De Col du Galibier: het dak van de Tour de France
foto: Cor Vos

De Col du Galibier: het dak van de Tour de France

Hij behoort tot de absolute legenden van het hooggebergte. De klim is lang, komt op grote hoogte uit en heeft een rijke geschiedenis: de Col du Galibier is een van de bekendste beklimmingen die er is. Een ware Alpengigant die behoorlijk uitdagend is, maar evengoed een prachtige ervaring oplevert.

De Col du Galibier ligt op de grens van de departementen Savoie en Hautes-Alpes en vormt daarmee en scheiding tussen de noordelijke en zuidelijke Franse alpen. Met zijn hoogte van 2.645 meter is het een van de giganten van de gehele Alpenketen en staat hij hoog op het wensenlijstje van veel wielrenners.

foto: Cor Vos

De top kan je vanuit drie verschillende kanten bereiken. Ten eerste vanuit Saint-Michel-de-Maurienne, de beklimming die op papier het zwaarst is maar vooral het meest bekend is. Vanuit het westelijk gelegen Le Clapier, nabij Le Bourg d’Oisans, kan je veertig kilometer bijna ononderbroken klimmen. Tot slot kan je ook vanuit Briançon de top bereiken, maar overwin je een pak minder hoogtemeters.

Tweetrapsraket
Vooral de noordelijke beklimming vanuit Saint-Michel-de-Maurienne is erg populair. De eerste kilometers van de klim lopen door een bos dat welkome schaduw biedt. Vanuit het vaak hete dal van de Maurienne begint de beklimming en lopen de eerste kilometers door een bos dat welkome schaduw biedt. Het eerste tussenpunt van naam is de Col du Télegraphe.

An sich is dat al best een taaie beklimming, aangezien je daar al meer dan 800 hoogtemeters overbrugt. Eenmaal aangekomen op de top van de Télegraphe loopt het wegdek een kleine vijf kilometer in dalende lijn. Het ideale moment om nog even op te laden, want vanaf skidorp Valloire begint de lastige klus die de Col du Galibier is.

Alhoewel je je dan al op 1.421 meter bevindt, heb je nog ruim 1.200 hoogtemeters voor de boeg. Eerst loopt de weg nog best makkelijk omhoog, aan stijgingspercentages rond de 5 procent, maar de laatste twaalf kilometer is er weinig kans om op adem te komen. De klim loopt vanaf hier redelijk gestaag omhoog aan een percentage tussen de 6 en 8 procent, met enkele uitlopers in de dubbele cijfers. Als je hoger op de berg komt, wordt het uitzicht steeds mooier.

foto: Cor Vos

Kilometers ver reikt het zicht door het open hooggebergte. De hitte die de Maurienne-vallei vaak teistert, heeft ook op de bergen zijn effect; om je heen zijn veel dorre grasweiden zichtbaar. De laatste kilometers kunnen door de combinatie van de grote hoogte en de lange inspanning, die je al achter de rug hebt, werkelijk moordend aanvoelen. Des te groter is de voldoening als je boven komt op deze fameuze beklimming.

Eindeloos klimmen
Als je vanuit de westelijk gelegen Oisans komt, heeft de beklimming een ander karakter. Over een grote (en in het begin ook drukke) weg verlaat je de vallei van de Romanche, bekend van de Alpe d’Huez. Eenmaal aangekomen bij het Lac du Chambon kent de weg verschillende vertakkingen en wordt het een stuk rustiger. Nog altijd niet bijzonder indrukwekkend, aangezien de klim door een smal dal loopt, waardoor je niet vaak wordt beloond met mooi uitzicht.

Met het naderen van de Col du Lautaret kom je steeds meer in een open landschap terecht, waar de onherbergzaamheid van de Alpen steeds beter zichtbaar wordt. Hier word je omringd door hoge, wilde bergtoppen die soms zelfs in hartje zomer nog besneeuwd zijn. Bij de Col du Lautaret draai je van de grote weg af voor de laatste 8,5 pittige kilometers. Alhoewel niet heel steil, laat de hoogte het anders lijken. Saai is het nergens, want het uitzicht lijkt hier met de minuut te veranderen.

De afdaling naar Valloire in het open berglandschap

Houd nog wat energie in de tank, want de laatste paar honderd meter zijn behoorlijk steil. De top van de beklimming lag voorheen op 2.556 meter hoogte. In 1976 werd de tunnel op de top echter gesloten, voor maar liefst 26 jaar, vanwege restauratiewerkzaamheden.

De route over de berg werd dus verlegd, waardoor de top bijna honderd meter hoger kwam te liggen, op 2.645 meter. Vermoedelijk was het niet de bedoeling dat de tunnel zó lang dicht zou zijn, want de laatste kilometer van de nieuwe weg is – afgaande op het hoge stijgingspercentage en de loeisteile bochten – erg vluchtig aangelegd.

In de Tour
Niet alleen voor de liefhebber is de Galibier een soort bedevaartsoord. De beklimming van de Galibier is ook onmiskenbaar verbonden met de Tour de France, aangezien de beklimming al 34 keer werd aangedaan. Op de top staat ook een monument ter nagedachtenis aan Henri Desgrange, de organisator van de eerste Tour in 1903.

De Col du Galibier werd zelfs eens opgenomen in het Giro-parcours

In 2022 wordt er weer een hoofdstuk toegevoegd aan de geschiedenis van de Col du Galibier. Maar liefst twee keer is de beklimming namelijk opgenomen in het parcours van de Tour de France, in etappes die ongetwijfeld hun weerslag gaan hebben op het algemeen klassement. Zo krijgt het peloton in de elfde etappe de noordelijke beklimming vanuit Saint-Michel-de-Maurienne voorgeschoteld, waarna gefinisht wordt op de Col du Granon.

Een dag later, op de Franse nationale feestdag quatorze Juillet start de etappe in Briancon, van waaruit de weg gelijk omhoogloopt naar de top van de Col du Galibier. Hierna volgt nog de beklimming van de Col de la Croix de Fer en wordt gefinisht op de Alpe d’Huez; een parcours dat veel weg heeft van de Marmotte.

Voor zowel de prof als de toerfietser is de Col du Galibier een bekwaamheidsproef in het klimmen. Dat de Tour regelmatig naar een dergelijke beklimming trekt is natuurlijk geen verrassing. De rijke, alsmaar groeiende geschiedenis, voegt alleen maar toe aan de legende van deze bergpas, die absoluut tot de letterlijke en figuurlijke hoogtepunten van de wielersport behoort.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.