De tiende etappe in de Vuelta a España is er eentje die alle kanten op kan. Hoewel de 146,6 kilometer lange rit van Valencia naar Castellón volgens de organisatie geknipt is voor de sprinters, zou de beklimming van de Alto del Desierto de las Palmas in de slotfase wel eens roet in het eten kunnen gooien. De top van deze berg van tweede categorie ligt op zeventien kilometer van de aankomst. De renners weten sowieso dat ze na deze rit eindelijk kunnen genieten van een welverdiende rustdag. Weet Tom Dumoulin de rustdag te halen in het rood?

Parcours
Op de twee tijdritten, de slotetappe en de koninginnenrit van woensdag na, is dit de kortste etappe van deze Vuelta. De start vindt plaats in Valencia. De sinaasappelstad is (na Madrid en Barcelona) de derde stad van Spanje. Er zal dan ook veel publiek langs de kant staan wanneeer het peloton pas even na 14.00 uur ’s middags koers zet in noordelijke richting.

De renners fietsen niet de hele dag langs de kust, maar ook door het binnenland, waar na 23 kilometer de Puerto del Oronet (6 kilometer à 4,4 procent) opdoemt. Na een korte afdaling wordt er een poos gereden op een plateau, waarna een nieuwe afdaling volgt. Via vlakke wegen wordt na 102 kilometer finishplaats Castellón bereikt.

Om het de sprinters niet te makkelijk te maken, heeft de organisatie nog een extra lus aangelegd van 44,6 kilometer, met daarin de Alto del Desierto de las Palmas. Deze klim is 7,5 kilometer lang, met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,3 procent. Dat is een stuk minder steil dan de Alto de la Cresta del Gallo – die zaterdag in de achtste etappe toch nog voor behoorlijke verschillen zorgde – maar wel iets langer.

De top ligt op zeventien kilometer van de finish. Na een behoorlijk lange afdaling zijn de laatste acht kilometers helemaal vlak. Elf jaar geleden zagen de inwoners van Castellón voor het laatst een Vuelta-rit in hun stad finishen. Oscar Freire won toen de sprint van een uitgedund peloton.

Favorieten
“Dit is een van de weinige ritten met kansen voor sprinters. Er zit wel een klim in, niet ver voor de finish, maar ik ga ervan uit dat de meeste snelle mannen dat vrij makkelijk overleven. Deze kans willen ze niet laten schieten.” Zo luidt de voorspelling van de technisch directeur van de Vuelta, Fernando Escartin. Met de rit van zaterdag in het achterhoofd, mag je je afvragen of dat ook echt zo zal zijn. Als er tempo wordt gemaakt op de col, zullen de sprinters zonder klimmersbenen normaal gesproken overboord worden gegooid.

John Degenkolb – foto: Sirotti

Een sprinter die een berg vaak prima over komt, is John Degenkolb. In de rit naar Murcia bleek de tweede beklimming van de Alto de la Cresta del Gallo er echter teveel aan, waardoor er toch vragen rijzen over zijn huidige vorm. Al mag een stijgingspercentage van iets meer dan vijf procent normaal gesproken geen probleem zijn voor de Duitser. En mocht hij pas vlak voor de top afhaken, dan hebben zijn ploeggenoten van Giant-Alpecin nog tijd genoeg om hem terug te brengen. Door de opgave van Peter Sagan zijn de kansen voor Degenkolb in ieder geval flink gestegen.

Kristian Sbaragli – foto: Sirotti

Bij een sprint moet ook altijd rekening gehouden worden met Caleb Ewan, hoewel het klimwerk hem wel eens zou kunnen opbreken. De Australiër won de vijfde rit, maar finishte verder geen enkele keer in de top 100. Kristian Sbaragli is juist het toonbeeld van regelmaat met twee keer een zesde en een vijfde plaats. In de rit van zaterdag ging de Italiaan van MTN-Qhubeka net te vroeg de sprint aan, waardoor mannen met wat meer inhoud hem nog voorbij snelden.

Drie van die mannen waren Jasper Stuyven, Pello Bilbao en Kévin Réza. De Belg verliet de Vuelta met een botbreuk in zijn hand, maar de Spanjaard en de Fransman zullen hopen op een soortgelijk scenario als in rit acht: veel commotie onderweg, sprinters die moeten lossen en weinig controle in de slotfase. Dan zijn ze zeker niet kansloos voor de dagzege. Mocht het peloton op de klim nog verder uitdunnen, dan komt zelfs Alejandro Valverde in beeld.

José Joaquin Rojas – foto: Sirotti

José Joaquin Rojas beleeft goede herinneringen aan Castellón, waar hij in 2011 Spaans kampioen op de weg werd. Andere sprinters die zich in de strijd zullen mengen zijn Jean-Pierre ‘Jempy’ Drucker en Tosh Van der Sande. De Nederlandse troef Danny van Poppel reed zich, tot de negende etappe, nog niet in de kijker deze Vuelta. Heeft zijn aanvalspoging hem goed, of juist slecht gedaan?

Niki Terpstra – Foto: Sirotti

Klassementsleider Tom Dumoulin verdedigt een voorsprong van een kleine minuut op zijn dichtste achtervolgers. Zelf zal hij hoogstwaarschijnlijk niet voor de aanval gaan, maar zal hij vooral de trui veilig moeten stellen voor de rustdag. Voor een derde Nederlandse ritzege moeten we dus eerder kijken naar Niki Terpstra, die laat zien in vorm te zijn. Zal hij voor de aanval kiezen en een sprint kunnen voorkomen? En heeft Ruben Plaza, die in de Tour de France een rit met een enigszins vergelijkbare finale won, nog snode plannen?

Favorieten volgens WielerFlits
**** John Degenkolb
*** Kristian Sbaragli, Pello Bilbao
** Jean-Pierre Drucker, José Joaquin Rojas, Alejandro Valverde
* Niki Terpstra, Kévin Réza, Caleb Ewan, Tosh Van der Sande