Gisteren werd het Vondelmolen Cycling Team voor 2019 voorgesteld. Het team duikt volgend jaar met zeven dames en één man het veld in en zal nog minstens tot februari 2020 doorgaan met zijn huidige sponsors.

Bij de dames maakt de Française Marion Norbert Riberolle (19) dit seizoen het mooie weer. De recente aanwinst werd zondag in Namen nog knap derde in de wereldbekermanche bij de dames U23.

“Marion past perfect binnen onze teamfilosofie. Ze was tot voor kort nog een onbekende, maar is de laatste tijd sterk aan het presteren”, vertelt teammanager Geert Wellens. “Wij zijn al langer overtuigd van haar talent. We werken nauw samen met Marion en haar familie, en dat begint te lonen.” We willen deze jonge dames helpen om stilaan naar de top te groeien, zoals we in het verleden ook al deden met dames als Laura Verdonschot en Maud Kaptheijns.  Maar we proberen ook om ze langer bij ons te houden.”

Opboksen tegen grote teams
“Anderzijds weten we dat het vaak lastig is om op te boksen tegen de grote topploegen die steeds meer inzetten op het vrouwenveldrijden. Daarom proberen we om een project op poten te zetten zodat we onze dames kunnen laten doorstromen naar een topploeg, maar die besprekingen zijn nog lopende.”

Verder rekent het team ook nog op belofte Axelle Bellaert. Zij strijdt dit seizoen opnieuw voor een plaatsje in de WK-selectie, dat ze vorig jaar in Valkenburg al bemachtigde. Verder is er ook nog dame elite Shana Maes. Naast dit trio is er ook plaats voor heel wat jong geweld. Met Julie Brouwers en Yenthe Van Lommel zijn er twee dames junioren in de rangen. Bij de dames nieuwelingen rekent het Vondelmolen Cycling Team op Belgisch mountainbikekampioene Lies’l Schevenels en Sterre Vervloet. Naast de zeven dames blijft ook belofte Cedric Mertens aan boord.

“Bij ons krijgt iedereen de kans. We zien hen allemaal als winnaars”, benadrukt Wellens. “Qua jeugd zitten we op nationaal vlak goed denk ik. We willen de Belgische dames echt naar een hoger niveau tillen. We mikken uiteraard op enkele mooie resultaten tijdens de nationale kampioenschappen.”