Oliver Naesen realistisch: “Ik koers een beetje met de benen, maar vooral met het hoofd”
Video In de schaduw is Oliver Naesen aan een best goed voorseizoen bezig. Zijn vierde plaats in de Omloop Het Nieuwsblad kreeg afgelopen weekend een vervolg met een elfde plek in Gent-Wevelgem. Volgens Naesen is zijn ervaring in deze koersen daarbij cruciaal, zo vertelt hij in Dwars door Vlaanderen voor de camera van WielerFlits.
Bij Decathlon-AG2R is het doel in de Vlaamse klassiekers duidelijk. “Op de Powerpoint in de meeting ’s ochtends staat dat we mikken op de top 10. Ik zweefde daar een beetje rond in de vorige Vlaamse koersen, dus dat is goed. In Gent-Wevelgem werd ik elfde, maar in zo’n sprint maakt dat vrij weinig verschil. Als ik ’s avonds in mijn bed kruip, voel ik het verschil niet tussen zevende of elfde. Het is natuurlijk wel fijn om vooraan te zitten en die koers met overschot te finishen. Zeker als je weet wat er nog aankomt.”
Wat is voor Naesen het recept om die uitslagen te bekomen? “Rondkijken, zelfkennis, weten wie er nog ploegmaten heeft, de juiste momenten uitkiezen om mee te gaan, de foute momenten laten passeren. Eigenlijk is het meer koersen met je hoofd. Een beetje met de benen, maar vooral met het hoofd.”
“Wat daarbij helpt: mijn ervaring. Die koersen hebben nog weinig geheimen voor mij. Het is een beetje typisch voor oude renners om te zeggen: ervaring is belangrijk. Ik dacht vroeger dat de ouderen zichzelf zo verkochten, maar het is zo veel gemakkelijker om prijs te rijden als je een beetje meer koerskennis, métier en parcourskennis hebt.”
Hoog niveau
In Dwars door Vlaanderen weet Naesen dus was hem te doen staat. “Heel simpel: ondergaan tot tweede Trieu. Dan zo goed mogelijk geplaatst zitten, maar ook niet mijn leven riskeren. Ik heb deze koers zeven keer gedaan en ben vier keer in het ziekenhuis gefinisht. Dat houd ik in het achterhoofd. Daarna zo hard mogelijk bergop rijden. Hopelijk zit ik dan in de kopgroep en kunnen we uiteindelijk voorblijven. Is dat niet het geval, dan kijk ik snel naar Jasper Philipsen en Jordi Meeus met hun teams, om te sprinten.”
Naesen kent zijn positie in het peloton momenteel. “Ik zou mezelf op de derde rij zetten. De eerste rij bestaat maar uit één à twee man, daaronder heb je een plateau van een tiental renners. Daar mag je mij juist onder zetten. Anderzijds, het hoge niveau doet me niet zo superveel. Het is leuk om te zien, maar het verandert mijn leven niet (lacht).”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.