Crans-Montana : Wijnranken en schitterende vergezichten

Crans-Montana : Wijnranken en schitterende vergezichten

Na ons fietsavontuur over de Moosalp vervolgen we onze reis door het Zwitserse Valais met twee dagen in het prachtige Crans-Montana. Om daar te komen moeten we eerst een kleine overgangsetappe rijden. Deze voert ons vanuit het stadje Brig, via kuuroord Leuk en de vallei naar ons uiteindelijke eindpunt.

Na het verlaten van Brig zetten we koers in westelijke richting. Vandaag staan er een aantal leuke dingen op het programma, namelijk de klim naar Bratsch, waarna we doorrijden naar Leuk. Vervolgens gaat het via de dalroute naar Sierre vanwaar we aan de Col de Crans-Montana gaan beginnen.

Het eerste deel van de route is vrij vlak. We rijden door wat kleine dorpjes naar de voet van de beklimming. De klim over de Bergstrasse naar Bratsch is relatief kort, maar tijdens deze vijf kilometer klim omhoog slingeren gaan we aan 9,2% gemiddeld de hoogte in. En dat voel je.

Het is er enigszins druk met wat verkeer dat omhoog en naar beneden gaat, maar in het algemeen kun je je goed concentreren op de klim. Vergeet vooral niet regelmatig om je heen te kijken, want het uitzicht over de vallei en de tegenoverliggende bergtoppen is werkelijk waar schitterend. Bovendien biedt het een mooi uitzicht op de klim die we eerder naar Moosalp hebben gedaan. Je rijdt door een paar tunneltjes en met het slingerende pad is het werkelijk genieten. Ik ben eigenlijk best te spreken over deze opwarmingsklim. Het echte klimgeweld volgt later.

Crans-Montana

Eenmaal boven staan we even te genieten van de beklimming en alles eromheen. Daarna rollen we lekker naar Leuk toe, waar we de keuze hebben om de klim naar Leukerbad te doen en in het thermale bad te duiken. Die optie laten we vandaag links liggen. We rijden verder door naar Sierre, waar de voet van de Crans-Montana op ons wacht.

Crans-Montana is een samenstelling van de bergdorpen Crans en Montana, die samen in de winter een prachtig skiresort vormen en in de zomer zich steeds meer op fietstoerisme richten. De dorpen liggen op hoogte en bieden met een verscheidenheid aan routes echt een toffe bestemming. De Col de Crans Montana bestaat eigenlijk niet, maar is gecreëerd als landmark. Deze nieuwe beklimming wordt ook ingezet in de Haute Route Crans Montana, een driedaags evenement waarbij niet alleen deze beklimming, maar ook de naastgelegen Col du Sanetsch wordt bedwongen.

Wijnen, wijnen!

Je moet bij wijze van spreken met oogkleppen oprijden om de wijnranken die in dit deel van Valais eigenlijk overal te vinden zijn, te missen. De klim naar Crans Montana staat er werkelijk vol mee. Het zorgt voor een mooie omlijsting en dat is tevens mooi voor de foto’s.

De beklimming begint in het stadje Sierre, waar je, indien nodig, ook de gondel omhoog zou kunnen pakken. Met de Swiss Train Pass is deze gratis, anders moet je een paar Zwitserse franken betalen. Vanuit het dorpje steek je dus de wijngaarden in. Er zijn een aantal routes naar de top, die allemaal bestaan uit ongeveer 15 kilometer klimmen. De variant die wij rijden heet op Strava de Col de Crans Montana (Sierre) en vormt met 14,9 kilometer aan 8,2% een pittige uitdaging.

Straight to the top

De subtitel is wat misleidend, want de klim zelf kronkelt zeker de eerste zes kilometer mooi door de wijnvelden heen. Je kunt al snel door het dal heen kijken en dat is een fotostop waard. Sowieso is een kleine pauze verleidelijk, want de percentages liegen er niet om. Van kiet af aan is het 8% en meer omhoog. Het hoogteprofiel laat een straight-line-to-the-top zien. Ondertussen passeren we een paar keer de kabelbaan die omhoog gaat. In mijn achterhoofd hoor ik het stemmetje: waarom zit ik daar niet in?

Na zes kilometer draaien en keren komen we op een wat rechter stuk. We zitten nog steeds tussen de wijngaarden. Links en rechts op deze klim zie ik soms een mooi gravelpaadje omhoog. Tip: de chemin de Somberbondes is een mooi paadje met losse steentjes. Wij rijden zelf op de Route de Carles en bij elke bocht is het uitzicht weer schitterend. Dit is ook waar Crans-Montana om bekend staat: het schitterende bergpanorama aan de overkant van de vallei.

Schietgebedje

We slingeren verder naar de top en rijden op de Route de l’Eglise. In deze fase zijn we ruim halverwege. Mijn reisgenoten ben ik al even uit het oog verloren. Op de kerkstraat vraag ik nog om een beetje moed van boven. Het lijkt te helpen, want al malend kom ik op de grotere weg richting Crans, de Rue de Montana. Hierna gaat het nog een paar honderd meter door. Op de T-splitsing naar Aminona staan de twee afgetrainde semi-profs mij op te wachten. Beiden glurend op hun telefoon. Ze schrikken van mijn korte ‘hallo!’. Zo snel hadden ze me ook weer niet verwacht.

De vraag die rest: gaan we verder naar boven, of rijden we door richting het hotel? Ondanks de verzuring is er maar 1 optie: naar boven! Want als we dan toch bij deze ‘net-niet’ col zijn, dan wil ik ‘m afvinken ook.

We zien de omgeving veranderen. De wijngaarden maken plaats voor bos. Het wordt ook iets meer open, waarschijnlijk omdat we dichter bij de boomgrens komen. Het wordt ietsje frisser, maar dat is wel lekker. In het dal was het immers nog best warm.

Het laatste stuk is het toetje. Eenmaal in het gehucht Aminona denk je dat je er bent, maar schijn bedriegt. Vanaf daar draaien we nog 1 keer naar rechts en beginnen we aan de laatste drie kilometer. De weg is extreem rustig, met heel weinig verkeer. Voor het uitzicht heb ik weinig oog. Blijven malen is het devies. De laatste 200-300 meter worden nog even extra pittig met stukken aan 12%. Maar na een tijdje zwoegen verschijnt het bordje: Col de Crans Montana. We did it!

De schouderklopjes neem ik graag in ontvangst. Eerlijk is eerlijk: het ging erg moeizaam. Maar toch heb ik het gered. Tevreden rollen we naar beneden. Alhoewel, het is hier niet echt rollen, want we moeten vrij steil afdalen over een smalle weg. Nog even alert zijn dus. Na vijf kilometer sturen we met een voldaan gevoel de bikeparking van ons hotel in.

Weer of geen weer …

De weersvoorspelling de dag ervoor beloofde al niet veel goeds. Als we ’s ochtends wakker worden, zakt het enthousiasme harder dan de beurskoersen in 1929. Regen, regen en nog eens regen. Aan het ontbijt weten we het zeker: no way dat we midden in de zomer in 12 graden buiten gaan fietsen op een racefiets.

Maar goed, we hebben afgesproken met onze (Franstalige) lokale gidsen. Niet fietsen is in de ogen van deze mannen geen optie. Hoe ze het deden, weet ik nog steeds niet, maar op dat moment beslissen we: omkleden en ‘we zien wel’.

Eenmaal ingepakt met handschoenen, beenstukken en lekkere droge jacks is er een plan de campagne. We zijn nog niet warm, dus afdalen in de regen is vragen om een rampzalig begin van de dag. We gaan met de kabelbaan (daar is ie weer) naar beneden richting Sierre. Dan gaan we ongeveer 20 kilometer beuken in de regen en dan toch omhoog. De klim is een flinke inspanning, dan word je vanzelf warm. En zo geschiedde. Eenmaal beneden miezert en regent het nog steeds, maar we zijn nu onderweg. Er is geen omkeren meer aan.

De miezer blijft wanneer we op weg naar naar Sion. Vanuit daar beginnen we aan de klim naar Crans Montana. We duiken een beetje weg in onze kraag en er wordt relatief weinig gesproken. We schikken ons een beetje in de beslissing. Prima voor nu, maar de sfeer moet er nog een beetje inkomen.

Het stadje Sion is bij mij vooral bekend van de lokale voetbalclub. Die speelden ooit eens Europees en dan onthoud je dat. Verder ziet het er vrij industrieel uit, dus we rollen door het centrum heen. Onze gids maakt nog even een stop bij een lokale wijnhandel om een maat te groeten. Dat lijkt ook ons goed te doen. Want hoe bizar het ook lijkt, de lucht begint langzaam op te klaren.
Ik doe de mouwstukken van mijn jack af en ik maak me klaar voor de beklimming.

Drukte

Dat Sion een druk punt is, merken we op de weg omhoog. Dit stuk naar het dorpje Grimisuat gaat voor ruim 4 kilometer aan 7 procent gemiddeld. Dat is een beste klim. De gehele klim door naar Lens is 13,5 kilometer aan gemiddeld 3,9%. Daar zit dus wel een stukje vlak in. De weg is relatief druk en we slingeren weer langs de wijngaarden omhoog. Een stuk minder ‘scenic’ dan de dag ervoor, maar zeker niet minder mooi.

Na deze korte stop in Grimisuat is het door richting Lens en uiteindelijk naar Crans Montana. De route is wat meer op en af dan de beklimming de dag ervoor. Er zijn korte stukken van een paar kilometer aan 7 á 8% en dan is er weer een afdaling. De laatste 7 kilometer van de 42  die vandaag op het programma stonden zijn wel weer echt steil. We gaan eerst lang een stuk langs rotswanden waarna we beneden tussen de dennenbossen terechtkomen. Met de grijze lucht en soms een beetje mist doet dit schitterend aan.

Het panorama komt ook langzaam weer in beeld en dat zorgt weer voor mooie plaatjes. Ik voel me best goed en stamp mij een weg omhoog. De laatste kilometers zijn enigszins misleidend. We bereiken het dorpje Montana en in mijn hoofd ben ik dan klaar. Niets is minder waar. We moeten nog een kilometer of drie door omhoog en dat zijn net de zwaarste drie van de dag: 10-12 en zelfs 13%. Poeh. Daar had ik even niet meer op gerekend. Met de gedachte van een warm bord en een warm bad trap ik nog even door. Voldaan kom ik boven.

Les van de dag: ook als het regent, gewoon gaan. In de bergen kan het soms tegen zitten. Maar als je goed plant en goed nadenkt dan kan je er echt wel iets moois van maken.

Waanzinning mooi panorama

De agglomeratie Crans Montana is qua uitzicht een van de mooiste plekken om te zitten. Je zit wat hoger (1400 meter) en je hebt dus dat waanzinnig mooie panorama aan de overkant. De voorzieningen zijn goed. Het Hotel de la Forêt waar wij zaten, is een Swiss bike hotel. Met een afspoelplek, afgesloten opslag en reparatieplek heb je alles bij de hand. Niets op aan te merken. Het hotel zelf lijkt nog wel een kleine opfrisbeurt te kunnen krijgen, maar het is schoon, netjes en je zou er een mooie 80s film kunnen opnemen. Het ontbijt is goed verzorgd, dus tot zover, geen wanklank.

In het dorpje zelf zijn er meer dan genoeg voorzieningen zoals koffiebars, restaurant en een supermarkt. Je kunt er dus met de kabelbaan omhoog en dan ben je middenin het dorp. Er rijdt ook een (gratis) bus en er zijn verschillende connecties met andere plekken via het openbaar vervoer.

Tip om te eten: La Plage, gelegene aan het stad-strand, is gemoedelijk en ze hebben er goede lokale specialiteiten. Het bord pasta bij Le Michelangelo ging er ook goed in. De huurfietsen van Alex Sports waren degelijk. Koffie met een mega lekkere wafel haalden we bij Oil’s break in Montana. Dit lag aan de sjieke Rue du Prado, waar alle dure designkleding winkels zitten. Voor wijnliefhebbers is Le Tirbouchon op de Avenue de La Gare een aanrader.

Mocht je de regio graag tijdens een event willen ontdekken, overweeg dan de Haute Route Crans-Montana. Deze tocht neemt je in drie dagen helemaal mee naar de mooiste plekken in de buurt. Een high-end event, tegenwoordig onderdeel van de Ironman groep.

Voor off-road-fietsers beschikt Crans Montana ook een heleboel vette trails die je kunt rijden. Neem een van de liften omhoog of ga je helemaal te buiten op een van de trails van het bikepark. Of pak een toffe route in de buurt die je eerst omhoog fietst en dan naar beneden. Zoals eerder gezegd kun je ook off-road met de gravelbike. Zoek dan naar de mooie paadjes tussen de wijnranken, net onder het dorp.

Meer weten over fietsen in Valais? Ga dan naar valais.ch voor meer info. www.crans-montana.ch heeft alle info over het ski-dorp.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.