Christoph Roodhooft: “We rijden zowel Giro, Tour als Vuelta”
foto: Cor Vos
Nico Dick
zondag 3 januari 2021 om 07:00

Christoph Roodhooft: “We rijden zowel Giro, Tour als Vuelta”

Interview Alpecin-Fenix was in 2020 het beste ProTeam en wordt daarvoor beloond met een wildcard voor alle WorldTour-wedstrijden waaraan het wil deelnemen. WielerFlits blikt terug en kijkt ook al even vooruit met Christoph Roodhooft, samen met broer Philip eigenaar en architect van de ploeg. “We gaan in 2021 opnieuw voor winst in de Europe Tour.”

2020 zit erop. Mogen we spreken over een grand cru-jaar voor Alpecin-Fenix?
“Nee. Door wat er dit jaar in de wereld gebeurd is, zou het ongepast zijn om van een grand cru te spreken. Dat is het voor niemand geweest. Puur sportief durf ik wel spreken van een geweldig jaar. Al moesten we ook wel een periode door waarin onze verwachtingen niet werden ingelost.”

Dan doel je vooral op het Italiaanse luik in augustus?
“We zijn 2020 gestart met twee wereldtitels (Alvarado en Van der Poel) in het veld. Dat telt voor de sponsors ook mee. De start van onze wegcampagne was goed, tot Mathieu ziek werd in de Algarve en moest passen voor Omloop Het Nieuwsblad. Daarna zijn we in lockdown gegaan.”

“En inderdaad, in augustus zijn we beneden onze eigen verwachtingen gebleven. In Strade Bianche, in Milaan-San Remo. Het was niet rampzalig, maar het mislukte toch wat. Daarna kwam stilaan de kentering met de Duitse en Nederlandse titel, de zege van Merlier in Brussels Cycling Classic en twee ritzeges in Tirreno-Adriatico als eerste hoogtepunt. Als ProTeam daar twee keer winnen, mogen we naar waarde schatten.”

“Later volgden dan nog de stunt van Mathieu in de BinckBank Tour, zijn onverhoopt resultaat in Luik-Bastenaken-Luik en uiteraard met zijn triomf in de Ronde van Vlaanderen. Eigenlijk hebben we best veel gewonnen.”

Cijfermatig doen jullie niet beter: 20 zeges in 2019 tegenover 16 in 2020. En net zoveel topvijfplaatsen (57). Maar de kwaliteit was dit jaar hoger.
“Voila. De kwaliteit is hoger en het was daarnaast veel geconcentreerder. Je mag zeggen dat in 2020 80 procent van het peloton op hetzelfde moment in topvorm was, terwijl dat in andere jaren veel meer gespreid is. Het niveau was hoger omdat iedereen wilde winnen. Dan hebben we het met de kern waarover we beschikten toch goed gedaan.”

“De Driedaagse Brugge-De Panne was trouwens nog een leuke uitsmijter. Voor de buitenwereld viel het minder op. Maar zelf vond ik dat onze jongens die dag een topprestatie hebben neergezet. We hebben die koers mee bepaald.”

Roodhooft en Senne Leysen in Milaan-San Remo – foto: Cor Vos

Dankzij al die resultaten zijn jullie het beste ProTeam. Dat is van meet af aan een doel geweest?
“Meer dan vorig jaar in elk geval. Al viel dat in het voorjaar niet mee. Door de sterke prestaties van vooral Nairo Quintana nam Arkéa-Samsic een blitzstart en holden we achter de feiten aan. Dat was onvoorzien. Uiteindelijk hebben we die ranking toch naar onze hand kunnen zetten.”

“Maar ook niet onbelangrijk: we eindigen als 12de in de overall-ranking en houden acht WorldTour-teams achter ons. Je kan ook de Europe Tour winnen als 18de of 19de overall. Maar we nestelen ons wel in de middenmoot met alle topteams. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.”

We weten dat die Europe Tour winnen belangrijk was. Kan je ons verduidelijken hoé belangrijk?
“Ontzettend! Een jaar geleden waren we nu volop aan het lobbyen bij organisatoren. Het was dikwijls wachten tot het laatste moment om ons programma te kennen. Nu kunnen we volop ons eigen progamma uitstippelen en samenstellen. We moeten niet meer ‘hopen’. Dat zal ons ongetwijfeld een meerwaarde bieden. Het is moeilijk in te schatten of we dat ook kunnen omzetten naar resultaten, maar het biedt ons in elk geval extra rust.”

“Doel daarbij is dat we voldoende wedstrijden in ons programma opnemen waarin we onze snelle jongens kunnen uitspelen. Dat we hen optimaal de kansen bieden om te scoren. Dat deden we dit jaar ook al, maar dan op een ander niveau. Al gaan we ook onze koersen niet verloochenen. Wedstrijden genre Overijse, Parijs-Brussel, Dwars door het Hageland, … Daar willen we als ploeg op blijven mikken.”

“En het moet vooral niet altijd Mathieu van der Poel zijn die de meubelen moet redden. Je mag dat niet onderschatten om altijd diegene te zijn op wiens schouders de druk valt. We hebben dit jaar trouwens al getoond dat dat mogelijk is. En dat kan Mathieu ook wel naar waarde schatten.”

Jullie rijden straks een opgewaardeerd progamma, met een of meerdere grote rondes. Levert dat meteen nieuwe en betere sponsorcontracten op?
“Voorlopig niet. We gaan nu ons derde jaar als ProTeam in. We hebben een stap gezet, nu willen we vooral bevestigen. Op sponsorvlak is er amper verschil tussen 2020 en 2021. We gaan zien of dat richting 2022 wel iets oplevert. Pas dan zijn eventuele veranderingen mogelijk. Philip heeft trouwens al de gesprekken met onze hoofdsponsors opgestart. Die is al volop bezig met 2022 en 2023.”

Minpuntje dat ons opviel: Mathieu van der Poel zat in de Ronde van Vlaanderen snel geïsoleerd. 
“Daar ga ik niet helemaal mee akkoord. De beslissing (aanval Alaphilippe, Van der Poel en Van Aert, red) viel vroeg. Tot dan waren we aanwezig. Maar toen die aanval er kwam, bleven – op Deceuninck-Quick-Step na – alleen nog kopmannen over. Bij ons had iedereen zijn taak uitgevoerd. Bij Jumbo-Visma zat Wout van Aert sneller geïsoleerd.”

“Natuurlijk kan het altijd beter. We zijn daar niet blind voor en we hebben daar ook over nagedacht in onze transferpolitiek. Met de komst van Jasper Philipsen, Sylvan Dillier en Xandro Meurisse worden we nog sterker. En de jongens die er nu waren, blijven. Trouwens, je hebt het over de Ronde van Vlaanderen. Herinner je je ook nog wie nog overbleef in de finale van Luik-Bastenaken-Luik? Met Sbaragli, Vervaeke, Vakoc, Tulett had Van der Poel daar nog vier renners in steun op de Roche au Faucons. Als één van hen iets langer overleeft, krijgen we een andere finale.”

In 2019 won Total Direct Energie de Europe Tour. Ze zijn er in 2020 helemaal doorgezakt… Gaan jullie het anders aanpakken om die status ook na 2021 te behouden?
“Ik spreek me niet uit over de aanpak van Total. Maar het is duidelijk dat je van in het begin alert moet zijn wat die ranking betreft. Hoe we dat best aanpakken, daar is Philip dan weer enorm mee begaan. We willen immers in dezelfde positie 2021 afsluiten, ondanks het zwaardere programma. Het is duidelijk dat er meer is dan de Tour de France. Zelfs het derde programma is in dat kader ontzettend belangrijk.”

“Natuurlijk willen we die plaats vasthouden en daar moet goed over nagedacht worden. Maar tezelfdertijd willen we ook niet vervallen in een ploeg die rijdt voor plekken vijf, zeven negen en elf. Winnen is en blijft het hoofddoel. Het is kwestie van daarin een gezond evenwicht te vinden. Daar hebben we de renners voor en we hebben het voorbije jaar gezien dat iedereen zijn steentje bijdraagt. Mooie voorbeelden zijn Dwars door het Hageland en Antwerp Port Epic.”

Ministage Alpecin-Fenix

Foto – © Alpecin-Fenix 2020

Kunnen jullie met Alpecin-Fenix anno 2021 zo’n zwaar(der) programma aan?
“Die vraag stellen we ons ook. Het wordt niet gemakkelijk, maar ik ben er ook niet bang van. Ik zag dit jaar teamselecties in de grote rondes waar wij onze voet naast kunnen zetten. Ik denk spontaan aan Movistar. Dat is een topploeg, maar in sommige wedstrijden startten die met een veel minder kwalitatieve kern. Ik denk aan Jumbo-Visma en de Ronde van Vlaanderen. Je kan niet overal de eerste viool spelen. Maar we proberen dat straks zo goed mogelijk in te vullen.”

Jullie kunnen van start in de drie grote rondes. Voorlopig weten we alleen met zekerheid dat de Tour de France op het programma staat.
“Wel, we zijn er uit dat we in de drie grote rondes van start gaan. Naast de Tour de France is het, met Fenix als Italiaanse naamsponsor, sowieso logisch dat we de Giro rijden. En ook de Vuelta is intussen aan ons programma toegevoegd.”

Trekken jullie met de sterkst mogelijk selectie naar de Tour, of willen jullie de toppers spreiden?
“Daar zijn we nog niet honderd procent uit. Dat de Tour ontzettend belangrijk is, moet ik niemand vertellen. Maar of we met drie snelle jongens gaan (Van der Poel, Merlier, Philipsen, red)? Er kan in een half jaar nog veel gebeuren. Het zou wel mooi zijn om mee te helpen aan de definitieve doorbraak van Philipsen. Merlier is intrinsiek misschien nog iets sneller, maar hij moet dan weer nog evolueren als renner om de zwaardere etappes aan te kunnen. Het is gewoon nog te vroeg om daar nu al uitsluitsel over te geven.”

“Wat ik wel weet: in de Tour gaan we erop mikken om sommige dagen totaal onzichtbaar te zijn en andere dagen dan weer in het middelpunt van de belangstelling te proberen staan. Dat lijkt mij de enige kans op succes. En ik ben hoopvol dat ons dat kan lukken.”

Jijzelf staat in het peloton der ploegleiders gekend als een grote motivator voor jouw renners…
“Ik vind motivatie zeer belangrijk. En vooral: onderschat niemand, maar óverschat de concurrentie ook niet. Die adoratie van de toppers, daar moet je niet mee overdrijven. Ik moet als ploegleider ook mijn plek opeisen. Dat moeten onze renners ook. Ik wil dat ze hun wedstrijden op die manier aanvatten. Daarnaast wil ik dat onze jongens attractief koersen als het mogelijk is. Dat is al altijd mijn spirit geweest.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.