zondag 11 april 2021 om 07:00

Fabio Jakobsen: “Stiekem droom ik van meer dan alleen meekoersen”

Interview Fabio Jakobsen maakt zondag in de Ronde van Turkije zijn rentree in het wielerpeloton. Exact 250 dagen na zijn horrorcrash in de Ronde van Polen in augustus 2020, speldt de Hulk uit Heukelum weer een nummer op zijn wielershirt. Voorafgaand aan zijn rentree sprak WielerFlits vrijdagmiddag met hem tijdens een digitaal persmoment, georganiseerd door zijn team Deceuninck-Quick-Step.

Waar sta je nu, aan de vooravond van de Ronde van Turkije?
“Als je het vergelijkt met dit punt vorig jaar, dan is de basisconditie daar. Vorig seizoen kwam ik terug van een hoogtestage en was ik in topconditie voor de koersen die eraan kwamen. Nu ben ik weer twee maanden goed aan het trainen. De basis is in orde. Nu moet ik werken om de laatste tien tot vijftien procent te groeien. Dat is lastig om thuis te doen.

Wielrennen is natuurlijk een racesport. Je hebt koersen nodig om jezelf te verbeteren. Daarom ben ik nu hier, om de balans tussen thuis trainen en wedstrijden rijden te vinden. Om het gevoel weer te krijgen, om van daaruit toe te werken naar grotere koersen later tijdens dit seizoen. Mijn trainer zou zeggen: de oude Fabio moet er ergens nog inzitten. En die gaan we proberen eruit te halen.”

Waar ondervind je nog hinder van?
“Eigenlijk heb ik dat in de koers niet echt meer, behalve dat ik nog moeilijk kan eten. Ik zal alles in kleine stukjes moeten snijden of breken voor de wedstrijd, want ik kan niets afbijten. Alle reepjes zal ik van tevoren moeten openmaken. Anders is het moeilijk voor me; dat is het grootste ongemak wat ik heb.

Ook moet ik nog een aantal testen ondergaan aan mijn stembanden. Mijn linkerstemband was verlamd. Hij zat vast in het midden, maar nu beweegt het weer – zoals jullie kunnen horen. We willen kijken hoe het reageert op maximale inspanning. De stembanden moeten dan namelijk helemaal naar de buitenkant openstaan, om zuurstof op te nemen. Dat is iets wat de medische staf nog steeds moet monitoren.

Ook moet ik in de zomer nog een keer naar het ziekenhuis voor mijn tanden. Ik mis in mijn onder- en bovenkaak in totaal tien tanden. Over drie tot vier maanden moeten het bot en de implantaten sterk genoeg zijn om de tanden erop te kunnen zetten. Dit zijn de laatste twee grote punten die nog openstaan in het revalidatieproces. Daarna kan ik toewerken naar mijn topniveau als wielrenner.”

foto: Fabio Jakobsen

Heb je schrik om in een peloton te rijden?
“Dat is de vraag. Ik had nooit angst van of schrik in een peloton. Een angst- of schrikreactie is iets onbewusts. Dat is iets wat je pakt. Tot nu toe heeft me dat in ritjes nog niet gepakt. Maar als dat gebeurt in een koers en ik begin te remmen, dan is dat niet raar. Dat heeft te maken met vertrouwen en dat zal moeten groeien. In het begin zal dat vertrouwen misschien een beetje weg zijn. Maar daarna zal dat wel weer terugkomen, hoop ik. Daarvoor hebben we bij de ploeg een psycholoog, die me daarin begeleidt.”

Met wat voor rol trek jij naar Turkije?
“Het doel van de ploeg is hier om met Mark Cavendish etappes te winnen. Mijn doel is om het team daarbij te helpen en om alle acht etappes uit te rijden. Voor mij is het belangrijk dat het weer gewoon voor me is om wielrenner te zijn. Ik ben hier om weer te wennen aan het leven als een prof. Stiekem hoop ik dat ik elke dag groei. Dat mijn lichaam het ritme weer oppakt van koersen, herstellen, slapen en eten. Dat het allemaal blijft draaien. Heel brutaal: in mijn hoofd kan ik een sprint winnen. Maar fysiek zal dat even moeilijk zijn. Dat is nog niet voor nu waarschijnlijk, maar ik denk er weleens aan. Het doel van een spurter blijft winnen.

Of ik ga sprinten voor de zege of ga aantrekken voor Cavendish, hangt af of ik voor hem zit. Of dat hij juist voor mij zit (lacht). Ik zou het niet erg vinden om een lead out voor hem te doen. Ik heb heel veel respect voor zijn palmares. Hij is de beste sprinter in de historie van het wielrennen, vind ik. In de eerste sprint zal ik hem waarschijnlijk helpen. Ik denk dat ik alleen een sprint kan winnen als ik me écht goed voel en denk dat ik kan winnen.

Maar ik vermoed dat dit nog niet voor nu is. Mijn hoofd wil het wel, maar mijn lijf zal nog moeten wennen aan het opnieuw terug koersen. Het kan dus ook zo maar zijn dat de benen op tien kilometer van het einde leeg zijn of dat mijn focus iets minder is. Maar als ik Cav kan helpen of dat ik goed genoeg ben om zelf te winnen, dan zal ik mijn hand opsteken en dat uitspreken.”

Jakobsen laatste koers voor de bewuste val, winst in GP J.P. Monseré – foto: Cor Vos

Hoe ziet jouw programma er ná Turkije uit?
“Voorlopig staat daar alleen de Ronde van Turkije op. Verder weet ik het nog niet. Na deze wedstrijd gaan we kijken wat we gaan doen. Turkije is een goede eerste wedstrijd omdat het parcours redelijk goed te doen is en het een rittenkoers is. Een eendaagse is net wat intensiever koersen en dus een stuk lastiger.

Bovendien staan er hier maar een paar WorldTeams aan de start. Niks ten nadele van de andere renners, maar het deelnemersveld is net iets minder sterk dan in de grote rondes. Na Turkije gaan we met het team kijken wat we gaan doen. Er zijn nog heel wat mooie koersen in het vooruitzicht, bijvoorbeeld een Vierdaagse van Duinkerke (van 4 tot 9 mei, red.).”

Verwacht jij dit jaar al te winnen?
“In mijn gedachte heb ik al een aantal sprints gewonnen, maar mijn lichaam moet ook meewerken. Ik ben er nog niet honderd procent zeker van dat het dit jaar al gaat gebeuren. Mijn trainer zegt wel dat de oude Fabio er nog is. In trainingen voel ik soms dat het er in zit, maar trainingen en wedstrijden zijn iets totaal anders. Laat ik zeggen dat ik vijftig procent zeker ben dat ik een wedstrijd win dit jaar.”

Wat vind je van de veiligheidsmaatregelen die zijn ingevoerd sinds je val?
“Veiligheid is behoorlijk belangrijk voor mezelf, maar ook voor anderen. We beoefenen een sport waar ongelukken kunnen gebeuren. Dat hoort natuurlijk niet zo te zijn. Maar als de veiligheidsmaatregelen honderd procent in orde zijn, zouden de gevolgen voor de renners en het publiek niet zo groot moeten zijn.

De nieuwe maatregelen zijn denk ik niet slecht. Maar als ik eerlijk ben, ben ik er nog niet zo mee bezig geweest. Er waren andere zaken waarop mijn focus lag.”

Ben jij de eerste die nu zijn hand opsteekt en zegt als iets niet veilig is?
“Ik krijg in Turkije een vrije rol – gelukkig – en daar ben ik blij mee. Na een kilometer of honderd mag ik zeggen hoe ik me voel en wat ik wil doen. Als ik me goed voel, zal ik zeggen dat ik wil sprinten. Ik ga ervan uit dat de finishes hier veilig zijn. Ik heb hier al eens eerder gereden en op een vlaggetje na, waren het altijd veilige sprints.

Daarom ben ik niet enorm angstig voor de finishes hier. Je zal me zeker nog een keer goed zien kijken als we wel een lokale lus hebben, waar het gevaar zit. Maar dat is iets wat ik altijd al deed en zal blijven doen. Uiteindelijk word je van vallen geen betere wielrenner, dus ik wil het liefst op m’n fiets blijven zitten (lacht).”

De bewuste sprint met het vlaggetje, waarnaar Jakobsen refereert – foto: Cor Vos

Heb je de laatste maanden overwogen te stoppen met wielrennen?
“In het begin was ik er niet mee bezig om weer wielrenner te worden. Ik was vooral blij dat ik er nog was. Met de klap die ik heb gemaakt, word je normaal gesproken ook geen wielrenner meer, denk ik.

Uiteindelijk werd het een proces waarbij het elke keer een stukje beter gaat. Waarbij de artsen en doktoren mij ervan overtuigden dat ik, op tien tanden na en stuk bot wat ik mis, verder niets mankeerde. Ik had dus ook een verlamde stemband waardoor ik tijdelijk niet kon praten. Maar als je merkt dat het lichaam zich aan het herstellen is, dan begin je stiekem te dromen.

Wat er gebeurd is, is natuurlijk uitzonderlijk. Het is niet normaal voor een wielrenner. En wat ik ook zeg in het filmpje van de ploeg: ik fiets gewoon heel graag en koers ook graag. Op een gegeven moment kwam dat gewoon terug. Maar dat heeft wel even geduurd, want er is nog zoveel anders moois in het leven.”

Ben je karakterologisch veranderd door de crash?
“Ik ben nog iets dankbaarder. En als er nog iets van arrogantie in mij zat, is dat nu verdwenen. Ik heb mij gerealiseerd dat het leven eindig is en dat je elk moment moet pakken. Vroeger dacht ik dat ik net wat meer recht had op een plekje in het profpeloton, omdat ik ook meer trainde en er meer voor leefde. Maar nu realiseer ik mij dat het allemaal gegeven is. Maar verder heb ik qua persoonlijkheid verder geen grote ommezwaai gemaakt. Hoe het met mijn onbevangenheid is, gaan we de komende dagen zien.”

Ben jij een prater in het peloton, Fabio? Kijk je uit naar het weerzien met je collega’s?
“Enorm! Het is fijn om terug te zijn. De meeste mensen zullen de beelden van de valpartij gezien hebben. Dat zag er natuurlijk niet mooi uit. Veel renners zullen zich herkend hebben in de situatie, het had hen ook kunnen overkomen. Veel jongens zullen waarschijnlijk naar me toe komen en zeggen dat het goed is dat ik er weer ben. Dat is leuk voor mij en mijn antwoord zal dan steeds hetzelfde zijn: ‘Ook leuk om jou weer te zien.’

Weet je, we doen deze sport allemaal samen. Ik kan geen koers winnen als ik de enige ben die meedoet. Dat geldt ook voor jullie als journalisten en mijn collega’s – ook in andere teams. Het is leuk om weer met hen te praten. Normaal doe ik dat niet veel, omdat we met Deceuninck-Quick-Step altijd van voren koersen (lacht). Maar ik zal zeker tijd maken voor iedereen die een praatje met me wil maken. Terugkeren in koers gaat een geweldige ervaring zijn.”

Hoe het is om weer terug te zijn in koers? – foto: Cor Vos

Contact Dylan Groenewegen
Vragen over Dylan Groenewegen en of de renners met elkaar al contact hebben gehad, werden nog voordat Jakobsen kon antwoorden door de persverantwoordelijke ondervangen. Toch vond Jakobsen de ruimte om ook hierop te antwoorden. Nadat de vraag voor de tweede keer gesteld werd, antwoordde Jakobsen met een korte, maar zeer duidelijke ‘nee’.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.