Mathieu van der Poel is klaar voor het wereldkampioenschap in Yorkshire. Zaterdag testte de Nederlandse topfavoriet nog eenmaal de benen in de Primus Classic, op de beklimming van de Moskesstraat. Alleen Peter Sagan en Greg Van Avermaet konden met veel moeite volgen. “Ik heb even de benen getest en dat voelde goed”, concludeert MVDP tevreden.

“Na die kasseiklimmetjes was er wel iets meer mogelijk, maar de samenwerking kwam niet snel genoeg op gang. Daarna zaten we met redelijk wat man terug samen. Jammer dat de koers daarna een beetje op slot ging. Anders had er misschien meer ingezeten”, vertelt Van der Poel over zijn laatste wedstrijd voordat hij afreist naar Groot-Brittannië.

Daarin eindigde hij als negentiende. “Dat komt omdat ik niet heb meegesprint. Ik zat namelijk niet goed gepositioneerd”, legt hij uit. “Sowieso ben ik op zo’n aankomst – als de koers niet lastig genoeg is geweest –  normaal niet de snelste. Daarom ben ik maar rustig naar de meet gereden.”

Na de wedstrijd besloot de coureur van Corendon-Circus nog honderd kilometer bij te trainen, om maar genoeg kilometers in de benen te hebben voor Yorkshire, waar er 285 kilometers overwonnen moeten worden. “Kwestie van de afstand nog één keer in de benen te hebben”, aldus Van der Poel. “Dat vind ik toch belangrijk. Een keertje in de buurt van die 300 kilometer komen. In de Tour of Britain is mij dat niet gelukt. Dit was de ideale dag om dat te doen. Zo heb ik het voor de klassiekers ook gedaan.”

De Nederlander kijkt daarom ook terug op een goede dag. “Ik ben uit de problemen gebleven”, zegt hij tot slot. “Daarnaast heb ik mij geamuseerd. Dat was natuurlijk helemaal goed.”