Het Bioracer Speedsuit van Tom Dumoulin
woensdag 20 september 2017 om 09:00

Het Bioracer Speedsuit van Tom Dumoulin

Voor Tom Dumoulin is woensdag 20 september een van de belangrijkste dagen van zijn seizoen. In de straten van het Noorse Bergen gaat hij op jacht naar de WK-titel in het tijdrijden, een overwinning die nog ontbreekt op het palmares van de tijdritspecialist. In een discipline waarin secondes het verschil kunnen maken tussen winst of verlies, is aerodynamica van groot belang. Voor het eerste artikel in onze nieuwe rubriek Materiaalzone gingen wij daarom op bezoek bij Bioracer, de makers van het speedsuit van onder andere de Nederlandse ploeg.

Kampioenschapsmerk
Voor kledingproducent Bioracer zijn de mondiale kampioenschappen een belangrijke periode. Het Belgische bedrijf is immers hofleverancier van verschillende toplanden. Dat wordt direct zichtbaar bij de ingang van het hoofdkantoor in het Belgische Tessenderlo. Daar prijken grote foto’s van Greg Van Avermaet, Anna van der Breggen, Elis Ligtlee en Kristina Vogel. Vier Olympische kampioenen van Rio, allen gestoken in wedstrijdkleding van het Belgische merk.

De wereldkampioenschappen wielrennen behoren tot de spaarzame dagen in het seizoen waarop beroepsrenners voor één dag een ander tricot dragen. Onder meer Nederland, België en Duitsland dragen de pakken van Bioracer, maar ook toppers als Primoz Roglic en Edvald Boasson Hagen maken gebruik van het merk. “Waar wij in uitgedaagd worden, is dat alle atleten die wij sponsoren tijdens de wereldkampioenschappen al hun eigen sponsor hebben”, legt Sam Ratajczak, productontwikkelaar bij Bioracer, uit. “Op het evenement van het jaar, moeten zij ineens met een ander merk rijden.”

Windtunneltests
De Olympische Spelen zijn het startpunt geweest van de ontwikkeling van het huidige speedsuit. In aanloop naar de Olympische Spelen in Londen begon het bedrijf een samenwerking met de Duitse federatie. “De Duitsers werkten samen met FES, een door de staat gesubsidieerd bedrijf. Zij konden alles maken, behalve de pakken.”

Bioracer deed in de windtunnel in Dresden veel onderzoek naar aerodynamica en verkreeg daardoor nieuwe inzichten in de factoren die de luchtweerstand beïnvloeden. “We zijn toen begonnen met verschillende stoffen te testen. We ontdekten al snel dat er geen stof bestaat die in alle omstandigheden snel is. De snelheid is een belangrijke factor in de stof waarvoor gekozen wordt. Verschillende stoffen moeten op verschillende plaatsen toegepast worden om geoptimaliseerd te zijn voor een bepaald snelheidsgebied. In Londen hebben we vervolgens als eerste stripes gelanceerd. Een textuur die ervoor zorgt dat er een golfbaleffect ontstaat, waarbij de lucht optimaal langs het lichaam gaat.”

“Met een goed tijdritpak kan er bijna een minuut gewonnen worden”

Met het optimaliseren van de houding en kleding van de renner kan er veel winst behaald worden. “Van de totale weerstand wordt 80% gecreëerd door de wielrenner. Slechts vijftien procent door de fiets en vijf procent door de rolweerstand. Dus daar valt nog veel winst te behalen. Een fiets sneller maken kost duizenden euro’s, maar het lichaam zoals bijvoorbeeld de houding, kan tegen een fractie van de kosten”, legt hij uit. “Met een goed tijdritpak kan er bij de profs over 45 kilometer bijna een minuut gewonnen worden. Dat is ook de reden dat er zoveel in geïnvesteerd wordt”, vult zijn collega Jelmer Jacobs (Performance Manager Speedwear) aan.

Op maat gemaakt
Bij het passen van een shirt, hanteert Bioracer een systeem waarbij het opgedeeld wordt in vakjes van een vierkante centimeter. Hiermee kan gemeten worden hoeveel het shirt uitrekt en wat de gevolgen zijn voor aerodynamica en comfort. “Ideaal is er een rek tussen de 20 en 35 procent. We kiezen de stoffen die bij een bepaalde rek aerodynamisch optimaal presteren. Belangrijker is nog dat het gevoel aangenaam is”, legt Ratajczak uit. “Bij sport voelt 1,7 kilo spanning nog lekker aan.”

Vakjes van een vierkante centimeter dragen bij aan een ideale pasvorm

Ook de weersomstandigheden vormen een belangrijke factor. Het kledingpakket in het koele Bergen verschilt van de warme evenementen in Rio en Doha. Het is echter niet zo dat de kans op regen invloed heeft op de keuze van de stof. “Tom heeft twee verschillende pakken: korte en lange mouwen. Tijdens een tijdrit ga je het immers niet koud krijgen. Het is niet dat ze een pak voor droog of nat weer hebben. Zo ver is het nog niet.”

Route richting Bergen
Het is de medaillekandidaten er alles aan gelegen om niets aan het toeval over te laten. De voorbereiding begint dan ook al vroeg in het seizoen. “Met Tom hebben we samen met de bond en zijn entourage een werkgroep gemaakt richting Bergen”, legt Jacobs uit. “In het begin van het seizoen zijn we begonnen. Allereerst hebben we de feedback van de Olympische Spelen geëvalueerd. We hebben opnieuw het pak gepast, in Rio zat het soms nog wat te strak. Een van de dingen die we aangepast hebben is dat de ribbels enkel nog op de bovenmouw zitten. We zijn er inmiddels achter dat stripes niet op alle plekken een voordeel opleveren.”

Ook het parcours speelt een rol. “Na de verkenning van het parcours is de route opgedeeld in snelheidszones. We kijken dan niet naar de gemiddelde snelheid, maar naar de snelheid waarin we denken dat er het meeste te winnen valt. Zowel de bondscoach als de ploeg worden hier dan bij betrokken. Tom is hier op kantoor in maart langs geweest voor een pas-sessie. We hebben toen ook opnieuw naar zijn positie gekeken. Vervolgens hebben we een testpakje gemaakt wat hij in de zomer heeft getest. Toen zijn er enkele persoonlijke aanpassingen toegepast, zoals bijvoorbeeld een langer of korter mouwtje. Tom vind het belangrijk dat het niet te strak zit. Hij heeft een lang bovenlichaam, waardoor het al snel strak zit.”

Dumoulin past zijn nieuwe tijdritpak – Foto: Bioracer

De opmetingen vinden gedurende het seizoen plaats. “De selectie van Wilco Kelderman was later bekend. Die hebben we pas in de Vuelta opgemeten. Daarnaast komt het voor dat we iemand een tweede keer opmeten. Annemieke van Vleuten was bijvoorbeeld zes kilo afgevallen. Zij heeft zelf om een nieuwe meting gevraagd. Daarom doen we de metingen kort op kampioenschappen, omdat de atleten dan dichter op hun competitiegewicht zitten. We zijn bovendien zelf aanwezig in Bergen, waardoor we op het laatste moment ter nog aanpassingen kunnen doen.”

De verschillen in lichaamsbouw hebben invloed op de samenstelling van de pakken. “Tony Martin heeft bijvoorbeeld een bollere rug ten opzichte van Tom. Omdat het in Bergen koud is, maakt het voor dit evenement geen verschil en hebben ze allebei een gladde stof op de rug. Maar idealiter zou Tony een andere textuur op de rug moeten hebben.”

Binnen een nationale selectie is het bovendien mogelijk dat renners tenue’s dragen met verschillende stoffen op basis van de voorkeuren van de renner. “Vorige week is Lars Boom nog langs geweest omdat hij specifiek wilde kijken met welke stoffen hij een pakje kon krijgen. Hij is iemand die het minder snel koud heeft.”

De persoonlijke wensen van renners zorgen ervoor dat er compromissen gedaan moeten worden. “Tony Martin is bijvoorbeeld geobsedeerd door koeling. Hij weet dat hij niet de meest economische renner is. Hij creëert heel veel restwarmte die hij moet kwijtraken. Als je dat niet kwijtraakt, dan zak je in. Hij kiest daarom voor een iets minder snel pak, wat iets meer ademt. Voor hem focussen we op koeling en komen we op nieuwe stoffen die ventilerend zijn en toch aerodynamisch zijn.”

Nieuwe producten worden regelmatig ontwikkeld op verzoek van en in samenspraak de renners. “Met Greg Van Avermaet hebben wij bijvoorbeeld voor het WK een bepaald type regenjasje gemaakt. Hij wilde een dikkere regenjas hebben tegen de kou.”

Het Speedsuit
De opgedane kennis en de feedback van de renners hebben geleid tot een speedsuit wat de renners moet helpen in het neerzetten van een toptijd. Naast de eerder genoemde ribbels op de bovenarmen, heeft het pak nog enkele eigenschappen die tijdwinst op moeten leveren. “Op de Olympische Spelen in Rio hebben wij een pak met een rugnummer in een zakje geïntroduceerd. Je hebt daardoor geen speldjes meer nodig om het te bevestigen. Bovendien is het sneller, want het nummer gaat niet meer fladderen”, legt Jacobs uit. “Daarnaast heeft het pak een lange rits, wat in tegenstelling tot gewone kleding op de rug zit. In een tijdrithouding word je voorkant heel klein. Dan zou er een korte rits nodig zijn, maar dan raak je bijna niet in je kleding. Door de rits op de rug te plaatsen, kunnen wij de voorkant klein houden. Wij maken het pakje in de houding van de tijdrijder. Dat zorgt ervoor dat wanneer een renner in tijdritpositie zit, past de vorm perfect.”

Dumoulin in actie tijdens de Olympische Spelen van Rio – Foto: Sirotti

Ook de zeem is een onderdeel waar veel aandacht aan geschonken wordt. “Voor de Olympische Spelen in Rio hebben wij een nieuwe zeem ontwikkeld. Bij wetenschappelijke zadelopmetingen zijn we er achter gekomen dat om alle druk weg te nemen, een zeem 25 centimeter dik zou moeten zijn. Daar kun je natuurlijk niet mee gaan fietsen. We zijn dan om een nieuw soort schuim uitgekomen. Het nieuwe schuim heeft een vezelachtige structuur en geeft een betere ondersteuning. In aanloop naar de evenementen vorig jaar hebben we veel onderzoek naar koeling gedaan. We hebben de zeem aan de buitenkant geplaatst. De stof aan de buitenkant had geen doel behalve bescherming. Naast koeling zorgde het ook voor extra grip. Uit tests bleek dat het een serieus verschil opleverde.”

Ook voor consumenten
“Alles wat wij maken, is ook voor consumenten beschikbaar. In Engeland is er bijvoorbeeld een echte scene van tijdrijders. Daar heb je veel amateurs, met name 40-plussers, die zich daarmee bezig houden. Voor belangrijke wedstrijden willen zij hetzelfde pakje als Tom Dumoulin of Tony Martin. Dat kunnen ze dan kopen voor 750 euro. Dan heb je identiek hetzelfde pak.”

Hoewel er op het gebied van aerodynamica de afgelopen jaren grote stappen zijn gezet, zijn er volgens Jacobs nog steeds vlakken waarop winst te behalen valt. “Er kan nog veel verbeterd worden aan een tijdritpak. De ontwikkeling gaat door. Omdat we innovatief zijn op het gebied van aerodynamica, komen stoffenleveranciers vaak als eerste naar ons. Hierdoor hebben we vaak snel de beschikking over bepaalde stoffen. Daarnaast zorgen minder stiksels en betere ritsen voor een verschil. Er is constant een evolutie van verbeteringen.”

Verantwoording:
Het initiatief voor dit artikel komt vanuit WielerFlits. Er is geen vergoeding ontvangen voor de plaatsing hiervan.

RIDE Magazine
11 Reacties
20 september 2017 09:21
Interessant artikel. Laat maar komen!
20 september 2017 09:37
De rits zit op zijn rug. Als ie maar niet hoeft te poepen onderweg ;-)!
20 september 2017 09:38
Erg interessant! Nu maar eens zien of het een tweede gouden medaille oplevert.
20 september 2017 10:02
Interessant stuk.

edit wf: bedankt, aangepast
20 september 2017 10:20
Het bevalt mij wel dat er onder het artikel een verantwoording kopje staat!
20 september 2017 10:50
Is het niet logischer om de strepen op de schouder en arm partij van voor naar achter te laten lopen?
20 september 2017 11:16
@spiderh. Nee, je wilt de lucht juist 'breken'. Dan blijft deze plakken aan het pak en ontstaat er geen vaccuum/wervelingen achter de armen, die je trager maakt.

Ooit was Marnix ten Kortenaar, die aan de TU Delft studeerde en schaatste de eerste die deze technologie in het schaatsen introduceerde. In windtunneltests bleek dat strips op strategische plekken een pak sneller maakten. Daarna is dit concept in de stof zelf verwerkt, omdat die strips ook niet alles waren.
20 september 2017 11:27
Leuk stuk WF. Bedankt!
20 september 2017 11:49
Ik vraag me af dat als er maar 15% van de weerstand van de fiets af komt en 80% van het lichaam of het niet een optie is om de weerstand meer naar de fiets te verschuiven en daarmee de totale weerstand te verlagen. Denk hierbij aan de luchtstroom meer over en om de renner heen leiden. Of zit je dan met regelementen die dit soort dingen verbieden? Misschien is het volkomen belachelijk wat ik zeg, maar als leek was dit het eerste dat in me opkwam na het lezen over die verhoudingen.
20 september 2017 12:08
Heel interessant ! Ben blij met deze nieuwe rubriek. Los van het feit of je het allemaal kunt betalen vind ik het fascinerend te lezen op welke wijze BioRacer met het ontwerp van stoffen en de zeem omgaat. Ook de hardware (fietsonderdelen) boeit mij mateloos.
Onlangs nog een tijdritpak gekocht van het merk Assos. Dat pak is alweer achterhaald doordat de rits nog in de voorzijde is aangebracht, maar de spanning (compressie) op het lichaam door de rek is daarin goed voelbaar.
Alleen de zeem in dat pak zit niet zoals het (volgens mij) hoort te zitten. Ter plaatse van het drukpunt op de voorkant van het zadel bij je plassert, is de zeem veel te dun. Dan is zo'n zeem van een Aero-broek van de Decathlon vele malen beter ontworpen voor een tijdrithouding dan zo'n specifiek Assos tijdritpak.
Enfin,....... leuk onderwerp met veel mogelijkheden tot delen van ervaringen, en wat er 'allemaal' verkrijgbaar of in ontwikkeling is op fiets/kledinggebied.
20 september 2017 15:54
Leuk verhaal, had geen idee dat dit zo' high tech is.

@luckyloek: Nee dat kan niet in de huidige regels over welke vormen de fiets mag hebben. De oorzaak van het verschil is het veel grotere frontale oppervlak van de renner t.o.v. de fiets. De ligfiets lost dat op, en de snelheden die je daarop haalt zijn waanzinnig, maar alles dat ook maar enigzins die richting op gaat is verboden. Kun je nog een aardige discussie over voeren, overigens, of de regels voor wat mag strakker of losser moeten. De discussie of je in koers wel of niet van fietstype mag wisselen verbleekt daarbij...

Om te reageren moet je ingelogd zijn.