foto: Nick Doup

Tom Dumoulin is op imponerende wijze Nederlands kampioen tijdrijden bij de elite geworden. In misschien wel zijn ‘slechtste tijdrit van het jaar’ versloeg hij de tegenstand met groot verschil. Zelfs een valpartij halverwege de eerste omloop kon hem niet in gevaar brengen.

De nummer drie van vorig jaar versloeg in Zaltbommel Sebastian Langeveld (57s) en Jos van Emden (1m7s). Aan de uitslag was het niet te zien, maar de nummer vijf van de Ronde van Zwitserland klaagde dat dit misschien wel zijn slechte tijdrit van het jaar was. “Het was niet makkelijk vandaag”, hijgde Dumoulin na de finish. “Ik ging hard op m’n bakkes, joh. Dit was mijn eerste valpartij in een tijdrit ooit, een beetje dom, maar ik heb het toch nog gehaald”, zei de Maastrichtenaar opgelucht.

Op het enige kritieke punt op het parcours ging het mis. Bij het keerpunt dook de renner van Giant-Shimano met te hoge snelheid de bocht in en scheerde rakelings langs de stoeprand. Even dacht dat hij overeind te blijven, maar door slippende wielen op kiezelsteentjes gleed hij alsnog onderuit. “Daardoor verlies ik al snel twintig seconden. Het verschil hier aan de finish had nog groter kunnen zijn.”

Het tekent de overmacht van de 23-jarige renner. Ondanks de valpartij, waarbij ook de ketting van het tandwiel liep, is het verschil met de tegenstand bijna een minuut. “Met dank ook aan ploegleider Marc Reef, die bleef super rustig toen ik onderuit schoof. Dat heeft écht geholpen”, zei Dumoulin oprecht dankbaar.

Spannend
Bij afwezigheid van erkend tijdrijders Lieuwe Westra (die de voorbije twee jaar de nationale titel won en absent is wegens een trainingskamp van de Astana Tour-selectie) en Wilco Kelderman (die wel zijn gezicht liet zien in Zaltbommel om zijn Belkin-ploegmaten aan te moedigen) was Dumoulin de enige topfavoriet voor de nationale titel. De man die dit seizoen al drie keer tweede werd achter Tony Martin liep niet weg voor die status. “Ik was dé te kloppen man als je kijkt naar de uitslagen. Daar moet je eerlijk in zijn. Maar het blijft vooraf natuurlijk spannend. Je moet het nog altijd waarmaken en dat brengt extra druk met zich mee.”

Op de 26 juli, de voorlaatste dag van de Tour de France, mag de Limburger voor het eerst zijn rood-wit-blauwe trui aantrekken. Dan staat de 54 kilometer lange tijdrit op het programma tussen Bergerac en Périgueux. “Daar kijk ik echt naar uit. Het enige wat ik nu nog weet van die rit is dat-ie opnieuw heel lang is.. Of die tijdrit winnen een doel is? Dat zeker!”