Drievoudig winnaar Jelle Wallays kent de geheimen in Tours: “Begin er op tijd aan”
Interview De titel van mederecordhouder in Parijs-Tours zal Jelle Wallays dit weekend niet kunnen delen met Gustave Danneels, Paul Maye, Guido Reybrouck en Erik Zabel. Maar als er iemand is die weet wat winnen is op de Avenue de Grammont in Tours, dan is het de renner van Cofidis wel. In 2014 en 2019 was hij de beste bij de elites, maar in 2010 won hij ook de belofteneditie. Hij is de enige renner die beide op zijn naam schreef. WielerFlits haalt samen met de West-Vlaming herinneringen op.
“Wat me zo ligt aan Parijs-Tours? Ik ben altijd al een renner geweest die zo constant mogelijk presteert doorheen heel het jaar, zonder al te veel ups en downs. Parijs-Tours valt vaak in oktober, helemaal aan het einde van het seizoen, en de meeste renners durven er dan al eens met hun pet naar smijten. Dat zou mij niet snel overkomen. Maar Parijs-Tours was altijd een extra speciale. Iedereen zag die koers als een ideaal terrein voor sprinters, dus ik had nooit gedacht om in Tours drie keer te mogen juichen. Mijn geheim was vooral om er op tijd aan te beginnen.”
2010: De tips van Planckaert
“Mijn laatste koers ooit als belofte, dus wilde ik er nog graag iets speciaals van maken als bedankje voor de mooie jaren bij Beveren 2000. Maar eigenlijk voelde ik me al geen belofterenner meer. Ik had als stagiair bij Topsport Vlaanderen al wat koersen bij de profs gereden, iets wat in die tijd niet zo vaak gebeurde. De tips van Walter Planckaert waren daarbij onmisbaar. Walter zei dat ik in de Sluitingsprijs in Zwevezele na twee uur koers moest opgeven, en ik dan bijna niet meer moest trainen tot in Parijs-Tours, twee dagen later. Ik zou goed zijn, zei hij.”
“En hij had gelijk. Het was een waaierkoers, maar ik had me voor het deel met de meeste wind al verzekerd van een plekje in de goede ontsnapping. Pas even later is de eerste waaier bij onze groep komen aansluiten, en zo was ik toch al mee. In de heuvelzone waren de Nederlandse renners van Rabobank super dominant, maar toch hebben we ons kunnen afzonderen met een groepje van vier. In de sprint ben ik altijd snel na een zware koers, en dus kon ik het in mijn laatste koers als belofte knap afwerken.”
1. Jelle Wallays (Beveren 2000)
2. Romain Guillemois (Vendée U) allen in z.t.
3. Thomas Welter (Chambéry Cyclisme Formation)
2014: De zege van de doorbraak
“Ik had me in mijn eerste profjaren geregeld laten zien in lange ontsnappingen, dus wist ik intussen dat de samenstelling van zo’n groep ideaal moest zijn om voorop te kunnen blijven. Daarom glipte ik mee met Thomas Voeckler, in mijn opinie toch dé ontsnappingskoning van Frankrijk en hun chouchou op dat moment. Hij kon ons erg ver brengen, en misschien was het daarom wel een van de meest leerrijke dagen van mijn carrière. Hoe hij temporiseert en versnelt op de juiste momenten, hoe hij zijn ontsnappingen indeelt en slim koerst. Daar heb ik daarna nog veel aan teruggedacht.”
“Het was een regenachtige dag. Koud, met vooral in de beginfase veel buien die we over ons heen kregen. Die omstandigheden liggen mij. Al moet ik ook eerlijk zijn dat iedereen die dag een sprint verwachtte. Mijn enige doel was om me te tonen dankzij een lange ontsnapping, maar de wind stond ideaal en zo kon ik het samen met Voeckler tot in de finale redden. Ik dwong hem – nerveus als hij was – de kop op, om er op het juiste moment uit te komen. De eerste zege voor Sport Vlaanderen-Baloise in het buitenland en mijn eerste klassieker.”
1. Jelle Wallays (Topsport Vlaanderen-Baloise)
2. Thomas Voeckler (Team Europcar) in z.t.
3. Jens Debusschere (Lotto Belisol) op 12s
2019: De meest emotionele
“Er was zo veel gebeurd dat jaar. Ploeggenoot Bjorg Lambrecht was enkele weken voordien gestorven. Eigenlijk wou ik in de Vuelta al een prestatie neerzetten om hem te eren, maar ik denk dat ik er mentaal nog niet helemaal bij was. Ook voordien was het al een moeilijk jaar, want in de Vuelta a San Juan was ik super hard gevallen op mijn gezicht, waarbij ik zelfs enkele tanden verloor en een half jaar out was. Zo ’n seizoen vol pech wilde ik in Tours daarom écht nog graag afsluiten met een hoogtepunt.”
“Ook al was ik in de Vuelta niet zo goed, ik was er wel met een goede conditie uitgekomen. Het was de tweede keer dat de wedstrijd aan zijn nieuw elan toe was, met in de finale enkele onverharde wegen. Die veranderden het koersverloop gigantisch. Het jaar voordien had ik al gevoeld dat die finale me lag, want ik was alleen weggereden. Helaas kreeg ik niet veel later een lekke band. Deze keer wou ik er dus zeker weer op tijd aan beginnen, en op 45 kilometer van het einde ging ik solo. De wind stond zeker niet zo ideaal als in 2014, met veel wind in de zij en zelfs tegen. Maar ik kon het toch afmaken. Op het einde kwamen alle emoties op de Avenue de Grammont eruit.”
1. Jelle Wallays (Lotto Soudal)
2. Niki Terpstra (Total Direct Energie) op 29s
3. Oliver Naesen (AG2R La Mondiale) op 30s
Om te reageren moet je ingelogd zijn.