Steven de Jongh: “Ik verwacht niets meer van politieonderzoek”
foto: Cor Vos
maandag 25 februari 2019 om 19:00

Steven de Jongh: “Ik verwacht niets meer van politieonderzoek”

Interview Vier maanden nadat Steven de Jongh (45) in het Spaanse La Ganga ergens langs de kant van de weg werd ‘opgeraapt’, is hij opnieuw helemaal de oude. Eén minpuntje: de hoop dat hij de details van zijn mysterieuze val te weten komt, heeft de ploegleider van Trek-Segafredo opgegeven.

“Eigenlijk kan ik op dit moment niet iets bedenken waar ik nog last van heb”, antwoordt Steven de Jongh enthousiast op de vraag of hij nu weer helemaal in orde is. “Nochtans zag het er de eerste maanden na de val niet altijd even positief uit. Tot half december was er immers weinig progressie. Maar toen ging het gelukkig plots een stuk sneller vooruit.”

Maandag 15 oktober 2018. Tijdens een fietstocht in de omgeving van Girona blijft Steven de Jongh langer weg dan voorzien. Echtgenote Renée Meijer wacht nog even, maar in de loop van de namiddag is ze overtuigd dat er iets fout moet zijn gegaan. Meijer reageerde adequaat en vraagt de wereld om hulp via social media. “Ik mag van geluk spreken dat Renée zo snel gehandeld heeft. Wat daarna gebeurde, maakt me vandaag nog steeds emotioneel”, vertelt De Jongh. “Iedereen die connecties had in Girona en omgeving heeft wat ondernomen. Dat is een hele mooie vaststelling. In het wielrennen zijn we allemaal concurrenten, maar als zoiets gebeurt, staat iedereen er voor elkaar. De koers is een kleine maar fijne wereld.”

“Ik reageerde minder snel dan vroeger”
Op Strava was de route van De Jonghs ritje te volgen. Rond half elf in de voormiddag, vlak bij het meer van La Ganga, verdween de voormalige profrenner van de radar. Uiteindelijk werd hij met de hulp van de Spaanse politie én brandweer langs de kant van de weg teruggevonden. Bewusteloos. De Jongh werd in allerijl overgevlogen naar het ziekenhuis van Girona, waar als bij wonder alleen een hersenschudding werd vastgesteld. Er wachtte hem wel een aantal weken herstel.

Zelf heeft De Jongh nooit getwijfeld dat hij zijn carrière als sportdirecteur kon voortzetten. “Ik niet, nee. De mensen in mijn omgeving wel. Die zagen dat ik minder snel reageerde dan vroeger. Dat ik trager was in alles wat ik deed. Zelf heb ik dat nooit zo ervaren. Wat me wel parten speelde was de overvloed aan prikkels die ik moeilijker kon verwerken. Vooral lawaaierige ruimtes waren niet aan mij besteed. Beide ongemakken zijn ondertussen achter de rug.”

De Jongh hervatte voorzichtig zijn job tijdens de trainingskampen met Trek-Segafredo in Sicilië (december) en Mallorca (januari). “Daar kreeg ik snel bevestiging dat het goed zat. De renners staken me een hart onder de riem. Ook de collega’s die me kort na het ongeval hadden bezocht,  zagen me evolueren.”

Fietsen met broers Van der Poel
“Zelf fietsen verliep minder vlot”, geeft De Jongh toe. “Binnenshuis geen probleem. Op de fietstrainer met Zwift. Maar om buiten te rijden, had ik nood aan gezelschap. Dat was een mentale stap die kon tellen. Gelukkig kreeg ik ook daarin steun. Onder meer van leden van Trek-Segafredo. En van de broertjes Van der Poel, die ook in Kapellen wonen. Ik was wat blij dat ik een paar keer met Mathieu en David op pad kon.”

Steven de Jongh in de volgwagen van Trek-Segafredo tijdens de Volta ao Algarve – foto: Cor Vos

Ondertussen zijn we in de tweede helft van februari en zat De Jongh reeds achter het stuur van de volgwagen in de Ster van Bessèges en de Volta ao Algarve. Niets is er nog aan te zien dat het leven van de in België wonende Nederlander amper vier maanden geleden even aan een zijden draadje hing.

Frustratie
Iets meer dan een week geleden gingen De Jongh en zijn echtgenote terug naar de plaats van het ongeval. “Bij mijn vrouw riep dat veel emoties op. Voor mezelf was het eerder ‘raar’… Dat zwarte gat in mijn geheugen zorgt ervoor dat ik daar moeilijk emotie bij kan voelen. Frustratie, dat wel. Omdat ik niet weet wat er gebeurd is. Dokters vertelden mij eerder al dat, als je je binnen de 24 uur niets herinnert, het wellicht niet meer zal terugkomen. Toch hoopte ik vorige week, door terug te keren naar de bewuste plek des onheils, dat er ergens een lichtje zou gaan branden. Niet dus.”

Ook wat het onderzoek van de Spaanse politie betreft, maakt De Jongh zich geen illusies meer. “Er werd snel melding gemaakt dat een auto was gesignaleerd die met hoge snelheid in de buurt reed. Maar er was geen nummerplaat die kon helpen om het voertuig te identificeren. Vandaag is er nog niets veranderd. Ach, het is een doodlopend spoor waarvan ik niets meer verwacht. Ik denk dat ik gewoon blij moet zijn dat ik hier nog sta.”

Crashdetectie app
Dat hij er nog heel vaak aan terugdenkt, lijkt logisch. “Er zijn dagen van niet, maar er zijn evenveel dagen van wel. Ik heb op mijn Garmin wel een crashdetectie geïnstalleerd. Het is een app die bij een val onmiddellijk de locatie naar de contacten die ik heb ingegeven, doorstuurt. Die staat altijd aan. Ook mijn echtgenote had het een tijdlang moeilijk. Anderzijds was ze toch de eerste om me dat extra duwtje te geven toen ik toch weer alléén wilde gaan fietsen. “Als je dat wil, moet je het gewoon doen”, porde ze me aan. “Je moet gewoon een keer die stap zetten.” Mentaal voelt De Jongh zich vandaag een pak sterker. Ik spring niet meer een meter extra in de berm als ik op straat loop en een auto hoor naderen. Dat deed ik de eerste maanden wel.”

Steven de Jongh is dit weekend ploegleider in de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne. Via Parijs-Nice en Milaan-San Remo, duikt hij daarna het Vlaamse voorjaar in.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.