Vroege vluchtster Jackson zegeviert in chaotische Parijs-Roubaix Femmes, Truyen derde
Alison Jackson heeft Parijs-Roubaix voor vrouwen gewonnen. De Canadese van EF Education-TIBCO-SVB zat mee in de vlucht van de dag, die op het velodroom zou strijden om de zege. Jackson toonde zich in een chaotische sprint, waarin Femke Markus ten val kwam, sneller dan Katia Ragusa en Marthe Truyen.
Zaterdag stond de derde editie van Parijs-Roubaix voor vrouwen op het programma. Na twee eerdere zeges voor Trek-Segafredo met Lizzie Deignan en Elisa Longo Borghini, huisvestte SD Worx dit jaar de absolute topfavoriete met Lotte Kopecky.
Zegezeker achtte Kopecky zich voorafgaand aan de wedstrijd zeker niet. De Belgische toprenster gaf net als vele andere rensters aan dat de factor geluk in Parijs-Roubaix nog veel meer dan in andere wedstrijden een rol speelt bij het winnen van de koers. Daar had ze gelijk in, getuige ook de vele lekke banden en crashes in de editie van dit jaar.
Het parcours was dit jaar een twintigtal kilometer langer dan voorgaande jaren en telde in totaal bijna dertig kilometer aan kasseistroken, waarvan Mons-en-Pévèle (op 48 kilometer van de meet) en de Carrefour de l’Arbre (op 17 kilometer) op papier de cruciale stroken waren.
Gevaarlijke groep
De nervositeit zat er goed in bij de rensters toen rond 13.30 uur het officiële startschot van de wedstrijd werd gelost. Die nervositeit resulteerde erin dat aanvankelijk niemand weg wist te rijden, maar na vijftien kilometer was het dan toch raak. Maar liefst elf rensters wisten zich af te scheiden: Marta Lach (CERATIZIT-WNT Pro Cycling), Lisa van Helvoirt (Parkhotel Valkenburg), Josie Talbot (Cofidis Women), Susanne Andersen (Uno-X), Marie-Morgane Le Deunff (Arkéa), Alison Jackson (EF Education-TIBCO-SVB), Julia Borgström (AG Insurance – Soudal Quick-Step), Amber Pate (Jayco AlUla), Jesse Vandenbulcke (Human Powered Health), Marison Borras (St Michel-Mavic-Abuer93) en Mathe Truyen (Fenix-Deceuninck).
Tien kilometer later wisten nog eens zeven rensters de oversteek te maken. Het ging om Lisa Klein (Trek-Segafredo), Alice Towers (Canyon//SRAM Racing), Eugénie Duval (FDJ-SUEZ), Daniek Hengeveld (Team DSM), Katia Ragusa (Liv Racing TeqFind), Laura Tomasi (UAE Team ADQ) en Femke Markus (SD Worx). Team DSM had maar één renster mee, Hengeveld, en besloot in de achtervolging te gaan. Niettemin liep de voorsprong van de gevaarlijke snel op. Op een gegeven moment hadden ze bijna zes minuten.
Kopecky valt aan
Bij het opdraaien van de eerste kasseistrook was daar nauwelijks wat van afgedaan. Terwijl Hengeveld in deze fase wegreed bij haar medevluchters, zagen we in het peloton een lekke band voor Marianne Vos. Ze moest in haar eentje in de achtervolging en was nog niet teruggekeerd, toen op vijftig kilometer van het einde de vijfsterrenstrook van Mons-en-Pévèle begon. Lotte Kopecky trok hier ten strijde, nadat we onder meer Lorena Wiebes al tempo hadden zien maken voor het peloton.
De aanval van Kopecky zorgde ervoor dat er een achtervolgend elitegroepje ontstond. Daarbij, naast Kopecky, de volgende rensters: Elisa Longo Borghini, Lucinda Brand, Elise Chabbey, Pfeiffer Georgi, Franziska Koch, Sanne Cant, Floortje Mackaij, Chiara Consonni en Romy Kasper. Zij gingen op jacht naar de vroege vluchters, die met nog 43 kilometer te gaan weer samenkwamen – Hengeveld viel op dit moment terug – en nog altijd ruim drie minuten voorsprong hadden.
Val in de favorietengroep
De favorieten slopen snel dichterbij de koplopers, maar met nog 37 kilometer te gaan, kwam er een flinke kink in de kabel. Op sector 7 schoof Longo Borghini onderuit en zij nam een groot deel van haar medevluchters mee in haar val, waarbij Cant het grootste slachtoffer was. Ook Kopecky kletste hard tegen de keien en zou uiteindelijk terugzakken in het peloton met onder meer Marianne Vos. Ondertussen kon Kasper als enige door, maar zij werd later opgeslokt door een negental met onder anderen Brand.
De groep met Kopecky, Longo Borghini en Vos leek kansloos, maar dat was slechts schijn. Ze wisten na een lange achtervolging en met nog een kleine vijftien kilometer te gaan toch weer aan te sluiten bij Brand en co. In de kopgroep waren tegelijkertijd verschillende versnellingen, wat de organisatie niet ten goede kwam. Het verschil werd zodoende kleiner en kleiner. Kregen we in de ultieme finale nog een hergroepering?
Het leek er sterk op, want op de strook van Hem slonk de voorsprong tot nog geen tien tellen. Daarna kwam er echter weer wat meer samenwerking vooraan, waardoor het verschil weer opliep tot twintig seconden. Plots leken de overgebleven aanvallers – Markus, Duval, Lach, Ragusa, Jackson, Borras en Truyen – toch weer een serieuze kans te maken.
En inderdaad, de zeven draaiden met een voorsprong het velodroom op en zouden samen sprinten om de zege. Net voordat die sprint echt werd ingezet, ging Markus onfortuinlijk onderuit. Daarna toonde Jackson zich de snelste. Ze verwees Ragusa en Truyen naar de plaatsen twee en drie. Twaalf tellen achter de kopgroep sprintte Lotte Kopecky naar plek zeven, Marianne Vos werd tiende.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.