Afscheidnemende Vincent Baestaens: “Ik voel dat het goed is geweest”
Foto: Cor Vos
zondag 7 januari 2024 om 20:00

Afscheidnemende Vincent Baestaens: “Ik voel dat het goed is geweest”

Interview Het meest evidente carrièrepad doorliep Vincent Baestaens niet altijd. Zijn carrière was er eentje van de doorzetting, maar daar komt na de cross in Oostmalle, eind februari, definitief een einde aan. Dat maakte de Tremelonaar (34) eerder deze week bekend via Instagram, maar bij WielerFlits geeft hij wat tekst en uitleg.

Volgens Baestaens is de verklaring voor zijn wielerpensioen niet ver te zoeken. “Voor het seizoen zat het er al een beetje aan te komen. Toen heb ik gezegd dat we het achteraf moesten evalueren, om te kijken of het zin had om nog een jaar door te gaan. Maar zoals het op dit moment verloopt, moet ik niet tot na de cross van Oostmalle wachten om aan te kondigen dat ik stop. Ik heb altijd tegen mezelf gezegd dat ik zou stoppen als het niveau er niet meer is. Dat is nu het geval.”

Baestaens begon zijn seizoen nochtans sterk in de minder bezette Amerikaanse crossen. Maar eens op eigen bodem, waren alleen de top 10-plaatsen in Kortrijk (negende) en Essen (zevende) lichtpuntjes. “De motivatie is er nog, maar voor die uitslagen wil je niet alle opofferingen doen. Je voelt dat je niet meer meekunt, en je wilt je sponsors toch ook af en toe de return geven voor de centen die ze investeren. Met mijn huidige niveau lukt dat niet.”

Het verschil met de vorige jaren is volgens Baestaens groot. “Toen was het nog doenbaar. Ik mocht nog alle wereldbekermanches rijden. Ik stond voorin in de UCI-ranking. Maar vanaf dat vervalt, dan voel je dat je meer en meer wegzakt. Daarom denk ik dat het goed is geweest. Ik kan er ook wel vrede mee nemen.”

Derde carrière
Bij Baestaens hebben we soms het gevoel dat hij al aan zijn derde carrière bezig is. Eerst eentje als opkomend talent, die zelfs Europees kampioen bij de junioren en Belgisch kampioen bij de beloften werd. Vervolgens kreeg hij het lastiger, en moest hij even terugvallen op een elite zonder contract-statuut, om de laatste jaren – met behulp van privésponsoren – toch weer prof te worden.

“Dat is ook zo. Ik ben twee keer geopereerd aan mijn liesslagader en brak mijn ruggenwervels. Door die pech heb ik nooit lang op een constant hoog niveau heb rondgereden. Ik ben vaak van ver moeten terugkomen”, blikt Baestaens terug. “Ik heb onderdak gevonden bij Telenet-Fidea, Crelan-Euphony, en de voorganger van de huidige Roodhooft-ploegen met BKCP-Powerplus. Alleen bij Mettepenningen heb ik niet gezeten (lacht). De crosswereld is best klein, en de plekjes zijn vaak dun bezaaid. Ze proberen hun budgetten ook in te perken, en dan blijven ook jongens als Ryan Kamp tegenwoordig op straat staan.”

Foto: Cor Vos

Iets wat ook Baestaens meemaakte. Maar inventief als hij is, zette hij tot twee keer toe een eigen ploeg op. “Op zich vond ik dat wel plezant. Het heeft voor- en nadelen, maar ik genoot er wel van. Ik zou het jonge renners nooit aanraden, omdat je nu ook die voorbereiding nodig hebt op de weg om te schitteren in de cross. Maar in een latere fase was het voor mij een manier om mijn carrière te kunnen rekken. De leeftijd speelt mee, en dan ben je minder interessant.”

De makkelijkste weg was het echter niet. “Nee, maar ik moest wel. Het is ook een kwestie van de juiste mensen kennen. De eerste keer met Guido Verschueren van Deschacht, verliep dat heel vlot. En de voorbije jaren met Ivo Spits. Die mannen hebben hun eigen netwerk aangesproken, en een beetje uit sympathie voor mij die projecten opgezet. We spreken ook totaal niet over grote budgetten, hé. Het gaat over één renner. Dan kun je die kosten voor hen nog binnen de perken houden, en in ruil probeer ik me dan in beeld te rijden.”

Niet het grootste talent
Eén ding is zeker: de Vlaams-Brabander kijkt met plezier terug op zijn loopbaan. “Misschien was ik liever nu prof geworden, omdat het veel professioneler is. Toen ik jong was, ging het er toch allemaal wat speelser aan toe. Ik had dan misschien niet altijd de juiste voorbeelden, en niet veel later is de hele crosswereld geprofessionaliseerd. Maar ik heb toch een hele tijd kunnen doen wat ik graag wilde doen als jonge gast. Ik heb mijn boterham kunnen verdienen met de sport van mijn hart. Mooi, toch?”

“Ik heb misschien niet de grootste carrière of uitslagen gehad. Of toch niet diegene waar je als jong manneke bij de beloften op hoopt. Eigenlijk heb ik bij de profs nooit echte uitschieters gehad van een periode heel goed te rijden, maar op plek zeven, acht, negen, tien kon je me wel vaak vinden. En zo heb ik toch altijd mijn mannetje gestaan, én zelfs een WK-selectie in Amerika afgedwongen. Het is ginder niet echt goed uitgedraaid, maar dat was toch een bekroning om in die selectie te geraken. Zeker als je weet dat ik niet het grootste talent was.”

En nu? “Ik zit heel graag in de cross, en met Annemarie (Worst, zijn vriendin, red.) zal ik ook nog veel op de cross komen. Maar of ik er een rol als coach in vind, dat weet ik niet. Ik ben ook nog nooit echt op de arbeidsmarkt aan het zoeken geweest, en ik weet ook niet wat ik daarvan mag verwachten. De ervaring heb ik wel, maar ook voor coaches zijn de plaatsjes dun bezaaid. Dus, ja, we zullen wel zien wat dat de toekomst gaat brengen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.