Tom Van Asbroeck (31) verraste in Parijs-Roubaix: “Wist niet dat ik dit kon”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
dinsdag 5 oktober 2021 om 07:00

Tom Van Asbroeck (31) verraste in Parijs-Roubaix: “Wist niet dat ik dit kon”

Interview Naast Florian Vermeersch mogen we ook Tom Van Asbroeck als een van de revelaties van Parijs-Roubaix bestempelen. Dat klinkt misschien wat vreemd, als we het hebben over een 31-jarige routinier met vier profzeges op zijn palmares, maar toch… Van Asbroeck reed de koers van zijn leven en bewijst zo dat je ook op latere leeftijd nog stappen kunt zetten. “Dit was een openbaring voor mij”, vertelt Van Asbroeck aan WielerFlits.

Het is vooral de manier waarop hij naar zijn achtste plaats in Parijs-Roubax reed dat het verhaal van Van Asbroeck bijzonder maakt. Al in het eerste wedstrijduur zagen we de allrounder uit Lede meeglippen met een interessante groep, waarbij ook grote kanonnen als Davide Ballerini, Greg Van Avermaet, Stefan Küng en Jasper Philipsen betrokken waren. Vervolgens reed hij bijna de hele dag met zijn gezicht in de wind, bleef hij tot in de diepe finale bij Van der Poel en co, om pas op de kasseien van Carrefour de l’Arbre uitgeschakeld te worden… door een ploegmaat.

“Dit was een overlevingsstrijd”, vertelt Van Asbroeck. “Als snelle man ben ik het vooral gewend om te volgen, maar nu was het de hele dag volle bak koers. Ik ben in de positieve zin heel verrast dat ik, met mijn capaciteiten, dit aankon. Het moment waarop ik zou moeten plooien werd constant uitgesteld, en ook van alle pech bleef ik gespaard. Alleen het balhoofd van mijn fiets is losgekomen, maar dat heb ik zelf kunnen bijregelen. Ik was dit jaar een van de gelukkigen (lacht).”

Het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk. Zonder de val van ploegmaat Guillaume Boivin zat er allicht nog meer in. “Ik denk niet dat ik had kunnen winnen, maar voor de overwinning sprinten was denk ik wel mogelijk. Boivin viel net voor mij. Ik kon mij recht houden en ging hem langs de linkerkant voorbij. Mathieu en Colbrelli namen de rechterkant. Ik zat al op mijn limiet op dat moment, en zij waren nog iets frisser en waarschijnlijk ook iets beter. Dus zij hebben het gaatje op Florian wel nog dicht gekregen en ik net niet. Dat was jammer, maar ik was al zo ver geraakt dat ik er alleen maar positief op kan terugkijken. Wie had dit nog verwacht op mijn 31e, dat ik deze stap nog zou zetten?”

Van Asbroeck in Nokere Koerse – foto: Cor Vos

“Misschien is het omdat ik heel laat ben beginnen fietsen, dat ik er nu pas doorkom op klassiek vlak. Ik ben pas op mijn zeventiende begonnen met koersen”, vertelt de allrounder. “Misschien heeft dat ervoor gezorgd dat ik nu op latere leeftijd nog altijd de motivatie en de ambitie heb om hard te blijven werken. Ik ben zo blij dat het in Parijs-Roubaix eindelijk heeft geloond.”

Nieuwe uitdagingen
Wie eerlijk is, had dit inderdaad niet zien aankomen. Grofweg kunnen we de carrière van Van Asbroeck opdelen in drie periodes. Bij Topsport Vlaanderen-Baloise kwam hij destijds als een komeet binnen. Een razendsnelle sprinter, die op een seizoen tijd liefst 41 top 10-plaatsen bij elkaar reed. Dat leverde hem de eindwinst in de Europe Tour van 2014 op. Bij LottoNL-Jumbo schuilde Van Asbroeck het jaar nadien steeds meer in de schaduw van de grotere kopmannen, waarna hij bij EF Education First het vertrouwen verloor. Pas bij Israël Start-Up Nation herontdekte hij zichzelf.

“Het is een heel tijdrovend proces geweest om te geraken waar ik nu sta. Ik moet zeggen: ik heb het een tijdje heel moeilijk gehad toen ik in de WorldTour toekwam. Er heerst vaak toch een heel andere mentaliteit dan bij Sport Vlaanderen-Baloise. Daar is het een en al vrijheid, meerdere kopmannen, je kunt je ding doen in de koersen die je liggen. Maar in de WorldTour is het anders… Er zijn opeens jongens die dat tikkeltje rapper zijn dan jijzelf, waardoor je al sneller in de rol van lead out belandt. Maar ik kon daar maar moeilijk mee leven. Ik kon me maar niet settelen in die rol van lead out en ben daar wel wat jaren mee kwijtgeraakt denk ik.”

Titelverdediger in Binche-Chimay-Binche – foto: Cor Vos

Pas sinds zijn overstap naar Israël Start Up-Nation is het weer beter beginnen lopen. “Ik heb me volledig moeten herontdekken en het plezier in het koersen moeten terugvinden. Gelukkig heb ik een sterke vrouw achter mij staan, die mij in die jaren vol miserie niet heeft verlaten. Ze heeft me serieus weer opgelapt (lacht). Daarna heb ik bij Israël Start-Up Nation mijn tweede beste seizoen bij de profs ooit gehad, omdat ik nieuwe uitdagingen vond. Bij Jumbo lukte me dat nog niet, misschien omdat ik te jong en onervaren was om mij erover te zetten.”

Met dank aan Van Lancker
En kijk, met een achtste plaats in Parijs-Roubaix loont dit alles nu toch… “Ik moet ploegleider Eric Van Lancker sowieso bedanken, hij heeft me veel kansen gegeven. In de grote klassiekers is het logisch dat we voor Sep Vanmarcke rijden: hij is een waardige kopman. Maar in de wedstrijden daar net onder, genre Nokere, is het de afspraak dat ik soms mijn kans mag gaan. Het is aan mij om die kansen dan ook te benutten en om te zetten in resultaten, en ik denk dat ik daar tot nu al goed in gelukt ben. Ik ben benieuwd hoe we daar de komende jaren op kunnen voortbouwen.”

Al staat eerst wel nog Binche-Chimay-Binche op de planning. Twee jaar geleden was Van Asbroeck daar verrassend sneller dan Oliver Naesen in een pittig sprintje, dat maakt hem – na de annulering van vorig jaar – de titelverdediger. “Voor die keer dat ik rugnummer 1 mag dragen, wil ik er graag bij zijn natuurlijk”, lacht hij. “Ik vind het sowieso een supermooie koers, die me goed ligt. Zo’n dertigtal renners die overblijven en dan sprinten, dan kan ik shinen hé. Maar wat er dinsdag ook gebeurt, ik ga sowieso met een goed gevoel de winter in.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.