl Piotr Gawroński
2009: flag-be Kris Boeckmans


Parcours

De beloften rijden zaterdagochtend twaalf rondes van 11,5 kilometer door de straten van het centrum in Alkmaar. Goed voor een koers van 138 kilometer. Geen onoverkomelijke afstand in het U23-circuit, zeker niet wanneer je naar het profielkaartje kijkt: het parcours in Noord-Holland is namelijk volledig vlak. Om erachter te komen waar de moeilijke punten zitten, ging WielerFlits te rade bij Niki Terpstra. De winnaar van Parijs-Roubaix 2014 en de Ronde van Vlaanderen 2018 komt uit de buurt en hielp de organisatie met het parcours.

“Het rondjes is echt superzwaar”, vertelt de Noord-Hollander. “Dat komt vooral door de vele bochten die in het parcours zitten. Het is constant draaien en keren, een beetje in de stijl van een criterium. En dan heb je de kasseien er nog bij. Ik denk dat heel veel renners verrast zullen zijn nadat ze het eerste rondje hebben gereden. Ze vertrekken waarschijnlijk naar Noord-Holland met het gevoel dat het een makkelijk rondje is. Maar dan komen ze op het rondje terecht en zullen ze erachter komen dat het toch andere koek is”, denkt Terpstra.

Start/finish is op de Kanaalkade. Het eerste deel van het rondje meandert door het centrum en komt voorbij aan het Kerkplein en het Waagplein, bekend van haar kaasmarkt. In totaal zitten er zeventien negentig-graden-bochten in het 11,5 kilometer lange parcours, waarvan veertien in het eerste stuk. Zodra de renners het water oversteken naar de Randersdijk, gaat het in een rechte lijn naar de Saturnusstraat. Vervolgens is het weer vol gas naar de volgende bocht, waarna ze linksaf slaan naar de Populierenweg en Munnikenweg. De laatste bocht (wederom negentig graden) naar de finish, ligt op zo’n vierhonderd meter voor de lijn.

Naast het vele bochtenwerk, zijn de kasseien op de Munnikenweg (circa een kilometer lang) de scherprechter. “De plaatsing is natuurlijk al heel speciaal. Het einde van de kasseistrook is op 800 meter van de finish. Dat is heel bepalend. Tijdens de koers is die strook zwaar, maar in de finale – en vooral in de laatste ronde – is het koersbepalend”, zegt de ervaren renner van Total Direct Energie. “Het zou best kunnen, maar ik verwacht geen massasprint. Het gaat echt loodzwaar zijn. Ik kan het fout hebben, maar ik denk dat het een afvalkoers gaat zijn.”

“Als je vervolgens een goede sprint wilt rijden, dan moet je in een goede positie zitten als je de kasseistrook opdraait”, verklapt Terpstra. “De eerste sprint is dus al als je naar de Munnikenweg toe rijdt. Op de kasseien heb je geen tijd om te herstellen én moet je al klaar zitten voor de eindsprint. En als het regent, gaat het zeker niet uitdraaien op een massasprint. Dan overleven de sterkste beren. De klinkerstroken zijn niet afgezet, waardoor de kasseistrook iets makkelijker is. Maar daar gaat het peloton alsnog op een lint zitten.”

Start: 09.00 uur
Finish: 13.00 uur
Totale afstand: 138 kilometer


Favorieten

Een massale aankomst zit er volgens Terpstra zaterdag niet in. Desondanks zullen de snelle mannen met inhoud – zeg maar de types die lijken op Peter Sagan, Michael Matthews en Matteo Trentin – de boventoon voeren. Alkmaar kan in ieder geval rekenen op een prachtig deelnemersveld. Bovendien zijn er enkele landen die op meerdere kaarten kunnen spelen: ofwel een sprint met een sterke spurter, of een ultieme aanval op de Munnikenweg met een van hun powerhouses. Een solo in de laatste twee kilometer behoort tot de opties.

Stokbro wint de Ronde van Vlaanderen U23 – foto: Cor Vos

Een van de sterkste blokken aan de start in Alkmaar, is – zoals gebruikelijk – Denemarken. In de beloftencategorie komt het Scandinavische land altijd bovendrijven. Met Andreas Stokbro hebben ze iemand aan boord die een parcours op zijn lijf vindt. De 22-jarige prof van Riwal-Readynez is iemand die eendagskoersen heel erg goed aankan, zeker wanneer die in Noord-Europa plaatsvinden. Daarnaast heeft Stokbro een ijzersterke sprint in de benen. Eerder dit jaar won hij de Ronde van Vlaanderen U23 en werd hij tussen de profs vijfde in de GP Marcel Kint en dertiende in Tro-Bro Léon. Hem eraf rijden gaat niet snel gebeuren.

Stan Dewulf na Roubaix voor profs dit jaar – foto: Cor Vos

Ook de Belgen trekken met een sterk bataljon naar Alkmaar. Met de dit seizoen constant presterende Cédric Beullens, de rappe Jens Reynders en krachtpatser Brent Van Moer kan bijna iedereen winnen. Hun snelste renner komt zo dadelijk nog aan bod. Maar gezien de weersomstandigheden, moet je ook kijken naar de sterkste mannen binnen de teams. Bij België kom je uit bij Stan Dewulf. De eerstejaars prof van Lotto Soudal is gemaakt voor dit werk. Vorig jaar won hij nog Parijs-Roubaix U23. Dat hij bij de profs nog niet echt is opgevallen, wil niet zeggen dat hij hier niet kan winnen. De historie wees meer dan eens anders uit.

Walls klopt onder andere Dainese in Frankrijk – foto: Cor Vos

Geen Tom Pidcock, Jake Stewart of Ethan Hayter bij Groot-Brittannië. Ondanks dat gemis, staan de Britten niet met hun rug tegen de muur. Ze hebben met Matthew Walls namelijk nog een paard om op te wedden. De 21-jarige stagiair van EF Education First weet wat het is om een Europese titel te bemachtigen. Hij is regerend Europees kampioen Afvalkoers op de baan bij de elite. Maar ook op de weg heeft hij – vooral dit jaar – indruk gemaakt. Walls werd tweede in de Arno Wallaard Memorial en boekte een ritzege in de Giro d’Italia U23. Zondag werd hij nog dertiende in Prudential RideLondon-Surrey Classic (WorldTour).

Een bekend beeld, Bjerg met goud in zijn handen – foto: Cor Vos

Net als België, heeft ook Denemarken meerdere ijzers in het vuur. Ze rekenen in een sprint van een (kleine) groep dus op Stokbro en anders op de eveneens rappe Niklas Larsen. Verder hebben ze een aantal sterke tijdrijders, renners met inhoud dus. Verreweg de bekendste van hen is Mikkel Bjerg. De 20-jarige tweedejaars prof van Hagens Berman Axeon is niet aan zijn beste seizoen bezig, maar vlak hem tijdens kampioenschappen nooit uit. We hebben het hier namelijk over de tweevoudig wereldkampioen tijdrijden U23. In een écht zware koers komt hij altijd bovendrijven, zoals in de Rabobank Dorpenomloop Rucphen vorig jaar.

Gerben Thijssen na ritwinst in A Travers Les Hauts de France – foto: Cor Vos

De wielerwereld is als gezegd in rouw. Maar vooral België is geraakt door het intrieste bericht over het plotse overlijden van Bjorg Lambrecht, op basis van zijn leeftijd was hij nota bene nog belofte. Maar wat zou het toch mooi zijn als een van zijn landgenoten hem zaterdag kan eren met de Europese titel. Een van die mannen is Gerben Thijssen, die sinds kort een ploeggenoot van Lambrecht was. De neoprof is katterap en zal dat in Alkmaar graag willen tonen. Dit jaar was de 21-jarige Belg al drie keer zegezeker, met overwinningen in Tour d’Eure-et-Loir, A Travers les Hauts de France en de Memorial Philippe Van Coningsloo.

Bissegger hoeft niet op zijn sprint te wachten – foto: Jan Brychta

Zwitserland heeft dit voorjaar in meerdere U23 Nation’s Cup-wedstrijden de koers in handen genomen. Met renners als Johan Jacobs, Robin Froidevaux en Mario Spengler, kunnen ze ook nu in de finale een belangrijke rol voor zich opeisen. Maar de man die het voor het Alpenland moet gaan doen, luister naar een andere naam: Stefan Bissegger. De 20-jarige coureur beschikt over een grote motor, waardoor hij in zijn eerste jaren vooral opviel als een prima tijdrijder. Maar dit seizoen mengt hij zich ook meer en meer in massasprints, met een profzege in de Tour de l’Ain als gevolg. Men is gewaarschuwd: kieper hem overboord.

Eekhoff lijkt de voornaamste Nederlandse troef – foto: Jan Brychta/Vredeskoers 2018

Nederland was al bijzonder succesvol tijdens dit EK op eigen bodem. Voor de wegwedstrijd bij de beloften hebben ze ook meerdere ijzers in het vuur. Met Daan Hoole en Daan van Sintmaartensdijk zullen ze proberen mee te zitten in het eerste deel van de koers. Mocht het toch bijeen blijven en op een veredelde massasprint uitdraaien, dan hebben ze Marijn van den Berg en vooral Nederlands U23-kampioen David Dekker achter de hand. Maar anders rekenen ze op Marten Kooistra en Nils Eekhoff, beiden ook rap aan de meet. Vooral Eekhoff is bezig aan een uitstekend seizoen; hij bewees al vaker een koers te kunnen afmaken.

Als Dainese er nog aan hangt, staat de winnaar welhaast vast – foto: Petros Gkotsis

Italië had bij mooi weer de topfavoriet in huis. In dit veld beschikt Alberto Dainese namelijk over de rapste benen. De 21-jarige renner van SEG Racing Academy heeft bij de Nederlandse ploeg geleerd hoe hij dit soort koersen moet aanpakken. Qua profiel heeft het parcours in Alkmaar enigszins iets weg van de Gooikse Pijl, waarin Dainese vorig jaar zesde werd. Zijn eerste deel van dit seizoen was uitstekend, met vijf UCI-overwinningen. Hij liet ons weten uit te kijken naar het EK. Mocht Dainese winnen, dan heeft Team Sunweb (waar hij in 2020 zijn profdebuut maakt) met Hirschi, Pedersen en hem de laatste drie EK’s U23 in de ploeg.

Jerman hikt tegen zijn eerste zege van het jaar aan – foto: Marcel Koch

Slovenië kent een generatie met een aantal heel leuke talenten. De bekendste is uiteraard Tadej Pogačar (die hier op basis van zijn leeftijd nog zeker had mogen meedoen), maar ook op het gebied van eendagsklassiekers en massasprints hebben ze een sterke pion. Toen Žiga Jerman vorig jaar Gent-Wevelgem voor beloften won, leek dat een toevalstreffer. Niets bleek minder waar, want hij bleeft goede prestaties opstapelen. Zo sprintte hij in de Tour de l’Avenir en de profkoers Tour of Taihu Lake naar diverse ereplaatsen. Dat deed de stagiair van Groupama-FDJ U23 dit jaar ook. Valt het dubbeltje zaterdag de kant van Jerman op?

Servisch kampioen Rajovic boekte een van zijn profzeges in China – foto: Tour of Qinghai Lake

Tijdens een kampioenschap eindigen er altijd een aantal namen van voren die je op voorhand niet meteen had verwacht. Voor het EK bij de beloften kan dat zo maar Dušan Rajović zijn. Hij is Servisch kampioen bij de elite. Nu zegt dat misschien niet veel voor een klein en a-typisch wielerland, maar toch heeft de rappe man al zeven profzeges op zijn naam staan. Ook in lastigere eendagskoersen in de Balkan kwam de 21-jarige renner van Adria Mobil prima voor de dag. Hij heeft het nadeel dat hij niet over een ploeg beschikt die hem uit de wind kan houden. Maar als-ie heel de dag volgt, berg je dan maar in de eindsprint.

Niklas Märkl is sterk en snel – foto: Cor Vos

Omdat het parcours volgens Terpstra bij slecht weer een echte afvalkoers gaat zijn, zal zaterdag hoogstwaarschijnlijk de sterkste man winnen. Toch moeten we ook rekening houden met een aantal outsiders. Denk dan vooral aan Karl Patrik Lauk (Estland), Barnabás Peák (Hongarije), Nicolas Dalle Valle (Italië), Michael O’Loughlin (Ierland), Pit Leyder (Luxemburg), Erlend Blikra, Søren Wærenskjold (beiden Noorwegen), André Carvalho (Portugal), Stanislaw Aniolkowski (Polen) en prof Manuel Peñalver (Spanje). De grootste dark horses zijn de sterke Duitse sprinter Niklas Märkl en de Italiaan Alexander Konychev. Hij verraste het peloton eerder dit jaar met een aanval in de slotkilometer tijdens L’Etoile d’Or.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Andreas Stokbro,
*** Stan Dewulf, Matthew Walls
** Mikkel BjergGerben Thijssen, Stefan Bissegger
* Nils Eekhoff, Alberto Dainese, Žiga Jerman, Dušan Rajović

Lijst met inschrijvingen
Website organisatie


Weer en tv

De weersomstandigheden zullen zaterdag waarschijnlijk een hoofdrol opeisen. Weeronline geeft het weer in Alkmaar voor die dag het cijfer drie. Er is negentig procent kans op regen, waarbij de meeste neerslag ’s ochtends valt. Precies wanneer de beloften hun wedstrijd afmalen. Ook de wind zal een spelbreker zijn. Die waait namelijk aan windkracht zeven vanuit het zuidwesten, waardoor-ie schuin tegen staat op de kasseistrook. Voor de fanatiekelingen die niets willen missen: op de Eurosport Player is de koers live te volgen. Bespreek het wedstrijdverloop in de Volg Hier van WielerFlits.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.