Op bezoek bij de grootste fietsenfabrikant van Noord-Amerika
foto's: Trek, Cor Vos
donderdag 1 juni 2023 om 15:24

Op bezoek bij de grootste fietsenfabrikant van Noord-Amerika

Materiaalzone Ruim een kwart van de inwoners zou werkzaam kunnen zijn in het hoofdkantoor, maar slechts een enkeling van de ruim negenhonderd werknemers woont daadwerkelijk in Waterloo. Er is hier vrijwel niets te beleven. Waterloo is op het eerste oog een doorsnee slaperig dorp in de Amerikaanse staat Wisconsin. Vierduizend inwoners, een high school en een handvol winkels.

Wat dit plaatsje uniek maakt zie je aan de rand van het dorp. In Waterloo staat het hoofdkantoor van Trek Bicycle Corporation, een van de grootste fietsproducenten uit de industrie. Bij het binnenrijden van het dorp stuit je meteen op het moderne gebouw, wat sinds 1980 al verschillende gedaantewisselingen onderging. En ook nu wordt weer aan het gebouw gewerkt, want het bedrijf zit nog altijd in de lift.

Wanneer ik het bedrijf bezoek voor een rondleiding staan de parkeerplaatsen vol. Alle vakken zijn gevuld en ook in de berm is nauwelijks nog een plekje voor de auto te bespeuren. Een groot contrast met wat we binnen treffen. Het is vrijdagmiddag 14:30 en in de hal en de ruimte daarachter is bijna niemand te bespeuren. Alsof de werknemers een spelletje verstoppertje spelen. Maar het lege gebouw laat zich makkelijk verklaren. Het bezoek is gepland in het weekend van de openingsmanche van de wereldbeker veldrijden in Waterloo. Trek is de organisator én grote sponsor van het event. Het parcours van de veldrit loopt letterlijk door de achtertuin van het hoofdkantoor.

Lucinda Brand beklimt de Trek Factory Hill met op de achtergrond het hoofdkantoor – foto: Cor Vos

Ten tijde van de rondleiding is de Trek Cup bezig, een van de crossen in het drukke voorprogramma van de wereldbekerwedstrijden op zondag. Het laat zich dus raden waar alle mensen deze middag zijn.

Een vol bedrijfsrestaurant en drukbezette kantoren zijn überhaupt een zeldzaam fenomeen geworden, vertelt Eric Bjorling, Director of Brand Marketing en Public Relations en voor deze gelegenheid ook onze gids. “Sinds covid werken we ook hier veel vanuit huis. De meeste collegas komen twee dagen naar kantoor. Soms vaker als er belangrijke meetings zijn.”

Dit artikel was eerder te lezen in de wintereditie van RIDE Magazine die in het thema stond van terugblikken op 2022, mooi materiaal, goede reisverhalen en indoor trainen.
Bestel nu deze editie online en krijg ‘m binnen enkele dagen thuisbezorgd.

Na het aanbod voor een bekertje versgemalen Segafredo-koffie (ik pas vriendelijk) begint de rondleiding in de hal van het gebouw. Wie binnenstapt stuit meteen op een muur waar de rijke historie van het bedrijf wordt uitgelegd. Een mini-museum. Aan de muur hangen frames, waarmee het bedrijf furore maakte, waaronder een origineel exemplaar van het eerste model waarmee het in 1978 allemaal begon.

Op de muur wordt de rijke historie van het bedrijf uitgelegd

De muur is te klein om de hele historie te belichten. De strip met rood neonlicht, dat de rode lijn door de geschiedenis symboliseert, loopt om de hoek door in de richting van de werkplekken. “Je loopt met de historie mee naar de deur waarachter onze toekomst wordt gemaakt”, legt Bjorling de symboliek uit.

Het is typerend voor het gebouw. Over alles lijkt te zijn nagedacht. Ook achter de indeling van het hoofdkantoor zit een verhaal. Sinds de laatste grote renovatie in 2015 kan je het gebouw opdelen in twee helften, geïnspireerd op de linker en rechter hersenhelft. Links zitten de meer zakelijk en administratief georiënteerde afdelingen, rechts tref je de bureaus van de creatieveling, zoals de ontwerpers, designers en de marketingdivisie. 

Lance Armstrong
Maar nog even terug naar die wall of history. Met twee kleine foto’s wordt er toch even stilgestaan bij een man wiens naam je verder nergens in het gebouw meer zult tegenkomen; Lance Armstrong. Zijn zeven overwinningen in de Tour de France (die later weer zijn afgepakt) behaalde hij op fietsen van Trek. In de slipstream van het succes van de Texaan werd Trek een populair merk bij het grote publiek, maar toen Armstrong in 2012 van zijn sokkel viel, beëindigde ook Trek de samenwerking. Bjorling: “Wat gebeurd is, is gebeurd. Je moet dat niet ontkennen of willen negeren. Het tijdperk Armstrong is onderdeel van de historie van dit bedrijf.” En snel weer door.

Felle kleuren zijn in trek

Na Armstrong groeiden renners als Fabian Cancellara, Sven Nys, Ellen van Dijk en Lizzie Deignan uit tot mondiale ambassadeurs dankzij belangrijke overwinningen. Op de tweede verdieping is een hal toegewijd aan de fietsen waarop die prestaties werden geleverd. “Ongewassen en in originele staat”, wijst Bjorling naar de met modder besmeurde Domane SLR, waar Lizzie Deignan vorig jaar de allereerste Parijs-Roubaix voor vrouwen op won. Ook de Domane waarop Fabian Cancellara in 2013 een stoffige editie van de Hel van het Noorden won staat mooi uitgelicht op een verhoging. “Deze fiets heeft op zoveel expo’s en fietsbeurzen gestaan dat het meeste stof is verdwenen.”

Hoe snel deze collectie met ‘winnende fietsen’ kan uitbreiden is overigens maar de vraag. Enerzijds hangt dat natuurlijk af van bijzondere prestaties, maar ook van de welwillendheid van de atleten. “Sommige renners laten het tegenwoordig contractueel vastleggen dat ze hun fiets mogen houden als ze een grote koers winnen”, vertelt Bjorling.

Project One
De fietsfabrieken ondersteunt in totaal zo’n 88 atleten, bestaande uit een aantal triatleten, het eigen mountainbiketeam (Trek Factory Racing XC), de veldritploeg van Sven Nys (Baloise Trek Lions) en de WorldTeams voor mannen en vrouwen op de weg (Trek-Segafredo). Bjorling: “Wij zijn momenteel nog het enige fietsmerk dat hoofdsponsor is van een wielerploeg op het hoogste niveau.”

Frames worden niet meer geproduceerd in Waterloo, maar nog wel gepersonaliseerd. Wie met een kaal frame binnenstapt, kan op een volledig gepersonaliseerde Trek naar buiten fietsen.

“Wist je trouwens dat alles waarmee professioneel wordt geracet hier op het hoofdkantoor passeert. Ieder onderdeeltje, ieder frame, wiel of helm controleren we in de werkplaats en maken we gereed om het met de boot naar onze service course in Deinze, België te verschepen”, legt Bjorling uit. “In april zijn wij meestal al bezig met de fietsen voor de Tour de France. Een geel gespoten frame in verschillende maten en een groene helm voor het geval dat… worden dan al klaargemaakt.”

Frames worden er in Waterloo niet meer gemaakt. Al het carbonwerk kom uit Azië, maar dat is dan ook bijna het enige wat ze niet in house doen. “Voordat we iets op de markt brengen, gaat het eerst door een intensieve testfase in ons Prototype lab. Hier staat alles wat we nodig hebben om nieuwe producten te testen op bijvoorbeeld kracht, stijfheid en welke impact het aan kan. Maar ook bijvoorbeeld het aantal cycles een wiel mee kan gaan. Wat je misschien is opgevallen aan onze testframes is dat ze aan de onderkant, bij het bottom bracket, een gat hebben. Zo herken je meteen dat het een testframe is. Ze zijn ook altijd wit gespoten omdat je dan goed kan zien waar het frame breekt.”

Een van de opvallendste afdelingen in het 7.000 vierkante meter grote complex heeft gek genoeg weinig met fietsen te maken. Onder leiding van Bjorling is de afgelopen jaren gebouwd aan een volwaardige foto- en filmstudio. “Alle productfoto’s van nieuwe fietsen en producten die je online en internationaal bij dealers ziet hangen maken we hier intern. We zijn eigenlijk een klein productiehuis binnen Trek. In de videostudio filmen we onder andere wat wij service school noemen. Dit zijn instructievideo’s waarmee wij onze salesmensen en fietsenmakers over heel de wereld opleiden. We kunnen hier ook live webcasten naar heel de Trek Family.”

Wie met een kaal frame binnenstapt, kan op een volledig gepersonaliseerde Trek naar buiten fietsen. Project One noemen ze dat. Achter de kantoorruimte (geen afgesloten kantoortjes of cubicles, maar een grote open werkruimte met bureaus) stap je zo de industriële werkplaats in, die bestaat uit verschillende hallen. De grootste is voor Project One. Waar je ook kijkt, zie je frames. Veelal in de meest bijzonder kleurcombinaties. “Aan de paint jobs van het frame kunnen we al de eindbestemming inschatten”, zegt Bjorling. “Europeanen en Noor-Amerikanen hebben dezelfde smaak. Effe kleuren en veel graphics op het frame. Andere culturen zoals Japanners gaan vaak voor de meest felle kleurcombinaties die niemand anders zou kiezen.”

“Een aantal jaar geleden wilde iedereen donkere kleuren, veel zwart en grijs en het liefst minimale branding (Trek logo’s), tegenwoordig is dat anders. Men is oké met het merk, het logo mag getoond worden en zie je duidelijk de trend dat iedereen zijn eigen stijl kiest.”

Alle gewonnen monumenten en wereldtitels worden gevierd met een bannier in de werkplaats van Project One

Met Project One kan iedereen zijn eigen droomfiets samenstellen. Het frame, de onderdelen én het kleurdesign. “De frames uit dit programma leggen dezelfde weg als die van de profs. Alles passeert door dit gebouw. De frames die via het online programma van Project One of via een dealer zijn besteld worden hier in onze spuiterij in de juiste kleuren gespoten, daarna verschepen we het naar de klant”, legt Bjorling uit.

Tegen het einde van de rondleiding stappen we de gym binnen. Ook voor het personeel wordt hier goed gezorgd. “Tijdens de lunchpauze kan je hier sporten om daarna weer fris aan het werk te gaan.” Alles wat je in een sportschool verwacht is aanwezig, waaronder zelfs een klimwand. Mijn oog valt vooral op de ramen. Vanuit de gym heb je zicht op de Trek Factory Hill, de scherprechter uit het crossparcours. De wedstrijd bij de mannen nadert de ontknoping. Een goed moment om de rondleiding af te ronden.

Vanuit de gym heb je perfect zicht op het veldritparcours

Opgericht in een schuur

​​Het verhaal van Trek begint in 1975. Dick Burke – de vader van de huidige CEO Joh Burke – en Bevil Hogg besluiten hun eigen fietsen te gaan maken. Een paar jaar eerder ontmoeten ze elkaar bij toeval in een vliegtuig. Burke is zakenman, Hogg zit in de fietshandel. 

In 1975 zitten ze samen in de The Pine Knoll, wat een populaire supper club in de buurt van Waterloo was. Supper clubs zijn verankerd in de cultuur van Wisconsin. Zie het als een combinatie van een eetcafé met een buurthuis. De gemeenschapszin is net zo belangrijk als de kwaliteit van het eten. Het originele uithangbord van The Pine Knoll werd een aantal jaar geleden gevonden op een rommelmarkt en hangt nu in het bedrijfsrestaurant, waar een deel van de inrichting, zoals de buffetbar, zijn geïnspireerd op plek waar Trek het levenslicht zag. Het plan is om zelf fietsen te maken. In de Verenigde Staten zijn er dan alleen nog fabrikanten die fietsen in het lage en middensegment maken. In 1976 vinden Burke en Hogg een rode schuur in het centrum van Waterloo. Hier fabriceren ze hun eerste hoogwaardige frames. Ze geven het de naam Trek.

In The Pine Knoll zijn ze tot die naam gekomen. De andere optie was Kestrel (torenvalk), een razendsnelle roofvogel, maar het werd uiteindelijk Trek, wat vanuit het Zuid-Afrikaans (en Nederlands) verwijst naar avontuur en reizen. Vanuit de rode schuur werden de eerste stalen frames gemaakt, zoals de Trek TX300, TX500, TX700 en TX900. In 1980 verhuisden ze naar de campus waar ze nu nog zitten. Maar van de rode schuur hebben ze nooit afscheid genomen. Deze doet nu dienst als opslagplek en bedevaartsoort voor liefhebbers van het merk.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.