foto: Sirotti

Veel ambities heeft hij niet voor de komende Tour de France. Andy Schleck is vooral blij dat hij al een tijdje fit is en pijnvrij heeft kunnen trainen voor de koers die hij in 2010 op papier nog won. Hij is inmiddels 29 jaar en vindt meer geluk in andere dingen dan het koersen, zoals zijn zoontje.

“Ik zie wel hoe ik ervoor sta aan het einde van de race”, zegt de jongste Schleck-broer in een openhartig interview met Cyclingnews. “Maar ik ga er naartoe om goed te zijn op de beklimmingen en zo Haimar Zubeldia en mijn broer Fränk te helpen. Sinds de Ronde van Zwitserland ben ik moe geweest, ik heb thuis de training langzaam weer opgebouwd.”

Een heel ander doel dan vier jaar geleden, toen hij prachtige duels uitvocht met Alberto Contador, wiens titel hij later overnam toen de Spanjaard positief werd bevonen. “Ik weet niet waarom het de laatste jaren zo slecht ging, maar zo is het leven. Ik ging van de ene val naar de andere, de ene blessure naar de volgende en ja, dan houd je soms niet veel motivatie meer over. Ik trainde maar en trainde maar, en wanneer ik een wedstrijd koerste werd ik er afgereden.”

“Ik geloof dat ik kan terugkomen waar ik was, maar het kost tijd en het is niet het belangrijkste. Ik train veel, ik werk hard en ik ga naar de Tour om mijn taak te doen. Ik zou morgen kunnen stoppen en trots terug kunnen kijken, maar ik wil hier zijn en onderdeel van het peloton zijn.”