Dries De Bondt kwam ver met vroege vlucht: “Ik heb nooit moeten wringen”
Video Dries De Bondt bewees in Dwars door Vlaanderen opnieuw dat je niet moet wachten tot het bittere einde om mee te doen voor de overwinning in een grote wedstrijd. De voormalige Belgische kampioen werd vijfde, maar kon in zijn – aanstekelijke – reactie achteraf zijn teleurstelling niet verbergen.
“Ik weet niet of ik mij er nog veel van herinner. Ik zag veel zwarte sterretjes. Ik heb niets gezien van de laatste rechte lijn, het was allemaal zwart”, zegt de renner van Decathlon AG2R voor de camera van WielerFlits.
“Ik had een goede dag, het was een mooie ontsnapping. We hebben de hele dag mooi rondgedraaid. Het was een beetje zoals een kermiskoers-format met twaalf man vooruit, en verder gewoon ronddraaien. Dat gaat me wel af. Op het einde is het gewoon kut hé. Ik heb even getwijfeld toen Jorgenson zijn beslissende aanval deed, maar ik had direct moeten reageren. Ik voel het zo aan wanneer het goede moment is, en ik weet dat als ik met Tiesj of Matteo vooruit geraak dat ik een kans heb om te winnen. Maar ik zat volledig à bloc. Het was leuk dat ik er nog bijzat, maar ik denk dat ik morgen pas content ga zijn met een vijfde plek.”
Even leek dat moment er ook te komen, toen De Bondt Tiesj Benoot met zich meekreeg. “Ik dacht even dat we met z’n tweeën weg waren, maar Tiesj wilde toch niet doorrijden. Ik heb mezelf drie keer voorbij moeten rijden in de finale. Met de aanval van Alberto Bettiol heb ik alles moeten uitkuisen wat nog in mijn motor zat. Het viel soms gelukkig een beetje stil, maar het was pompen of verzuipen.”
Vroege vlucht
De Bondt bewijst zo wederom dat zijn beproefde recept – dat hem eerder al een ritzege in de Giro en de Belgische titel opleverde – ook in de klassiekers kan werken. “We wisten vandaag dat het superbelangrijk was om mee te gaan in de vroege vlucht. We zeggen dat al een heel voorjaar hé. Als je moet wachten in klassiekers zoals deze die zo chaotisch is, dan is er niets zo interessant als vooruit rijden.”
“In de achtergrond gebeurt er zo veel chaos. Valpartijen, lekke banden, scheurtjes in het peloton: noem maar op. Je moet richting elk bergje wringen om voorin te zitten. Terwijl, als je in een groepje van twaalf renners vooruitrijdt, dan ga je op je gemak naar de voet van elke helling. Je rijdt er dan samen over, je blijft samen tempo maken. Je weet alle twaalf dat je heel ver gaat komen als je een goede dag hebt. We hebben geprobeerd om elkaar niet te flikken, goed tempo te rijden en we zijn daarmee ver geraakt.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.