Weekendinterview: Jens Debusschere
zondag 27 juli 2014 om 08:00

Weekendinterview: Jens Debusschere

Debusschere WI

foto: Sirotti

Eind juni kroonde Jens Debusschere zich verrassend tot Belgisch kampioen, door Roy Jans en Tom Boonen te vloeren in een massasprint. Vandaag, pas een maand later, toont hij in de Ronde van Wallonië voor het eerst zijn driekleurige trui. WielerFlits sprak uitgebreid met hem.

Kampioenschap
Zijn nationale titel kwam voor zowat heel België als een verrassing, maar niet voor Jens Debusschere zelf. “Ik voelde mij in aanloop naar het BK geweldig. Vanaf de Ronde van Luxemburg ben ik goed beginnen rijden, en dat kon ik doortrekken in de Ster ZLM Toer. Ik bereidde mij perfect in de luwte voor op het kampioenschap.”

De ploegleiding van Lotto Belisol merkte het uitstekende vormpeil van Debusschere op, en gaf hem een vrije rol op het kampioenschap. “Op de bespreking, voorafgaand aan het BK, werden er maar liefst vijf kopmannen aangeduid: Kris Boeckmans, Kenny Dehaes, Jonas Vangenechten, Jürgen Roelandts en ikzelf. Een massasprint hoefde niet per se voor ons, maar het was wél de bedoeling om in elke ontsnapping minstens één kopman mee te sturen.”

Dat gebeurde ook. Op vier ronden van het einde vormde zich een sterke kopgroep met daarbij Kris Boeckmans, Kenny Dehaes en Stig Broeckx, maar zonder de latere winnaar. “Deze situatie was voor mij een beetje dubbelop. Ik hoopte wel dat iemand van de ploeg zou winnen, maar dat zou dan voor mij persoonlijk jammer zijn geweest. Ik had namelijk superbenen. Dat heb ik dan ook snel tegen de ploegleiding gezegd. Even later kwam Jürgen Roelandts even naast mij rijden. Ik vertelde over mijn gevoel, waarna hij direct zei: ‘Oké, als het peloton nog terugkomt, dan trekken we voor u de sprint aan.’ Hij verwittigde ook de staf en de overige renners van de ploeg.”

“Heel onverwachts kwam alles bij het ingaan van de slotkilometer alsnog bij elkaar, dus mocht ik gaan sprinten. Jürgen hield mij lange tijd goed vooraan, en hij begon op ruim vijfhonderd meter van het einde met zijn sprint voor mij. Daarna kon ik volledig uit de wind aan mijn eigen spurt beginnen. Het was niet simpel om mijn snelheid vol te blijven houden, maar toch lukte het. Na mijn zege beleefde ik een explosie van gevoelens. Heel leuk.”

Het is niet toevallig dat juist Roelandts voor Debusschere de sprint aantrok. “We zijn al een lange tijd goede vrienden, en sinds kort zijn we ook familie. Jürgen is namelijk de broer van mijn vriendin. Dat maakt het makkelijker om voor elkaar te werken. Als ik een inspanning voor hem moet doen, kan ik nét iets meer. Ik denk dat voor hem exact hetzelfde geldt. Zonder hem had ik waarschijnlijk zelfs niet gewonnen. Niet veel renners kunnen zo goed de sprint aantrekken als hij.”

Druk programma
Na het BK was de 24-jarige renner dolenthousiast, maar zijn tricolore trui aan het publiek tonen, zat er niet meteen in. “Ik werd gevraagd om aanwezig te zijn op allerhande evenementen en om deel te nemen aan enkele kermiskoersen, maar ik weigerde. Al voor het BK was een week rust gepland, en daar wilde ik mij aan houden. Dus trok ik een weekje naar Toscane met mijn vriendin, waar ik de batterijen perfect kon opladen en de rust kon opzoeken. Dat heeft mij veel deugd gedaan, en ik ben blij dat ik die beslissing toen heb gemaakt.”

“In Toscane heb ik ook voor het eerst in mijn Belgische trui gefietst. Dan kwam écht het besef dat ik Belgisch kampioen geworden was. Dat gaf wel een erg speciaal gevoel. Maar de doorgedreven trainingen werden anderhalve week geleden pas hervat. Afgelopen dinsdag heb ik in het Energy Lab van Paul Van den Bosch een conditietest afgewerkt, waaruit bleek dat het momenteel met mijn conditie al oké is.”

Debuteren in zijn driekleur doet Debusschere vandaag in de Ronde van Wallonië. “Daar zie ik enkele kansen voor de sprinters zoals ik, maar het is afwachten of ik mijzelf al goed genoeg zal voelen om mee te spurten. Toch hoop ik al iets te forceren in mijn nieuwe trui. Enkele dagen later volgen voor mij de Ronde van Polen en mijn grote hoofddoel dit najaar: de Vuelta.”

Door zijn drukke programma moet hij wél de na-Tourcriteriums aan zich voorbij laten gaan, waar hij nochtans veel geld had kunnen verdienen dankzij zijn trui. “Ik heb erg veel aanvragen voor de criteriums gekregen, maar nu primeert vooral het sportieve. Omdat die criteriums je – in tegenstelling tot de rittenkoersen die ik rijd – niet beter maken richting de Vuelta, heb ik zelf beslist om het merendeel te laten schieten. Hopelijk betaalt zich dat dan terug in de Vuelta zelf.”

“Want alles wat ik nu doe, is volledig in functie van de Vuelta. Daar krijg ik samen met Kris Boeckmans mijn kans in de sprints, terwijl Maxime Monfort voor een top tien-plaats in het algemeen klassement gaat. Kris en ik moeten zelf ons plan trekken, en vooral eerlijk zijn tegenover elkaar. Als hij zich slecht voelt, dan moet hij dat zeggen. Omgekeerd moet ik dat ook doen. Op die manier weet de ploeg zeker voor wie er gereden moet worden, en komt de beste renner aan sprinten toe.”

De Vuelta is echter meer dan sprinten alleen, beseft Debusschere. “Ook moet ik alle bergen over, en op dit moment ben ik daar nog niet genoeg op voorbereid. Moest de Vuelta overmorgen beginnen, dan zou ik daar absoluut nog niet klaar voor zijn. Maar tegen eind augustus – als de Vuelta start – zou ik wél mijn ding moeten kunnen doen in de gruppetto. Daarom heb ik die rittenkoersen ook zo hard nodig. Ik weet dat ik sowieso pijn ga lijden tijdens de bergritten, maar dat neem ik er graag bij. Dit is alleen maar goed voor mijn ontwikkeling als renner. Misschien pluk ik van de inspanningen volgend jaar, tijdens de klassiekers, wel de vruchten.”

Ontwikkeling
In zijn Belgische trui wil de jongeling volgend voorjaar immers in eigen land schitteren op de kasseien. Met een zesde plaats in Dwars door Vlaanderen dit jaar en een 27e stek in de Ronde van Vlaanderen van vorig seizoen, bewees hij ook op dat terrein uit de voeten te kunnen. “Ik kijk elk jaar uit naar de klassiekers, maar volgend jaar wordt het zeker en vast extra speciaal. Er zal vanuit de media en het publiek meer aandacht op mij gevestigd zijn, omdat ik in de driekleur zal rondrijden. Dat wordt leuk.”

“De ploeg zelf legt mij op dat terrein nog geen druk op. Ik ga tijdens die klassiekers waarschijnlijk in dienst van Jürgen Roelandts en Tony Gallopin rijden, maar binnen enkele jaren wil ik ook zelf een uitslag in een klassieker rijden. Dat moet niet meteen de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix zijn, ook in een race van het genre Gent-Wevelgem zou ik moeten meekunnen. Maar dit is allemaal nog ver weg.”

Debusschere wil zich immers eerst op het sprinten concentreren. “Ook op dat vlak verwacht ik niet meteen meer druk vanuit mijn ploeg Lotto Belisol. Iedereen krijgt bij ons zijn kans. Op het BK was ik de gelukkige, maar volgende keer kan dat iemand helemaal anders zijn. Ik ga mij in ieder geval niet te goed voelen om werk voor iemand anders op te knappen nu ik kampioen van België ben. Ook in de Vuelta niet, al kijk ik daar wel al stilaan naar uit”, lacht hij.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.