Nico Dick

• vrijdag 30 oktober 2020 om 19:30

Interview Het jeugdwielrennen gaat door een diep dal. De voorbije zomer waren er amper wegwedstrijden, vanaf dit weekend zijn er ook geen crossen meer. Alleen de beste beloften komen aan hun trekken, zij het tussen de profs. Thibau Nys (17) is een van hen. “Mentaal is het lastig”, vertelt hij. “Maar ik ga hier sterker uitkomen.”

Belgian Cycling besliste gisteren om volgend weekend geen junioren en beloften naar het EK veldrijden in Rosmalen te sturen. Een gevolg van de verstrengde coronamaatregelen die deze week zijn aangekondigd. In België is alle amateursport voor jongeren ouder dan twaalf jaar verboden. “We willen consequent zijn”, zegt bondscoach Vanthourenhout. “Dus moeten we de richtlijnen respecteren, ook buiten ons land.”

De maatregelen zijn een drama voor de jeugd. Voor aspiranten (behalve de eerstejaars, omdat die nog geen twaalf zijn), nieuwelingen en junioren volgen alweer een aantal competitieloze weken, wellicht zelfs maanden. Alleen de betere beloften ontsnappen deels de dans: zij mogen mee van start in de profwedstrijden. Al is dat ook weer niet evident. Thibau Nys kan er ondertussen over meepraten.

Grote stap
Nys junior had zich zijn debuutseizoen bij de beloften anders voorgesteld. “Ik heb een mix van prof- en beloftenwedstrijden in gedachten”, vertelde hij ons voor de start van het seizoen. De werkelijkheid is dat hij vooralsnog alleen profcrossen heeft betwist. Met wisselend succes. Zo werd hij bijvoorbeeld knap vijfde in Kruibeke, maar moest hij zaterdag Ruddervoorde vrede nemen met een 23ste plaats.

“Elke week knokken tegen de profs is niet altijd even motiverend”, is de regerende wereldkampioen bij de junioren eerlijk. “De stap naar de beloften is sowieso al groot. Maar nu worden we echt voor de leeuwen gegooid. Als je dan zoals ik vijfde wordt in Kruibeke, dan wil je de week erop bevestigen. En als dat niet lukt, ben je ontgoocheld. Dat maak je veel minder mee als je in duel kunt gaan tegen je leeftijdsgenoten. Maar ik bekijk het dan maar als een extra leerjaar waarin ik ervaring kan opdoen. Ik ga hier sowieso sterker uitkomen.”

Thibau Nys in Lokeren – foto: Cor Vos © 2020

Zowel in de Ethias Crossen als in de wedstrijden om de Superprestige rijden de beloften sowieso samen met de profs. Maar in de X²O Badkamers Trofee, de Wereldbeker én de kampioenschappen hebben ze hun eigen cross. Zoals de Koppenbergcross van zaterdag en het EK van volgende week, dus. Maar die kansen vallen in het water.

Begrip
“Toegegeven, ik had mij erop verheugd”, vertelt Thibau Nys. “Maar het mag voorlopig niet zijn. Vooral dat EK is ontzettend jammer. Ik keek er echt naar uit om in Rosmalen de strijd aan te gaan met Ryan Kamp, Toon Vandebosch en Niels Vandeputte. Dat zijn volgens mij dé drie toppers in onze categorie. En dan heb je ook nog de charme van zo’n kampioenschap.”

Al reageert Nys volwassen op de beslissing van de bondscoach en Belgian Cycling. “Ik snap heel goed dat die beslissing is genomen. We kunnen er weinig aan doen, hé. En het is uiteindelijk voorlopig maar één cross die verdwijnt. Ik zal dan maar een tweetal – extra – lastige trainingen inlassen tijdens dat EK-weekend. En ondertussen hopen dat – als de maatregelen opnieuw versoepeld worden – er snel opnieuw aparte U23-crossen zullen plaatsvinden.”

Zesde startrij
Er zijn trouwens ook maar twee wereldbekermanches met een aparte beloftencross overeind gebleven. “Die hebben we nodig om UCI-punten te verzamelen”, beseft Thibau Nys. “Ik stond in Ruddervoorde op rij zes in de start. Dan sta je de eerste ronde een paar keer in de file. Om op te schuiven in die startorde moet je UCI-punten sprokkelen, maar tussen de profs is dat voor ons ontzettend moeilijk.”

En dan moeten we nog toevoegen dat Thibau Nys een van de ‘gelukkigen’ is die kan en mag meedoen met de profs. Volgens Erwin Vervecken, verantwoordelijke voor het deelnemersveld in de Koppenbergcross, stelden 116 beloften hun kandidatuur. Daar werden er een veertigtal van weerhouden. Meer dan 70 U23-renners staan de komende weken sowieso aan de kant.