Dario Cataldo boekte in de nadagen van zijn carrière zijn vijfde profzege. De 34-jarige Italiaan van Astana verschalkte na 220 kilometer de aanval zijn medevluchter Mattia Cattaneo (Androni Giocattoli-Sidermec) in een sprint-à-deux. “En ik wilde aanvankelijk niet meespringen, omdat ik twee moeilijke dagen achter de rug had”, vertelt hij in het flashinterview.

“Vanmorgen dacht ik alleen maar: als ik de finish maar haal“, gaat Cataldo verder. “In de beginfase waren de benen best oké. Ik probeerde het één keer, toen Cattaneo wegreed. Maar ik zat mee, al zei ik wel meteen tegen hem: ‘Het gaat moeilijk zijn om voor de winst te rijden’. Toen heb ik me gefocust op goed eten en drinken. Tegen het einde kreeg ik zelfvertrouwen en uiteindelijk was het een fantastische finale!”

Dat Cataldo voor de zege kon sprinten, ging nog bijna mis. Hoewel het duo op een bepaald punt meer dan een kwartier voorsprong had, hielden ze aan de meet elf seconden over. “Ik hoorde dat Vincenzo Nibali en Richard Carapaz op komst waren. Ze volgden op een half minuutje na de afdaling. Cattaneo wilde toen niet meer overnemen. Toen heb ik tempo gemaakt en hoopte ik dat mijn sprint voldoende zou zijn voor de winst. En dat bleek gelukkig zo te zijn. Hier heb ik heel mijn leven van gedroomd!”