Dries De Pooter geniet van de klassiekers: “Wil fris beginnen aan komende koersen”
Interview Dries De Pooter is inmiddels aan zijn tweede jaar bij de profs bezig. In zijn eerste seizoen reed de 21-jarige Belg van Intermaché-Wanty een bomvol voorjaar met zowel Vlaamse- als Ardennenklassiekers. De interne concurrentie werd groter voor die selecties, maar dat is niet de reden waarom de jongeling geen Parijs-Roubaix reed. “Ik mag proberen finale rijden in de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race”, vertelt hij aan WielerFlits.
De Pooter reed vorig seizoen voor het eerst tussen de profs en leerde daar naar eigen zeggen veel. “Ik heb veel geleerd op het gebied van positionering. Daar was ik altijd heel goed in. Alleen bij de profs draait het niet alleen om tactisch inzicht, maar ook om power. Bij de beloften kon ik op een slechte dag bij de eerste vijf opdraaien, nu kan ik dat vergeten.”
Naast positionering leerde de jonge Vlaming ook hoe belangrijk uithoudingsvermogen is. “Je kunt heel explosief en snel zijn, maar als je dat na tweehonderd kilometer niet meer kan, dan houdt het heel snel op bij de profs. In de topklassiekers gaat het er puur om hoeveel je nog in je benen hebt. Vergeleken met de training zijn die wattages dan belachelijk laag!”
“Maar het belangrijkste wat ik geleerd heb is hoe belangrijk het is om in een ploeg te rijden”, stipt hij aan. “Het is bijna onmogelijk om zonder een goede ploeg voor de prijzen mee te doen, uiteraard hangt dat ook veel af van de kopman die je hebt. Een collectieve prestatie geeft mij zoveel voldoening, veel meer dan ik op voorhand gedacht had”, geeft de renner van Intermaché-Wanty aan.
Een druk eerste voorjaar
In 2023 reed De Pooter zo’n beetje alle grote voorjaarsklassiekers. Het uitgebreide voorjaarsprogramma was een droom die uitkwam voor de talentvolle Belg, die zijn jaren als belofte afwerkte bij het Nederlandse SEG Racing Academy. “Het was met afstand de beste periode van vorig jaar”, glundert hij over de klassiekers. “Niet per se qua conditie of qua koersen, maar vooral de beleving.”
Volgens de veelzijdige coureur was niet alleen de ploeg de ‘schuldige’ voor zijn volle klassiekeragenda in 2023. “Het was een lang voorjaar, maar daar heb ik zelf ook voor gezorgd. Ik heb de ploeg redelijk gepusht, dat ik de Amstel Gold Race ook wilde rijden. Bij de Waalse Pijl was het een ander verhaal. De ploeg had renners nodig en dan is het logisch om een multi-inzetbare Belgische renner op te roepen”, geeft hij aan.
Toch hoopt de Vlaming dit seizoen frisser uit het voorjaar te komen. “Als je aan het einde helemaal op bent, is het ook niet meer leuk koersen. Vanaf Brabantse Pijl trekken ze een nieuw blik renners open die fris zijn en dan wordt het lastig en is het meer mee rijden, de ploeg helpen en wachten tot je gelost wordt. Dus dat is niet heel leuk koersen, maar het heeft me wel een goede basis gegeven voor wat er daarna kwam.”
Een andere invulling
Om frisser te beginnen aan de aankomende koersen besloten De Pooter en zijn ploeg om het programma ten opzichte van vorig jaar anders in te vullen. Zo sloeg de 21-jarige renner Parijs-Roubaix van afgelopen weekend over. “We willen dit jaar kijken naar wat ik kan als ik volledig fris aan de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race begin. Het is wel een dubbel gevoel, want vorig jaar reed ik mijn beste resultaat in Roubaix. Maar we kunnen wel concluderen dat het koersen in alle drie de wedstrijden niet te doen is voor een renner van mijn leeftijd.”
De nieuwe invulling moet er dus voor zorgen dat de jonge coureur meer kan presteren in de aankomende Ardennenklassiekers, vorig jaar wist hij namelijk niet te finishen in beiden wedstrijden. “De Brabantse Pijl en Amstel Gold Race zijn te mooi om slecht te zijn omdat je ervoor Parijs-Roubaix hebt gereden. Dus het is een leuke uitdaging om dit jaar fris aan die wedstrijden te beginnen.” Kleine kanttekening wel: in De Ronde had De Pooter het moeilijk vanwege hooikoortsklachten.
Vlaanderen of Ardennen?
Vanwege de veelzijdigheid van De Pooter vroegen we hem naar waar zijn voorkeur ligt als hij moet kiezen tussen Vlaamse- of Ardennenklassiekers. “Sowieso Vlaanderen. De beleving is heel anders. Ik heb Luik-Bastenaken-Luik nog nooit gereden, maar met mannen als Remco Evenepoel en Tadej Pogačar heeft het bijna geen nut om daar te starten”, antwoordt hij.
“Die mannen rijden zulke hoge wattages, daar kan ik me op voorhand niet mee meten. En anticiperen is in Luik een stuk lastiger dan in Vlaanderen. In Vlaanderen draait het nog veel om positioneren en heb je geluk nodig, terwijl in Luik het basistempo al heel hoog ligt”, vervolgt de jonge Belg.
Debuut in een grote ronde
Het is dit seizoen ook de bedoeling dat De Pooter zijn debuut maakt in een grote ronde. “Normaal gezien gaan we proberen om naar de Vuelta a España te gaan. Ik was best verrast hoe lastig dat parcours dit jaar is. Toch denk ik dat er mooie kansen tussen zitten voor type renners als ik, maar het zal niet de makkelijkste eerste ronde in de carrière van een jonge renner zijn, denk ik.”
De renner in Waalse dienst hoopt door zijn grote ronde-debuut nog wat stappen te zetten in aanloop naar de komende jaren. Wat 2025 en verder gaan brengen durft hij echter nog niet te voorspellen. “Ik wil gewoon uitgroeien tot de beste versie van mezelf. We zullen wel zien waar dat eindigt. Word ik een superhelper voor iemand, dan is dat mooi. Eindigt dat in ooit kopman zijn, dan is dat des te mooier.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.