Eindejaarslijstjes: De beste neoprof van 2016
De wielerwereld is in gedachte al bij het nieuwe wedstrijdseizoen. WielerFlits blikt heel de maand december terug op het wielerjaar 2016. Iedere dag een nieuwe terugblik en poll. Vandaag: De beste neoprof van 2016.
Een renner die zich voor het eerst (uiterlijk in zijn 25ste levensjaar) aansluit bij een ProContinental-team of WorldTour-ploeg, mag zich neoprof noemen. Renners zijn volgens de letter van de wet twee jaar neoprof. Een profformatie moet een neoprof voor tenminste twee seizoenen aan zich binden wanneer hij of zij een contract tekent voor 1 juli. Doen zij dit na 30 juni, dan zelfs voor twee en een half jaar. In diezelfde periode blijft de status ‘neoprof’ van kracht. Onderstaande renners reden in 2016 dus voor het eerste jaar, of voor het tweede jaar in dienst van een profploeg.
Fernando Gaviria
Zijn eerste seizoen bij Etixx-Quick-Step zit er net op, maar toch heb je het gevoel dat Fernando Gaviria al langer tot het profpeloton behoort. Pas 22 jaar oud en nu al elf overwinningen op profniveau binnengeharkt. Het begon in 2015 al, maar nu heeft de Colombiaan geoogst in de ploeg van Patrick Lefevere.
Van januari tot en met oktober won hij, soms met speels gemak, soms met de power die je alleen bij een Sagan ziet. In de Tour de San Luis, Tour La Provence, Tirreno-Adriatico, de Ronde van Polen, Primus Classic Impanis-Van Petegem en Parijs-Tour mocht hij zegebloemen in ontvangst nemen. En tussendoor ook nog op de baan actief zijn in Rio de Janeiro. Oh ja, in Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen reed hij top tien. Hebben we hier, naast een straffe sprinter met klimvermogen, ook te maken met een nieuwe klassiekerspecialist?
Dylan Groenewegen
Zetten we onze oranje bril op, dan komt Dylan Groenewegen voor onze neus staan in deze categorie. Na zijn eerste profjaar bij Roompot-Oranje Peloton maakte hij promotie naar LottoNL-Jumbo. Rustig brengen, rustig brengen. Juist, maar als je dan in je eerste de beste sprint Nacer Bouhanni aan de kant zet, dan kan je wel wat.
Liefst elf overwinningen mocht Groenewegen op zijn nog prille erelijst bijschrijven. Hij gooide zich tussen de favorieten en liet ze op momenten achter zich. Dit leverde hem een Tourselectie op, al had hij daar nog niet veel in de pap te brokkelen. Ondanks de zware Tour (de eerste keer in 2016 dat hij een WorldTour-wedstrijd reed) toonde Groenewegen in de tweede helft van het seizoen dat hij niet voor niets dé nieuwe Nederlands kampioen is. Vier van zijn zeges behaalde hij in Nederland: rit in Ster ZLM Toer, het NK, de Arnhem-Veenendaal Classic en een etappe in de Eneco Tour.
Miguel Ángel López
22 jaar oud en zijn tweede seizoen bij Astana ligt net achter ons. Miguel Ángel López was de belofte die in 2014 de Ronde van de Toekomst won. En nu hoort hij definitief tussen de grote jongens. De eindzege in de Ronde van Zwitserland? Menig wielrenner in het huidige peloton is er stikjaloers op. Op WorldTour-niveau is het nog regelmatig aanpoten voor López, die ook soms in dienst rijdt van de grote kopmannen, maar als hij de kans krijgt…
Naast die eindzege in Zwitserland reed hij ook naar ereplaatsen in San Luis, waar hij vierde werd, en in Langkawi werd hij derde. In de Vuelta mocht hij eindelijk zijn kans gaan, maar al vroeg moest hij uitstappen als gevolg van een valpartij. Wel wist López het seizoen goed af te sluiten met winst in Milaan-Turijn. Volgend jaar mag hij het, als hij officieel geen neoprof meer is, proberen in de Tour.
Caleb Ewan
Ook de naam van Caleb Ewan staat al lange tijd in het geheugen van de wielervolgers. Is Caleb Ewan de opvolger van Robbie McEwen? Nog maar 22 jaar en in eind 2014 maakte hij al zijn eerste kilometers voor Orica-GreenEDGE. In 2015 zette hij zichzelf neer als veelwinnaar met als klap op de vuurpijl een ritzege in de Vuelta en die lijn trok de kleine spurter dit jaar door.
In ‘zijn’ Tour Down Under pakte hij twee ritoverwinningen door op geheel eigen wijze (met zijn neus bijna op het voorwiel) de rest zijn hielen te laten zien. In de Herald Sun Tour won hij ook, waarna hij in Kuurne-Brussel-Kuurne in het diepe gegooid werd. Verder dan plek vijftien kwam hij niet. In Tirreno-Adriatico en Yorkshire behaalde hij een tweede plaats om in de Giro het twaalf ritten vol te houden. Vier klasseringen in een vaak ijzersterke top tien waren het resultaat, met in Bibione een knappe tweede stek.
Eind augustus leefde Ewan weer op met een zege in Hamburg, zij het dat hij die behaalde via de groene tafel. Dat zette hij voort in de Tour of Britain met winst in de slotrit. Op het WK kon hij geen rol van betekenis spelen, maar Caleb Ewan behoorde desondanks tot de beste neo’s van 2016.
Pierre Latour (finish vanaf 2:15)
Een Franse klimmer die zijn neus aan het venster steekt. De laatste jaren zijn het er steeds meer en ook Pierre Latour, nog wel eens (foutief) Pierre Roger genoemd, is één van de aanstaande toppers. Zijn seizoen begon al met een zevende plek in de Ster van Bessèges, maar dat was allemaal in voorbereiding op zijn doel in de eerste seizoenshelft: het Critérium International. Daarin werd hij tweede achter Thibaut Pinot. In de rondes van het Baskenland en Romandië trok hij zijn vorm door en werd hij respectievelijk veertiende en twaalfde. In Romandië won hij ook nog het jongerenklassement.
In de Ronde van Zwitserland was hij ontzettend sterk en mocht hij na vijf dagen zelfs de leiderstrui dragen, maar ziekte gooide roet in het eten. In seizoenshelft twee stond de Vuelta a España bovenaan het lijstje van Latour. Na zijn derde plaats in de Tour de l’Ain was het vertrouwen groot richting zijn debuut in een grote ronde. Na twee weken werd duidelijk dat een plek bij de eerste vijftien er niet in zou zitten, en dus ging de knop om bij Latour: aanvallen! Dat kwam op de voorlaatste dag tot het absolute hoogtepunt. Met een ferme sprint reed hij Darwin Atapuma uit zijn wiel en mocht hij juichend over de streep komen. Zijn eerste zege op WorldTour-niveau was binnen. Ter afsluiting van het jaar pikte hij nog een tiende plek in Il Lombardia mee.
Outsiders
Naast bovenstaande zes neoprofs zijn er nog genoeg neo’s die zich het afgelopen jaar hebben laten gelden. Zo iemand is Tiesj Benoot, die een ongelukkige valpartij kende in de Ronde van Vlaanderen en dus zijn droom voor dit jaar uiteen zag spatten. Hugh Carthy klom als Brit in Spaanse dienst met de besten mee naar boven in de Ronde van Catalonië, pakte de eindzege in Asturië en verdiende daarmee een transfer naar Cannondale-Drapac. Magnus Cort Nielsen was dicht bij een nominatie voor de beste vijf, maar het sprintersveld waarin hij zijn twee Vuelta-ritzeges boekte was niet bijster sterk.
Gianni Moscon is een Italiaanse alleskunner in het tenue van Sky. In zijn allereerste profjaar liet hij zich op vele vlakken zien, van Nokere Koerse tot de Wielerweek van Coppi en Bartali en van Yorkshire tot zijn eindzege in de Ronde van Noorwegen. En dan kijken we ook nog over sprintbom Jakub Mareczko, de sterke Sondre Holst Enger, klimtalenten Giulio Ciccone en Matvey Mamykin en de Duitse stoomwals Nils Politt heen. Om ook nog eens out-of-the-box te denken, noemen we Wout van Aert (hij die Tony Martin versloeg in een tijdrit), al zal hij volgend jaar pas zijn debuut maken in een echte profploeg.
Stem!
[poll id=”388″]
Gaviria steekt er bovenuit, hoe hij het wist af te maken en bijna af te maken in San Remo was wel ontzettend sterk.
Renners uit lijstje hierboven zijn nagenoeg allemaal al voor 2016 gestart bij de profs.
Gaviria heeft enkele zwakke momenten gehad maar heeft veel klasse laten zien.
Groenewegen heeft veel betekend voor TLJ door overwinningen te boeken. Maar niet echt tegen toppers.
Lastig , ik kies toch voor Gaviria!
Had interessanter geweest als het om een lijstje ging met renners met wie we dit jaar kennismaakten en niet al half gevestigde waarden...
Een renner die zich voor het eerst (uiterlijk in zijn 25ste levensjaar) aansluit bij een ProContinental-team of WorldTour-ploeg, mag zich neoprof noemen. Renners zijn volgens de letter van de wet twee jaar neoprof. Een profformatie moet een neoprof voor tenminste twee seizoenen aan zich binden wanneer hij of zij een contract tekent voor 1 juli. Doen zij dit na 30 juni, dan zelfs voor twee en een half jaar. In diezelfde periode blijft de status ‘neoprof’ van kracht. Onderstaande renners reden in 2016 dus voor het eerste jaar, of voor het tweede jaar in dienst van een profploeg.
Ik ben het echter wel met Gio eens; 'de beste neo' is in mijn beleving ook iemand die dit jaar zijn eerste jaar bij de profs heeft gereden.
Als je Michel Wuyts op tv een klein stukje uit het palmares van een renner leest zegt hij altijd 1ste jaar neoprof en in het 2de jaar bij de profs.
Volgens het reglement van de UCI kun je dus min of meer stellen dat de eerste twee volledige seizoenen gelden als 'neoprof'. Dat staat volledig los van 'full time', want dat laatste zegt alleen maar dat iemand er geen ander werk naast doet (of kan/moet doen).
Ga er maar vanuit dat alle renners van WT-ploegen en ProConti-ploegen 'full time' prof zijn - óók de neo's.
Dan de poll: ik twijfel tussen Gaviria en Lopez, maar kies voor eerstgenoemde.