Petit Ballon: sleutelbeklimming in voorlaatste rit Tour de France
foto: Office de tourisme de la Vallée de Munster

Petit Ballon: sleutelbeklimming in voorlaatste rit Tour de France

Fietstoerisme Op voorhand leek de twintigste rit in de Tour de France één van de sleuteletappes in de Tour de France te worden, maar na de etappe over de Col de Loze kunnen we bijna met zekerheid zeggen dat Jonas Vingegaard deze Tour gaat winnen. Desalniettemin is deze Vogezenrit een van de fraaist vormgegeven etappes in Tour de France van de afgelopen jaren. UAE Team Emirates zal een plan bedenken om én de rit te winnen én de podiumplaatsen van Adam Yates en Tadej Pogacar veilig te stellen. De Petit Ballon lijkt hierin een sleutelrol te gaan spelen.

De twintigste rit in de Tour de France vertrekt op zaterdag 22 juli uit Belfort om via zes gecategoriseerde beklimmingen te finishen in het skioord Le Markstein. De Ballon d’Alsace (11,5 km aan 5,2 procent) is na 24 kilometer de eerste beklimming van de dag, waarna de Col de la Croix de Moinats (5,2 km aan 7 procent), Col de Grosse Pierre (3,2 km aan 8 procent) en de Col de la Schlucht (4,2 km aan 5,4 procent) volgen. In de finale liggen dan de Petit Ballon (9,3 km aan 8,1 procent) en de Col du Platzerwassel (7,1 km aan 8,4 procent).

Steiler dan de Grand Ballon
De Petit Ballon brengt de renners naar een hoogte van bijna 1200 meter. De klim heeft haar naam te danken aan de ronde top die doet denken aan een ballon. Het ‘grotere’ broertje van de Petit Ballon is de iets hogere Grand Ballon, maar die beklimming is zeker niet zwaarder dan de Petit Ballon. De Grand Ballon is misschien wat langer dan de Petit Ballon, maar de Petit Ballon blinkt dan weer uit in stijgingspercentages.

De renners krijgen zaterdag de versie van de Petit Ballon vanuit Münster voorgeschoteld. Vanuit het Elzas-dorpje begint het wegdek al snel te stijgen met stijgingspercentages van boven de tien procent als de renners de rivier La Fecht overrijden. Op slecht wegdek. Al gauw rijd je daarna door een benauwd stuk bos, en ook dan komen de stijgingspercentages niet onder de acht procent uit. Dat maakt deze klim ook zo lastig: nergens krijg je écht de ruimte om op adem te komen.

Op Climbfinder weet Arnaud Derycke de lastigheid van de Petit Ballon goed onder woorden te brengen: “Dit is waarschijnlijk de moeilijkste beklimming die ik in de Vogezen heb gedaan. De eerste kilometers zijn vreselijk, maar ook daarna blijft het gewoon lastig. Op 3,5 kilometer van de top kom je bij de eerste herberg, waarna het nog even flink doorbijten is. Er komen dan nog even stijgingspercentages van twaalf procent aan.”

foto: Quentin Gachon – Office de tourisme de la Vallée de Munster

Een voordeel voor de renners: het bos stopt op ongeveer drie kilometer van de meet. Het uitzicht wordt dan prachtig, met vergezichten over de Vallée de Munster. Het wegdek blijft echter onverminderd steil. Bijna nergens nog komt het stijgingspercentage onder de acht procent uit, en klassementsrenners kunnen hier echt nog het verschil maken voor zij aan de afzink naar Sondernach beginnen.

Col du Platzerwasel 
In Sondernach rijden de renners de D27 op, op de Route des Crêtes. Hier begint de Col du Platzerwasel. De klim is nog vreselijk steil, met stijgingspercentages van boven de tien procent, maar voor liefhebbers van mooie beklimmingen een stuk minder spannend. De weg is redelijk breed en goed geasfalteerd en wordt daarom ook vaker afgedaald dan omhoog geklommen. Als UAE Emirates nog wat van plan is met Tadej Pogacar of Adam Yates, zal dat vermoedelijk al op de Petit Ballon gebeuren.

Als op acht kilometer van de finish de top wordt gerond, wacht een plateau richting Le Markstein. Hier zal de Tour de France officieus eindigen: in het ski-oord zullen we namelijk weten wie de Tour de France heeft gewonnen.

foto: Raimond Spekking

Om te reageren moet je ingelogd zijn.