Interview: Sacha Modolo, sprinter in de schaduw
zondag 30 november 2014 om 09:30

Interview: Sacha Modolo, sprinter in de schaduw

Hij had in de voorbije Tour de France maar wat graag het vuur aan de schenen gelegd van Marcel Kittel, Andre Greipel, Alexander Kristoff en consorten. Als gevolg van een virale infectie moest Sacha Modolo in de tweede etappe echter al de handdoek gooien. Toch kan de intussen 27-jarige Italiaan als sprinter in de schaduw terugblikken op een sterke start in het shirt van de Italiaanse formatie Lampre-Merida.

Als rassprinter staat Sacha Modolo ook na dit seizoen nog in de schaduw van gevestigde waarden als Mark Cavendish, Andre Greipel en Marcel Kittel. Desalniettemin schreef de debuutrenner bij Lampre-Merida een paar mooie etappes op zijn naam: eentje in de Ronde van San Luis – sneller dan Andrea Guardini, eentje in de Ronde van de Algarve – sneller dan onder meer Alessandro Petacchi, twee in de Driedaagse van De Panne-Koksijde – waarvan een keer sneller dan Arnaud Démare en Alexander Kristoff, eentje in de Ronde van Zwitserland – sneller dan Peter Sagan – en onlangs nog de vijfde rit in de Ronde van Peking – in een massasprint sneller dan Edvald Boasson Hagen en Luka Mezgec. Ook de Trofeo Palma en Trofeo Ses Salines tijdens de Challenge Mallorca schreef hij bij op zijn palmares. Modolo was dit seizoen de meest succesvolle sprinter van Team Lampre-Merida maar kent zijn plaats wel in het peloton. “Als ik in topconditie ben, weeg ik zeventig kilogram”, vertelt hij. “Ik heb dus niet de kracht van een Kittel of een Greipel, die aangaande spiermassa sterker zijn dan ik. Wat betreft pure groepssprinten zal ik nooit zo goed worden als hen. Mijn lichaamsbouw is nu eenmaal wat het is en dat verschil in kracht kan ik nooit volledig compenseren. Ik moet vooral proberen beter te worden in de lastigere koersen om zo een hoofdrol te kunnen spelen in sprints aan het einde van een lastiger parcours. In mijn carrière heb ik Kittel wel al eens geklopt, maar dat was na een lastige wedstrijd in een sprint met een kleine groep. Ik ben een sprinter die het best tot zijn recht komt na iets zwaardere koersen met een licht hellende aankomststrook”, omschrijft hij zichzelf.

Juiste weg
“Ik heb nog veel bij te leren en kan nog veel groeien. Tot nu toe heb ik nog niet al mijn mogelijkheden kunnen benutten. Als ze me wat beter kennen, zeggen mijn sportdirecteurs meestal dat ik maar half weet waar mijn limieten liggen.” Modolo weet waar zijn werkpunten liggen. “Vooral op het mentale vlak kan ik nog veel progressie boeken. Ik ben namelijk iets te snel tevreden en dat wordt me wel eens verweten. Ik besef echter dat het belangrijk is om altijd nieuwe uitdagingen aan te gaan en nieuwe doelen te stellen. Ook op dat vlak wil ik nog veel beter worden. Ik besef wel dat ik nood heb aan iemand die me op sleeptouw neemt, die me stimuleert en die het me duidelijk zegt wanneer ik welke fouten maak. Gelukkig hebben de sportleiders van Team Lampre-Merida mij verschillende keren aan de oren getrokken dit seizoen. Ze hebben me duidelijk laten merken dat ik dingen deed die niet konden. Ik begreep al snel dat ze gelijk hadden en dit heeft me geholpen de juiste weg in te slaan en beter te worden.”

Regels
“Ik ben opgegroeid in Vazzola, een klein dorp in de provincie Treviso, in de regio Veneto in noordoost Italië”, opent Modolo het verhaal van zijn wielerachtergrond. “Ik ben in het wielrennen gerold door deel te nemen aan een wedstrijd in mijn dorp. Een lid van een jeugdploeg had me daar opgemerkt en pushte me nadien om voor een team te gaan rijden. Paolo Bettini is altijd mijn idool geweest. Hij trok zich weinig van koerstactiek aan en reed erg op zijn gevoel. Hij is een afspiegeling van mijn manier van leven. De regels respecteren is niet mijn grootste karaktereigenschap. Talrijke Italiaanse renners hebben me tips gegeven en gesteund om mij als prof verder te ontwikkelen. Het is mooi wanneer meer ervaren renners jongeren in het peloton opmerken die over kwaliteiten blijken te beschikken. Ze gaan er een praatje mee slaan en geven tips over wat goed en niet goed is om te doen. Zo ging het in ieder geval bij mezelf. Ik heb altijd geprobeerd om van iedereen veel op te steken.”

Tour de France
Het seizoen begon in ijltempo voor Modolo, die een aantal mooie zeges pakte. “Het eerste deel van het seizoen is prima geweest, maar wat erna volgde, was veel minder. Na mijn overwinning in de vijfde etappe van de Ronde van Zwitserland dacht ik mooie resultaten te kunnen boeken in de Tour. Jammer genoeg heb ik sindsdien veel pech gehad. Er zat vanaf dan geen lijn meer in mijn prestaties, noch tijdens de wedstrijden, noch op training.” Door fysieke ongemakken deemsterde hij inderdaad wat weg. “Ik keek heel erg uit naar mijn eerste deelname aan de Ronde van Frankrijk”, kijkt hij terug op wat zijn ‘season highlight’ had moeten worden. “Helaas is de balans van mijn debuut in La Grande Boucle niet zo goed. Na anderhalve etappe heb ik moeten opgeven wegens een infectie in de mondholte. Ik had op veel meer gehoopt, maar het werd een slechte ervaring. Ik hoop in de toekomst een nieuwe kans te krijgen.”

Veiligheid
Medio augustus lag Sacha Modolo opnieuw in de lappenmand na een crash tijdens de eerste rit in lijn van de Eneco Tour. Eerder op het seizoen kwam hij al zwaar ten val in Parijs-Roubaix. Wordt het profwielrennen dan toch steeds gevaarlijker? Zijn de fietsen te licht of de protagonisten te onbezonnen? “We rijden altijd op het randje, het risico op valpartijen is in elke koers groot”, beseft Modolo. “Maar dat is ook normaal als je tegen meer dan 70km/u aan het rijden bent. Het gaat er echter fair aan toe. Een val is maar zelden te wijten aan onberekend gedrag. Meestal gaan renners tegen de grond op rustige momenten, door een onoplettendheid. Of wanneer een renner een collega probeert te passeren waar dat niet of nauwelijks mogelijk is. Ik probeer er niet aan te denken. Als je te veel aan valpartijen denkt of als je schrik hebt, is het beter je te laten afzakken en niet deel te nemen aan de sprint. Maar dan kan je natuurlijk niet winnen.”

Qhinghai
Het beste moet nog komen voor Sacha Modolo, zoveel lijkt zeker. De 27-jarige Italiaan tekende in de zomer van 2013 een tweejarige verbintenis bij Team Lampre-Merida en vormt zo samen met Elia Favilli, Roberto Ferrari en Maximiliano Richeze het sprintersbastion van de Italiaanse laminaatfabrikant en de Taiwanese fietsproducent. Het was dit seizoen zijn eerste jaar bij een WorldTourteam, maar bij Lampre wisten ze wel waar ze aan begonnen. Modolo bouwde de voorbije jaren ervaring op bij Colnago-CSF Inox en Bardiani Valvole-CSF Inox. Die teams kregen steeds een wildcard voor onder meer de Giro d’Italia, en dus kon hij zich al meermaals in de kijker fietsen. Vorig jaar won Modolo bijvoorbeeld nog zes etappes in de Ronde van het Qinghaimeer. De Italiaan toonde in zijn vroege twintiger jaren wel meermaals zijn potentieel. Lampre had hem dan ook al op jongere leeftijd op het oog, maar een transfer bleek een moeilijke affaire. “Ik had al een aantal jaren contact met Lampre-Merida”, bevestigt Modolo. “Het feit dat zo’n belangrijk team me wou aanwerven, vervulde me met trots en heeft me altijd gestimuleerd goed te presteren. Ik vond echter niet onmiddellijk een akkoord over de verbreking van mijn contract met mijn vorige team, Bardiani. Als voorbeeldige prof ben ik verder gegaan, maar zodra er een akkoord was, heb ik mijn krabbel gezet bij Lampre.”

Familie Merida
Dat bleek toch weer een stapje vooruit voor de uit Cornegliano afkomstige Modolo. “Dankzij mijn transfer naar een WorldTourteam kon ik dit seizoen deelnemen aan de belangrijkste wedstrijden. Het was dan ook mijn doel om overwinningen te behalen en tegelijkertijd zoveel mogelijk bij te leren. Dit jaar heb ik de gelegenheid gehad om deel te nemen aan wedstrijden van het hoogste niveau en het op te nemen tegen de snelste sprinters ter wereld. Het was een unieke kans die ik zonder te aarzelen en met beide handen heb gegrepen. Als ik opnieuw de keuze zou moeten maken, dan deed ik hetzelfde. Ik heb het hier ook reuze naar mijn zin. Bij Lampre-Merida ben ik bij een groep mensen terechtgekomen die zeer professioneel werken en die beschikken over een grote vakkennis. Het lijkt alsof ik echt deel uitmaak van een familie. Meer nog, toen ik met enkele privéproblemen zat, heeft het team me heel erg gesteund. Dat heb ik erg weten te appreciëren. Ik ben er de hele staf dankbaar voor.”

Tekst : YBRO Sports Writing

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.