In gesprek met Niki Terpstra: het belang van bandenkeuze in grote rondes
foto: @connorbryanphoto - Wordup
donderdag 20 juli 2023 om 13:30

In gesprek met Niki Terpstra: het belang van bandenkeuze in grote rondes

Materiaalzone In een grote ronde moet alles kloppen om drie weken lang het maximale uit mens en machine te halen. Iedere procent winst is er één, zo ook op het gebied van banden. Maar, hoe wordt bepaald welke banden gebruikt worden in een grote ronde? WielerFlits sprak met Schwalbe-ambassadeur Niki Terpstra over bandenkeuze in de Tour de France.

Maar liefst vijftien keer startte Terpstra een grote ronde, waarvan acht keer de Tour de France. Tegenwoordig is hij niet meer actief in het profpeloton, maar nog altijd volgt hij materiaaltrends op de voet. Zeker ontwikkelingen rondom banden genieten de aandacht van Terpstra, gezien hij ambassadeur van bandenproducent Schwalbe is. De ideale kandidaat om te ondervragen over bandengebruik in een grote ronde dus.

Hoe wordt bepaald welke banden het best zijn voor een bepaalde rit?
Niki: “De belangrijkste factor die meespeelt in de bandenkeuze, is de ondergrond. Daarbij is het verschil in keuze de breedte van de band. Bij een normale etappe met mooi glad asfalt, koos ik voor de snelste band, wat ongeveer 26 millimeter is. Dat is lichter en meer aerodynamisch dan brede banden. Voor een extreme kasseienkoers zoals Parijs-Roubaix wil je meer comfort en snelheid op de dikke stenen, dan gingen we naar 32 of 34 millimeter. Deze brede banden konden we met lagere bandendruk rijden, omdat ze veel grotere luchtkamer hebben. Hierdoor geven de banden een beetje mee als je van de ene naar de andere steen rolt. Smallere banden vervormen minder, waardoor je eigenlijk van de ene steen tegen de volgende steen botst, wat bij elke schok weerstand geeft. Daarom zijn brede banden op de kasseien niet alleen comfortabeler, maar dus ook serieus sneller.”

Bij koersen over kasseien is bandenkeuze extra belangrijk – foto: Cor Vos

Om wielrenners onder alle omstandigheden te voorzien van de best mogelijke banden, produceert Schwalbe hun Pro One & One racebanden in een breed assortiment aan maten: van 25 tot 38 millimeter breedte. Zo kan elke renner de perfecte band voor hun gebruik kiezen.

Bepaalde jij persoonlijk welke banden je gebruikte, of gebruikte de hele ploeg dezelfde banden?
Niki: “Uiteindelijk besliste ik meestal zelf welke banden ik wilde rijden. Deze beslissing nam ik door een mix van gevoel en informatie van bandentesten. Data is extreem belangrijk, toch is grip en vertrouwen in een band nog veel belangrijker. Wanneer een band bijvoorbeeld uitstekend uit een rolweerstand-test komt, maar het gevoel op de fiets is niet fijn, dan zou ik er niet op koersen. Als je weinig verschil voelt tussen banden, kies je natuurlijk voor degene die het snelst uit een test komt.”

Switchte je gedurende een grote ronde tussen tubes, tubeless of vouwbanden?
Niki: “Gelukkig heb ik 95% van mijn carrière op tubes gekoerst. Eén van de grote voordelen van tubes, is dat de fiets nog bestuurbaar is bij een plotselinge lekke band. Dat is toch wel fijn tijdens als zoiets tijdens een afdaling gebeurt. Daar wisselde we tijdens een grote ronde dan ook niet in. Alleen in tijdritten werden de laatste jaren vouwbanden gebruikt door mijn ploeg, omdat de rolweerstand significant lager was.”

Voor een tijdrit moet de band zo snel en aerodynamisch mogelijk zijn – foto: Cor Vos

Met de ontwikkeling van een speciaal karkas heeft Schwalbe het soepele gevoel van tubes mogelijk gemaakt in tubelessbanden. Het super race karkas verenigt souplesse, snelheid en maximale controle. Banden met dit karkas zijn de keuze van Uno-X & Canyon-SRAM tijdens de Tour de France.

Hoeveel verschillende banden gebruikte jij gedurende een grote ronde?
Niki: “Dat weet ik eigenlijk niet eens. De banden worden in de Tour elke dag gecheckt door mecaniciens op slijtage, sneeën of andere beschadigingen. Zij bepalen dan of het nodig is om de band te vervangen. Zelf kon ik na de race natuurlijk wel aangeven of er iets was met de banden zoals een bobbel, vlakke plek of een ander probleem. Maar ook als ik geen melding had gedaan, werd het sowieso gecheckt. Hoe vaak de banden vervangen worden, hangt echt af van de omstandigheden. Na een paar etappes over mooie schone wegen, is er waarschijnlijk niets aan de hand met de banden. Maar er hoeft maar één etappe te zijn met veel grind of vuiligheid op de weg en de hele ploeg moet nieuwe banden voor de volgende dag. Je kan een vergelijking trekken met je remblokken: met mooi weer gaan ze duizenden kilometers mee maar in slecht weer kunnen ze na één dag versleten zijn.”

Zat er in het peloton veel verschil in de gebruikte banden of zag je de verschillende ploegen veelal met hetzelfde soort banden rijden?
Niki: “Het type band was veelal hetzelfde: smalle 23 millimeter tubes. Het verschil zat dan in het merk band en vooral hoe deze zich gedroeg in natte omstandigheden, daar zag ik in mijn eerste jaren als prof enorm verschil in. Wanneer ik in de regen op het verkeerde merk stond was ik kansloos en zat ik letterlijk te vloeken. Als we dan het jaar erop over gingen naar een goed merk kon ik lachend het halve peloton in de buitenbocht voorbij. Dit verschil is in de loop der jaren tussen de merken gelukkig kleiner geworden.

Steeds gangbaarder in het profpeloton: tubeless banden – foto: Schwalbe

Eén verschil was er wel in de voorjaarsklassiekers, waar ons team de eerste was met bredere tubes. Dat heeft ons één jaar een voorsprong gegeven maar daarna heeft iedereen het natuurlijk gekopieerd. Stap voor stap zijn we allemaal met bredere banden gaan rijden in alle wedstrijden omdat dit alleen maar voordelen geeft. Vorig jaar zag je de overgang naar tubeless waar de verdeling nog 50/50 was. Als ik nu rondkijk in het profpeloton, rijdt 90% op tubeless.”

Deze tour rijden onder andere Uno-X & Canyon-SRAM op schwalbe Pro One tubeless.

Dit jaar zitten er geen kasseien of gravel in de Tour. Zijn er desalniettemin ritten die er voor jou uitspringen waar bandenkeuze doorslaggevend kan zijn?
Niki: “Ik denk dat alle etappes met eenzelfde type band zullen worden afgewerkt. Wat heel belangrijk is, is de grip. Er zitten heel wat technische afdalingen in de Tour, dan is grip extreem belangrijk. Wanneer je grip hebt krijg je vertrouwen en alleen als je vertrouwen hebt zit je fijn op de fiets, kan je goed inremmen, goed sturen, de ideale lijnen volgen en een snelle afdaling rijden.”

Eén van de belangrijkste kwaliteiten van een band volgens Terpstra: vertrouwen – foto: Cor Vos

Wat is er tegenwoordig anders qua bandenkeuze in een grote ronde, dan pak ‘m beet 5 jaar geleden?
Niki: “In mijn eerste grote ronde, de Vuelta van 2007, reed ik op 23 millimeter tubes en speciaal voor de tijdrit 19 millimeter tubes. Nu rijd het grootste deel op ±26 millimeter tubeless banden. Naast dit duidelijke verschil in type band, zit er natuurlijk een enorm verschil in de technieken van de band; de opbouw van de materialen is totaal anders. Daar waar een oude tube simpelweg een katoenen buis was met een laag rubber erop gelijmd, is een moderne band opgebouwd uit meerdere technische lagen. Daardoor is deze soepeler, lichter, lekbestendiger, heeft hij veel meer grip is de lagere rolweerstand ook lager.”

De Pro One racebanden van Schwalbe zijn opgebouwd middels een zogenaamde ‘turn up-constructie’. Dit is een bepaalde opbouw van de verschillende lagen van het karkas, waardoor deze extreem soepel en licht wordt. Deze techniek, die wordt gebruikt bij de beste racebanden van Schwalbe, is samen met atleten en teams ontwikkeld.


Dit artikel is in samenwerking met Schwalbe tot stand gekomen

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.