Michael Boogerd heeft in zijn column in De Telegraaf kritiek geuit op zijn ex-ploeg Rabobank, en dat niet voor het eerst. Volgens Boogerd moet, met het op de zege van Oscar Freire in Milaan-Sanremo na zwakke voorjaar in het achterhoofd, de huidige samenstelling van de ploeg in vraag gesteld en herbekeken worden. Vooral de iets oudere generatie krijgt de volle laag.

“Met uitzondering van Oscar Freires zege in Milaan-Sanremo kwam de ploeg over het algemeen te kort. De prestaties van Paul Martens waren een lichtpunt, maar het merendeel van de ploeg was simpelweg nergens”, stelt Boogerd. “De ploegleiding moet de vraag durven stellen of aankopen als Nick Nuyens gebracht hebben wat van hen mocht verwacht worden en indien nodig handelen.”

“Er moet gedurfd worden meer kritiek te uiten op de generatie die na renners als Erik Dekker en mezelf kwam”, gaat de laureaat van de Amstel Gold Race en de tweevoudige Nederlandse kampioen verder. “Jongens als Joost Posthuma, Pieter Weening, Laurens ten Dam en Bram Tankink hadden ons vertrek moeten kunnen opvangen, maar in realiteit gaapte er na ons een grote leegte.”

Toch ziet Boogerd lichtpunten, met name in de jongste generatie. Hij roept dan ook op om volop de kaart van de jeugd te trekken. “We moeten geduld durven hebben, want renners als Gesink, Boom en bieden perspectief voor de toekomst. Dat ze het potentieel hebben, hebben ze al meerdere malen bewezen. Alleen lijkt de groei dit jaar wat te vervlakken”, luidt het.