Professor sportrecht: “UCI kan overstap Cian Uijtdebroeks niet beletten”
Er is sinds zaterdag veel te doen over de transfer van Cian Uijtdebroeks van BORA-hansgrohe naar Jumbo-Visma. De Nederlandse formatie presenteerde de Belgische klimmer als nieuwste aanwinst, maar BORA-hansgrohe liet daarop weten dat Uijtdebroeks nog tot 31 december 2024 onder contract ligt bij de Duitse formatie. Hoe zit dit juridisch? Kan een renner zijn doorlopende contract zomaar verbreken? En hoe zit het met een eventuele schadevergoeding?
De Internationale Wielerunie (UCI) stelt twee voorwaarden. Allereerst moet de UCI Pro Cycling Council zijn toestemming geven, maar daarnaast moeten ook beide ploegen akkoord gaan met een transfer. In het geval Cian Uijtdebroeks is daar duidelijk geen sprake van. Toch is er volgens Frank Hendrickx, professor sportrecht aan de KU Leuven, weldegelijk een transfer mogelijk.
“Het UCI-reglement is, zoals elk reglement van een sportbond die in Europa is gevestigd, onderworpen aan het Europees recht”, begint Hendrickx in gesprek met Knack. “Een verbreking van een contract steunt op de vrijheid van arbeid en van het vrije verkeer van werknemers in de hele Europese Unie. De UCI zal de overgang niet kunnen beletten en Uijtdebroeks dwingen om bij BORA-hansgrohe te blijven.”
Schadevergoeding?
Uijtdebroeks kan dus weg bij BORA-hansgrohe, maar hij moet mogelijk wel een schadevergoeding betalen, aldus Hendrickx. Dat zal het geval zijn als men tot het oordeel komt dat er geen ‘dringende reden’ was voor de contractbreuk. “Dan moet het al gaan over ernstige beledigingen en pesterijen, geweldpleging of het uitoefenen van ongeoorloofde psychologische druk. Dat is ook niet eenvoudig om te bewijzen.”
“Zonder dringende reden is er geen geldig ontslag en moet het contract onrechtmatig beëindigd worden. Dat kan alleen mits het betalen van een schadevergoeding. Daarbij is het belangrijk om te weten of de renner als zelfstandige of als werknemer een contract heeft, en welk recht van toepassing is verklaard op de arbeidsovereenkomst.” In het beginsel zou dat het Oostenrijkse recht zijn, want de personeelsleden van BORA-hansgrohe hebben een contract met Pro Cycling GmbH & Co. KG, een Oostenrijkse firma.
“Maar mogelijk kan ook het Belgisch recht gedeeltelijk van toepassing zijn, aangezien de Uijtdebroeks in België woont en een licentie heeft bij de Belgische wielerbond. Op basis van het Belgisch recht kan Uijtdebroeks dan een beroep doen op de fameuze wet van 1978. Daarmee kan een betaalde sportbeoefenaar zijn contract beëindigen als hij zijn ex-werkgever een vergoeding betaalt die gelijkstaat aan het salaris van de resterende duur van zijn contract, met een maximum van 36 maanden.”
Derdemedeplichtigheid
Daarmee is de kous echter nog niet af. Als blijkt dat Uijtdebroeks en Visma-Lease a Bike al contact hadden voor 1 december, de dag dat de renner zijn contract bij BORA-hansgrohe zou hebben verbroken, zou Visma-Lease a Bike schuldig zijn aan ‘derdemedeplichtigheid’, aldus Hendrickx. “BORA-hansgrohe zou dat wel moeten bewijzen en vervolgens moeten aantonen welke schade de ploeg daardoor heeft geleden. Op grond daarvan kan het een schadevergoeding van Visma-Lease a Bike vorderen. Die kan alleen worden toegekend door een rechtbank.”
Een transfer zou dit niet in de weg staan, maar het zou nog wel een ander gevolg kunnen hebben voor Uijtdebroeks en Visma-Lease a Bike. Ze zouden mogelijk voor de disciplinaire commissie van de UCI moeten verschijnen. Deze zou hen boetes tot 106.000 euro (Uijtdebroeks) en 528.000 euro (Visma-Lease a Bike) kunnen geven. Ook zou Visma-Lease a Bike dan nog dertien maandsalarissen van Uijtdebroeks moeten betalen aan BORA-hansgrohe. Een andere mogelijkheid is dat BORA-hansgrohe en Visma-Lease a Bike achter de schermen een regeling treffen.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.