Mathieu van der Poel na zege in Roubaix op gelijke hoogte met Binda, Moser en Museeuw
De erelijst van Mathieu van der Poel was al indrukwekkend, maar ziet er met een tweede zege in Parijs-Roubaix nog wat mooier uit. De Nederlander won zondag alweer voor de zesde keer in zijn carrière een monument en schaart zich zo in een rijtje met onder meer Francesco Moser en Johan Museeuw.
Deze kampioenen van weleer wisten in hun carrière – net als Van der Poel – zes monumenten te winnen. Moser won in de periode 1975-1984 drie keer Parijs-Roubaix, tweemaal de Ronde van Lombardije en één keer Milaan-San Remo. Museeuw was tussen 1993 en 2002 dan weer drie keer de beste in de Ronde van Vlaanderen en driemaal de sterkste in Parijs-Roubaix.
Ook Henri Pélissier (in de periode 1911-1921), Alfredo Binda (1925-1931), Fred De Bruyne (1956-1959) en Moreno Argentin (1985-1991) staan op gelijke hoogte met Van der Poel, maar die laatste lijkt – in tegenstelling tot de genoemde namen – op zijn 29ste nog niet klaar met het winnen van monumenten.
Mocht Van der Poel over twee weken ook Luik-Bastenaken-Luik winnen, dan komt hij op gelijke hoogte met Fabian Cancellara, Tom Boonen en Gino Bartali. Deze wielerhelden wisten in hun loopbaan liefst zeven monumenten op hun naam te schrijven. Ook Rik van Looy (acht overwinningen), Costante Girardengo, Fausto Coppi en Sean Kelly (negen overwinningen) krijgt hij steeds beter in het vizier.
Of Van der Poel nog verder kan stijgen op de ranglijst der monumentenwinnaars, is maar zeer de vraag. Roger De Vlaeminck staat met maar liefst elf zeges op de tweede plaats. En de nummer één? Dat is – hoe kan het ook anders – Eddy Merckx. De ‘Kannibaal’ won in de jaren zestig en zeventig maar liefst negentien(!) monumenten: zeven keer Milaan-San Remo, twee keer de Ronde van Vlaanderen, drie keer Parijs-Roubaix, vijf keer Luik-Bastenaken-Luik en twee keer de Ronde van Lombardije.
Ranglijst – winnaars van monumenten
19 – Eddy Merckx
11 – Roger De Vlaeminck
9 – Costante Girardengo, Fausto Coppi, Sean Kelly
8 – Rik Van Looy
7 – Gino Bartali, Tom Boonen, Fabian Cancellara
6 – Henri Pélissier, Alfredo Binda, Fred De Bruyne, Francesco Moser, Moreno Argentin, Johan Museeuw, Mathieu van der Poel
5 – Gaetano Belloni, Rik Van Steenbergen, Bernard Hinault, Michele Bartoli, Paolo Bettini, Philippe Gilbert, Tadej Pogacar
4 – Gaston Rebry, Alfons Schepers, Louison Bobet, Germain Derycke, Felice Gimondi, Walter Godefroot, Hennie Kuiper, Jan Raas, Erik Zabel, Alejandro Valverde
Om te reageren moet je ingelogd zijn.