Gorka Izagirre heeft de achtste etappe in de Giro d’Italia op zijn naam geschreven. De Spanjaard was samen met drie anderen overgebleven uit een omvangrijke kopgroep en maakte het in een spannende slotkilometer knap af. Giovanni Visconti werd tweede, Luis León Sánchez derde. De klassementsrenners eindigden allemaal in dezelfde tijd.

Uiteindelijk sloegen zestien renners een gat. Dit waren de namen: Lukas Pöstlberger, Gregor Mühlberger, Jan Barta (allen BORA-hansgrohe), Iljo Keisse (Quick-Step Floors), Alex Howes (Cannondale-Drapac), Christopher Juul Jensen (Orica-Scott), Luis León Sánchez (Astana), Kristian Sbaragli (Dimension Data), Roberto Ferrari (UAE Emirates), Laurent Didier (Trek-Segafredo), Jasper De Buyst (Lotto Soudal), Vyacheslav Kuznetsov (Katusha-Alpecin), Mirco Maestri, Vincenzo Albanese (beiden Bardiani-CSF), Maciej Paterski en Branislau Samoilau (CCC Sprandi Polkowice).

Versnelling Sánchez
Wilier Triestina en Gazprom-RusVelo hadden de slag gemist. De twee ProContinentale ploegen gingen daarom op kop van het peloton rijden in de hoop de voorsprong te verkleinen. Dat lukte aardig, want aan de voet van de Monte Sant’Angelo – een klim van de tweede categorie – was het verschil teruggebracht van maximaal twee en een halve naar één minuut. Sánchez zag het gevaar en reed weg op de beklimming. In eerste instantie zat Samoilau nog in zijn wiel, maar de Wit-Rus kon het hoge tempo van de Spanjaard niet volgen.

Sánchez kwam uiteindelijk over de top met één minuut voorsprong op een groep van acht achtervolgers. Daarin zaten naast Pöstlberger, Mühlberger, Sbaragli, Didier en Samoilau uit de oude kopgroep ook drie Italianen die de sprong vanuit het peloton hadden gemaakt. Het ging daarbij om Giovanni Visconti (Bahrain Merida), Davide Villella (Cannondale-Drapac) en Valerio Conti (UAE Emirates). In de afdaling wisten bovendien Julen Amezqueta (Wilier Triestina), Clément Chevrier (AG2R La Mondiale), Gorka Izagirre (Movistar)  en Ivan Rovny (Gazprom-RusVelo) aan te sluiten.

foto: La Presse

Conti virtueel leider
Wilier Triestina-Selle Italia en Gazprom-RusVelo zaten nu dus wel mee, maar ditmaal had Bardiani-CSF niemand vooraan. In plaats van de hele ploeg op kop te zetten, besloten Enrico Barbin en Nicola Boem om de handen ineen te slaan en aan koppeltijdrit te beginnen. Mét succes, want de twee slaagden erin de kloof te dichten, waardoor we een kopgroep kregen van vijftien man, aangezien Sánchez zich had laten terugzakken. Conti was vooraan de best geplaatste op 2’10 van Bob Jungels. Quick-Step Floors liet het verschil daarom niet groter worden dan vijf minuten.

Op veertig kilometer van het einde was de achterstand al teruggebracht naar twee minuten. Dat zorgde voor enige nervositeit bij Visconti. De Italiaan besloot daarom te versnellen op een kort hellinkje en kreeg Conti, Sánchez, Mühlberger en Izagirre met zich mee. De vijf werkten lange tijd uitstekend samen, maar Conti verbrak de goede verstandhouding met nog dertien kilometer te gaan door weg te rijden op een dalend stukje, vlak voor de beklimming van de Coppa del Formaro. De Italiaan werd echter ingerekend, waarna Visconti het probeerde, maar dat liet Conti niet toe. De renner van UAE Emirates haalde hem terug en ging vervolgens zelf weer in de aanval, maar die poging bleek eveneens tevergeefs. Daarna bleef het aanvallen regenen, zij het zonder veel succes, want op de top waren er nog vier samen. Alleen Mühlberger moest passen.

foto: LaPresse

Valpartij Conti
De vier leiders gingen vervolgens met dertig seconden voorsprong op het peloton de lastige slotkilometer in. Voor Conti hield het avontuur daar op, want de onfortuinlijke Italiaan kwam ten val bij een haakse bocht. Izagirre nam op dat moment een paar lengtes en stond die voorsprong niet meer af, ondanks een verwoede poging van Visconti om het gat te dichten.

Enrico Battaglin (LottoNL-Jumbo) won de pelotonsprint voor plaats vier. De klassementsrenners finishten allemaal in dezelfde tijd. Mikel Landa probeerde op tien kilometer van het einde nog wel weg te rijden, maar de Sky-renner kreeg geen ruimte.

foto: Sirotti