De slepende heupblessure van Marc Goos blijft maar duren. De Noord-Brabander ging eind november opnieuw onder het mes en wacht wederom een maandenlange revalidatie. “Maar ik heb er vertrouwen in dat het goed komt”, vertelt hij aan WielerFlits.

Nieuwe operatie
In 2014 breekt Goos tijdens een val in de Ronde van Zwitserland zijn heup. Later komen artsen erachter dat er ook een bloedvat beschadigd is geraakt. “Dat specifieke bloedvat zorgt voor de toevoer van bouwstoffen naar mijn heupkop”, legt Goos zelf uit. “En die toevoer was er niet meer. Samengevat sterft er dus een stukje bot in de heupkop af. Dat hebben ze eerst proberen te herstellen met stamceltransplantatie. Daardoor lag ik er heel 2015 uit, omdat het heel lang duurt voordat ze een conclusie kunnen trekken of die transplantatie helpt of niet. Helaas heeft dat niet geholpen en was er nog maar één optie over: een operatie waarbij ze de heupkop hebben vervangen door een kunststuk. Ze hebben een soort schil om de heupkop heen gezet, een halve kunstheup om het zo maar te zeggen.”

Als gevolg daarvan loopt Goos op dit moment nog altijd met één kruk. “Van die ingreep ben ik nu aan het herstellen. Al met al gaat het best goed, maar daardoor zit ik op dit moment natuurlijk volle bak in de revalidatie. Ik ben iedere dag bij de fysiotherapeut aan het trainen en onder behandeling. Op dit moment kan ik nog niets zeggen of ik ooit kan terugkeren op het allerhoogste niveau. Daarvoor sta ik nog te vroeg in mijn herstel. Ik hoop straks natuurlijk wel weer op de fiets te zitten. Ik ben daarom op zoek gegaan naar een hele goede heupspecialist voor dit hele gebeuren. Op dit gebied hoort hij bij de beste arten ter wereld. Hij is heel positief over hoe de operatie is gegaan en hoe het is gelukt. Hij ziet nog alle mogelijkheden, dus ik heb er ook nog steeds alle vertrouwen in. Zeker weten.”

Onzekere toekomst
Het is echter de vraag of het Goos gaat lukken. De renner uit Breda miste op de site van de UCI bij de ingeschreven renners van LottoNL-Jumbo, maar is daar inmiddels aan toegevoegd. Navraag bij die ploeg leert dat de medische staf concludeerde dat topsport op dit moment voor Goos niet mogelijk is. Hij staat nog wel onder contract bij de WorldTour-formatie, maar is niet inzetbaar als renner. “Op dit moment ben ik gewoon nog coureur”, stelt de klimmer zelf. “Ik leef nog altijd als een topsporter en ben eigenlijk gemotiveerder dan ooit om weer terug te koersen straks. Maar ik kan het helaas niets overhaasten.”

“Ik moet het stapje voor stapje bekijken”, klinkt het reëel. “Deze blessure is natuurlijk niet niks. Het gaat een paar maanden duren voordat ik weet wanneer ik mogelijk weer zou kunnen koersen. De eerste maanden mis ik sowieso. Maar nogmaals: ik moet dat stap voor stap bekijken, op dit moment. Over een paar maanden hoop ik wel meer duidelijkheid te hebben, maar nu kan ik niets met zekerheid zeggen. Als het erop lijkt dat ik dit seizoen niet meer kan koersen, dat ik voel van: ‘Oké, het gaat niet meer. Het lukt niet met die heup.’, dan is het waarschijnlijk einde verhaal. Want dit is wel de laatste kans, dat is duidelijk.”

Hoopvol
Toch heeft Goos de hoop nog niet opgegeven, al bestaat de kans dat hij straks in juni al twee jaar lang geen wedstrijdkilometers gemaakt heeft. “Ik ga er vanuit om zo snel mogelijk weer te koersen. Daar ben ik elke dag hard voor aan het werken. Het is logisch als ik zeg dat het al te lang duurt, naar mijn gevoel. Ik weet ook niet wat ik anders zou moeten. Daar denk ik ook nog niet over na. Ik ben er in de lange tijd dat ik er nu uit lig wel achter gekomen dat ik het wielrennen zo leuk vind om te doen, dat ik nog gemotiveerder ben om terug te keren en weer te koersen. Over andere zaken kan ik nog niet echt nadenken. Daar ga ik ook niet van uit.”