Rapportcijfers 2021: BORA-hansgrohe
Nu het wielerseizoen 2021 er definitief op zit, kunnen we de balans opmaken. In een nieuwe rubriek legt WielerFlitsde WorldTour-teams langs de meetlat, van het laagste geklasseerde team op de UCI Ranking naar het hoogste. We gaan verder met het beste geklasseerde Duitse team op deze ranglijst, BORA-hansgrohe.
Doelen 2021
Aan het begin van het seizoen vroegen we performance manager Dan Lorang naar de doelen van BORA-hansgrohe voor 2021. Met onder meer sprintbom Pascal Ackerman, drievoudig wereldkampioen Peter Sagan, heuvelspecialist Maximillian Schachmann en klassementsrenners Emanuel Buchmann én Wilco Kelderman, waren de verwachtingen hooggespannen.
De Duitse formatie zelf zette in op drie hoofddoelen: een monument winnen in de klassiekers, het podium halen in een van de grote rondes en het groen winnen in de Tour de France. Daarmee hoopte de ploeg hoog op de UCI Ranking te eindigen.
Klassiekers: 2
Het najagen van een monument bleek een brug te ver voor BORA-hansgrohe. Peter Sagan kon in het voorjaar niet opnieuw een monumentale zege op zijn palmares bijschreven en we kunnen ook concluderen dat Nils Politt nog niet heeft gebracht wat van hem verwacht werd. De Slowaak werd in de sprint om de tweede plaats nog wel vierde in Milaan-San Remo, maar dichterbij kwamen ze in de overige monumenten niet.
Politt werd nog wel tiende in Omloop Het Nieuwsblad, maar in alle overige kasseienklassiekers en Strade Bianche werd er geen top-10 gerealiseerd door de Duitsers. In de E3 Saxo Bank Classic en Gent-Wevelgem kwam weliswaar niet één BORA-hansgrohe-renner voor in de uitslag, maar dat had alles te maken met het niet mogen starten wegens positieve coronatests binnen de ploeg.
Waar de voorjaarsmannen faalden, was het vervolgens aan Maximillian Schachmann om proberen de meubelen te redden in de heuvelklassiekers. Dat is niet gelukt. Hij werd weliswaar derde in de Amstel Gold Race, maar met een tiende plek in de Waalse Pijl en vooral een negende plek in Luik-Bastenaken-Luik kwam ook hij niet in de buurt bij een monumentale zege.
Ook in het najaar was het niet veel beter. Sterker nog: een 27ste plek in Parijs-Roubaix en een 41ste plek in de Ronde van Lombardije als beste resultaat mag met het materiaal dat BORA-hansgrohe tot haar beschikking heeft, een drama genoemd worden.
Grote rondes: 5
Iets minder desastreus was het in de grote rondes. In de Giro d’Italia won Peter Sagan de tiende etappe en boekte hij daarnaast nog vier top-5-noteringen. Dat was goed voor het puntenklassement in Milaan. In het eindklassement kwam het team er niet aan te pas, al had dat ook deels te maken met een opgave van kopman Emanuel Buchmann. De Duitser gaf in de vijftiende rit op, toen hij zesde in het klassement stond op een minuut van nummer twee Simon Yates en twee en een halve minuut op leider en latere eindwinnaar Egan Arley Bernal. Daar waren wellicht wat mogelijkheden geweest op het podium in een grote ronde.
Het zwaartepunt voor BORA-hansgrohe lag op de Tour de France. Sagan moest na elf etappes opgeven wegens een knieblessure, waardoor de kans op groen meteen wegviel. De Duitsers rechtten meteen de rug, want Nils Politt won de twaalfde etappe. Een aantal dagen later greep ook Patrick Konrad een ritzege. Daarnaast reed klassementskopman Wilco Kelderman een heel consistente Tour, wat aan het eind van de ronde resulteerde in een vijfde plek in het eindklassement. Absoluut geen slechte resultaten, maar BORA-hansgrohe mikte op meer.
In de Vuelta a España kreeg Felix Großschartner opnieuw de kans om voor een klassement te gaan. De Oostenrijkse klimmer kwam na drie weken op een tiende plaats in het klassement terecht. Daarnaast waren er twee top-4-resultaten voor de jonge sprinter Jordi Meeus. Al bij al was het in de grote rondes niet onaardig met in totaal drie ritzeges, het puntenklassement in de Giro en een knappe vijfde plek in de Tour, maar eerlijk is eerlijk: de hoofddoelstellingen van de ploeg zijn beide niet gehaald en dus levert dat net daarom een kleine onvoldoende op.
Overige wedstrijden: 7
BORA-hansgrohe boekte in 2021 de nodige overwinningen, liefst dertig in totaal. Acht daarvan – waarvan dus drie in de grote rondes – waren op WorldTour-niveau. Verreweg de grootste is de eindzege van Maximillian Schachmann in Parijs-Nice.
Ook werden er ritten gewonnen in de Ronde van Catalonië (Lennard Kämna en Peter Sagan), de Ronde van Romandië (Sagan) en het Critérium du Dauphiné (Lukas Pöstlberger). Daarnaast werden er vier nationale titels gegrepen en droegen ook de jonkies bij aan de zegeteller. Onder meer Ide Schelling, Jordi Meeus, Matthew Walls en Giovanni Aleotti waren dit jaar trefzeker.
In de overige WorldTour-rittenkoersen waren de mannen van teammanager Ralph Denk wel bij de pinken. Zo volgden er vijfde plekken in respectievelijk Tirreno-Adriatico (Matteo Fabbro) en de Ronde van Catalonië (Wilco Kelderman) en vierde plekken in het Critérium du Dauphiné (eveneens Kelderman) en de Ronde van Zwitserland (Schachmann). Op een lager niveau waren er eindzeges in de Sibiu Tour (Aleotti), Deutschland Tour (Nils Politt) en de Ronde van Slowakije (Peter Sagan).
In de overige voorjaarsklassiekers werden ook een aantal korte resultaten geboekt, terwijl Pascal Ackermann nog vijfde werd in Eschborn-Frankfurt. Mede dankzij dertig zeges, goede resultaten in de zwaardere WorldTour-rittenkoersen naast de grote rondes en de eindzege in Parijs-Nice, zal de ploegleiding toch te spreken zijn.
Eindcijfer: 4,7
Omdat de hoofddoelen alle drie niet behaald zijn, kan er moeilijk een voldoende uitrollen voor BORA-hansgrohe. Dat is dan ook het geval. De Duitsers reden verder een redelijk goed jaar met veel zeges, maar slechts een op de vier overwinningen waren op WorldTour-niveau. Voor een ploeg met mannen als Peter Sagan en Pascal Ackermann, mag je toch meer verwachten.
Ook Emanuel Buchmann kwam om diverse redenen niet helemaal uit de verf dit jaar en Nils Politt kende eveneens een moeilijk jaar. Maximillian Schachmann had ook geen uitschieter – hij was immers ook al titelverdediger in Parijs-Nice. Gelukkig waren jongelingen Ide Schelling, Jordi Meeus, Giovanni Aleotti en in het najaar Matthew Walls absoluut lichtpunten. Eigenlijk was Wilco Kelderman van de kopmannen de enige die constant een hoog niveau haalde.
In de rubriek Rapportcijfers 2021 geven we alle WorldTour-ploegen, de Belgische ProTeams en de Nederlandse Continental-teams rapportcijfers op basis van hun seizoen. We werken de UCI Team Ranking van beneden naar boven af, gevolgd door de ProTeams en op onze Continental-feed sluiten we af met de Nederlandse ploegen. Ieder team beoordelen we op interpretatie. Dat wil zeggen: een zesde plaats in het eindklassement van de Tour de France is voor de ene ploeg een daverend succes en voor de ander een fikse teleurstelling.
We beoordelen teams op basis van de klassiekers, de grote rondes en de overige koersen. Onder de klassiekers verstaan we de volgende voorjaarskoersen: Omloop Het Nieuwsblad, Strade Bianche, Milaan-San Remo, E3 Saxo Bank Classic, Dwars Door Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Daarbij aangevuld met in het najaar Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije. De grote rondes spreken voor zich, waardoor alle andere koersen vallen onder overige wedstrijden. Een team krijgt drie cijfers.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.