Calpe, overwinteroord voor profwielrenners
foto: Cor Vos

Calpe, overwinteroord voor profwielrenners

Calpe is het bekendste overwinteroord voor profwielrenners. Wie in januari eens over de flanken van de Coll de Rates raast, heeft grote kans gezichten bekend van televisie tegen te komen. Geef ze ook eens ongelijk. De regio Alicante is ingericht op het fietstoerisme. En de bijna altijd schijnende zon maakt een perfecte voorbereiding op het wielerseizoen mogelijk. Niet alleen in januari, maar heel het jaar.

Het is niet voor niets dat veel Nederlanders en Belgen hun geluk beproeven aan de mediterrane kust door er een bedrijf in fietsverhuren en fietsvakanties op te starten. De bekendste Nederlander die dat doet is misschien wel Lieuwe Westra, die na zijn wielercarrière begon met de Casa Ciclismo.

Genietend van de zon, de lopende beklimmingen en de fiets heeft de Fries het levensgeluk weer helemaal teruggevonden. Aan mij laat hij de mooiste routes zien die de regio rijk is. En dat zijn er toch heel wat. Wie hier een keer heeft gefietst, snapt waarom men terugkomt.

Op pad met Lieuwe Westra – foto: Huub Mol

De bekendste trainingsklim van Europa
Al op een van de eerste dagen stuurt Westra mij over de Coll de Rates, misschien wel de bekendste trainingsklim van Europa. De 6,5 kilometer lange beklimming vanuit Parcent heeft een stijgingspercentage van 5,2 procent gemiddeld. De lopende beklimming met prachtige uitzichten over de kust is ideaal om blokjes te doen. De ruta ciclista, die tot ver na de 625 meter hoge top doorloopt, maakt de weg ook nog eens heel verkeersvriendelijk.

Op de wielerapp Strava kun je jezelf ook nog eens heel goed meten met de profs. Het gehele wielerpeloton staat namelijk op de ranglijst van dit segment. De KOM is voor Uno-X-renner Jacob Hindsgaul, voor Tejay van Garderen en Ben Hermans. Met een tijd van dertien minuten vloog hij in 2019 over de Coll de Rates. Zelf kom ik er, genietend van de Spaanse zon in mijn nek, acht minuten later boven. Wie de tijd heeft, kan op de top nog een koffietje doen en van het uitzicht genieten in het Restaurante Coll de Rates.

De afdaling loopt daarna door naar Tarbena, van waar men de keuze kan maken om nog verder door te klimmen naar de top van onregelmatige Puerto de Sa Creueta of verder af te dalen naar Callosa. Beide routes hebben hun charme: de afdaling naar Callosa biedt schitterende wegen langs sinaasappelvelden, de beklimming naar Sa Creueta dan weer uitzicht op de Port de Tudons. Die laatste beklimming zou ik enkele dagen later bedwingen.

De hoogste klim in de regio
De Port de Tudons (1025 meter hoogte) is een bekende beklimming uit de Ronde van Spanje. Al gaat er dan misschien niet bij iedereen een belletje rinkelen. In La Vuelta klimmen ze namelijk nog iets verder, tot de legerbasis Alto de Aitana (1525 meter hoogte). Voor fietstoeristen is het helaas niet mogelijk om zo hoog te komen. Alleen voor wedstrijden opent deze legerbasis namelijk haar deuren. Pierre Latour won er in 2016, Robert Gesink won er bijna in 2009.

Robert Gesink op de Alto de Aitana – foto: Cor Vos

Het mag de pret niet drukken. Ook zonder die laatste 500 hoogtemeters is de Port de Tudons (15,3 kilometer aan 5% gemiddeld) een mooie beklimming. Alhoewel de beklimming in Sella pas officieel begint, is men al vanaf de afslag in Benidorm naar de CV-758 vanaf zeeniveau meer dan dertig kilometer aan het klimmen.

Zaak is vooral om niet te vroeg te diep te gaan. Het is leuk om al vroeg de handschoen op te rapen tegen je wielervrienden, ik kan het overigens niet aanraden om dat tegen Westra te doen, maar wie het verschil wil maken, kan beter wachten tot de laatste kilometers. Daar wachten namelijk nog enkele pittige stukken tot tien procent. Bordjes geven keurig aan wat er aan zit te komen.

Om een mooi rondje te maken pakt men vanaf de top van de Tudons de korte afdaling naar Alcoleja om vervolgens nog even verder te klimmen naar Confrides (5,4 kilometer aan 4,8% gemiddeld). Onderschat deze laatste klim van de dag niet! Wie al een fysieke klap heeft gehad op de Port de Tudons en daarna een lange afdaling terug naar huis verwacht, krijgt een mentale dreun van jewelste op de Puerto de Confrides. Vanuit Confrides begint de veertig kilometer lange zegetocht naar beneden, naar Calpe, pas echt.

Met de Port de Tudons en de Coll de Rates hebben we de bekendste beklimmingen uit de regio gehad. Ze zijn niet te steil, hebben een goed wegdek en zijn daardoor ideaal voor fietstoeristen. Toch hakken ook deze hoogtemeters, het zijn er voor beide routes ongeveer 2000, er na een aantal dagen toch wel goed in.

Spaanse versie van Milaan-San Remo
Gelukkig, en misschien wel daarom ook dat de regio zo geliefd is bij wielrenners, is er ook de mogelijkheid om wat vlakker te trainen. Vanuit Calpe loopt een schitterende weg langs het strand van Moraira over het Montgómassief naar vissersplaats Dénia, waar men prima kan terrassen.

Anders dan de naam van het Montgómassief doet vermoeden, loopt de weg hier slechts enkele kilometers aan schappelijke stijgingspercentages omhoog. Met uitzicht op schitterende natuur word je daarna ook nog eens rijkelijk beloond met een mooie afdaling. Na ongeveer zeventig kilometer zit ook deze ontspannen dag erop, die me een beetje deed denken aan de finale van Milaan-San Remo.

De Cumbre del Sol – foto: Julian Dubbeld

De klim van Dumoulin
Wie na alle ritten nog wat in de benen heeft zitten, kan ervoor kiezen om op de laatste dagen nog wat extreme uitdagingen aan te gaan. Met de Cumbre del Sol (4,1 kilometer aan 9% gemiddeld) en de Serra de Bernià (5 kilometer aan 12% gemiddeld) in de buurt van Calpe gelegen kan de toerfietser zich nog even Tourwinnaar wanen. Of Girowinnaar.

Die eerste beklimming is namelijk gelieerd aan Tom Dumoulin, die er in de Ronde van Spanje in 2015 won voor Chris Froome. Die tweede aan Tadej Pogacar, die er in de Ronde van Valencia in 2020 Wout Poels voorbleef. Wie van steil, steiler, steilst houdt, moet deze beklimmingen eigenlijk gedaan hebben. Beide beklimmingen hebben stijgingspercentages die uitkomen boven de twintig procent.

Westra gaat er tegenwoordig liever niet meer omhoog: “Als je daar een keer bent geweest, dan wil je er nooit meer naar terug.” Na twee martelgangen kan ik hem eigenlijk geen ongelijk geven. Dit heeft niks meer met wielrennen te maken.  Toch kan ik beide beklimmingen iedereen aanraden. De uitzichten zijn namelijk adembenemend. En bevestigen voor mij eens te meer waarom Calpe de place to be voor elke wielrenner is.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.